Mitchell McWoods heeft geen haast om uit Rotterdam te vertrekken. De recent afgestudeerde lijkt sowieso geen haast te hebben en vertoont geen tekenen van de existentiële crisis die veel afgestudeerden overvalt zodra ze zich realiseren dat het studentenleven erop zit. In The Reef, een coffeeshop met een aquatisch thema vlak bij het centrum van de stad, steekt McWoods een joint op met Pineapple Kush en blikt hij terug op zijn jaren als student aan Erasmus University.
“Ik hou van Holland,” zegt McWoods, die onlangs zijn bachelor Communication and Media (IBCOM) heeft behaald. “Nou ja, ik hou ervan en ik haat het. Mijn eerste indruk was dat iedereen er heel chill is, heel relaxt en vriendelijk. In de loop der jaren veranderde dat enigszins — ik begon me te realiseren dat een heleboel Nederlanders een beetje… hoe noem je dat… krenterig zijn. Maar het zijn eerlijke, oprechte mensen, en daar hou ik van.”
McWoods brengt de marihuanasigaret naar zijn lippen, inhaleert en blaast een grote walm witte rook uit.
“Waar ik wel van baal is dat mijn fiets voortdurend gestolen wordt. Ik verslijt drie fietsen per jaar. Dat is zo’n vijftien fietsen over de afgelopen vijf jaar. Dat is een hele hoop fietsen.”
Nederlandse vrienden maken
Er wordt vaak gezegd dat het voor internationale studenten die in Rotterdam wonen een hele uitdaging is om uit hun eigen bubbel te stappen en te integreren met de Nederlanders, vooral omdat het nauwelijks nodig is om de Nederlands te leren om hier te kunnen wonen. Voor McWoods was het echter geen probleem om Nederlandse vrienden te maken.
“Ik heb één goede vriend die in Rotterdam is geboren en opgegroeid en zolang ik hier ben, werk ik al in cafés, dus ik heb een hele hoop Rotterdammers ontmoet, plus alle collega’s op mijn werk zo door de jaren heen. Ik heb bij de Fenix Food Factory gewerkt, bij De Gele Kanarie en bij een nieuw café in West genaamd Weelde. Door mijn werk heb de basisbeginselen van het Nederlands geleerd.”
“‘Een bier? Vier vijftig, alstublieft,” zegt McWoods, om zijn basiskennis van de taal van het café te bewijzen.
In een café werken is wel een goede manier om een beetje Nederlands te leren, maar toch zeggen ze dat verliefd worden de beste manier is om een vreemde taal te leren. Dus McWoods, heb je romantische ervaringen met Nederlanders?
“Nee, helemaal niet.”
Hoe komt dat?
“Tja, dat is een goeie vraag. Ik vind Nederlandse vrouwen intimiderend. Ze zijn allemaal zo knap en zo lang… en bazig. Misschien is bazig niet het goede woord, ik kan het niet goed uitleggen. Ze zijn direct. Een Nederlands meisje is heel anders dan eh, een Frans meisje, of zo.”
“Ik bedoel, op mijn werk ken ik een vrouw, die is geweldig en bijna net zo lang is ik. En als mensen net zo lang zijn als ik, krijg ik bij wijze van spreken de neiging om op mijn tenen te gaan lopen omdat ik dat niet gewend ben.”
Muziek in Rotterdam
McWoods heeft op Erasmus University wat je zou kunnen noemen een degelijke opleiding genoten, maar wonen in Rotterdam heeft de afgestudeerde geschoold op een heel ander terrein: muziek.
“Ik ben opgegroeid in Luxemburg en dat was, op cultureel vlak, heel saai. Dus toen ik hier kwam en al deze verschillende soorten elektronische muziek ontdekte — house, techno en alle subgenres —, was ik verkocht. Al die grote feesten die werden georganiseerd in het havengebied en in de pakhuizen, vond ik te gek. Dat was voor mij een compleet andere manier om van muziek te genieten en mensen te ontmoeten dan ik gewend was.”
McWoods geeft toe dat hij zich tijdens zijn eerste jaar in Rotterdam misschien wel een beetje te veel te buiten ging aan al die feesten. In het begin studeerde hij liberal arts aan Erasmus University College (EUC), maar halverwege het tweede semester van het jaar zette hij daar een punt achter. Terwijl McWoods nog een hijs aan zijn steeds verder slinkende joint neemt, komen er meer herinneringen bij hem op – als de luchtbellen die voortdurend omhoog borrelen in de visloze aquaria van The Reef. Hij deelt ze openhartig.
“Ik was niet erg gefocust. EUC was toen net opgestart en ik vond het allemaal niet zo professioneel. Maar ja, ik was zelf ook niet zo professioneel. Ik denk dat ik beter een tussenjaar had kunnen nemen voordat ik naar de universiteit ging — om een beetje op adem te komen voordat ik aan een nieuwe studie begon, weet je wel.”
De boeken kregen niet zo veel aandacht tijdens zijn begintijd aan Erasmus, maar de draaitafels des te meer. Na wat gerommel tijdens een paar houseparty’s, kreeg McWoods vier jaar geleden een passie voor dj’en en niet lang daarna draaide hij zijn eerste set bij Toffler, een club in een voormalige metrotunnel.
“In die tijd hielden we feesten in Toffler die we Locked In noemden en daar draaide ik keiharde techno. Tegenwoordig draai ik nog zelden techno. Ik ben nu meer van de breakbeats, jungle, electro — het interessantere spul.”
De hitte
Als de joint helemaal opgerookt is, verlaten McWoods en ik de rokerige lagune die The Reef is en stappen we in de zinderende hitte van 39 graden. De snelle temperatuurwisseling doet me opeens denken aan een vraag die ik — om de een of andere reden — vergeten was te stellen: wat vindt McWoods van het Nederlandse weer?
“Ik vind dat mensen te veel zeuren over het weer.”
En met deze Nederlandse directheid laat McWoods zien dat hij heel goed integreert in Nederland.
De naam van Mitchell McWoods is op verzoek van de geïnterviewde gefingeerd. Zijn echte naam is bij de redactie bekend.