“We moeten mode veranderen om te voorkomen dat we de natuurlijke rijkdommen van de aarde uitputten.” Met deze woorden gaf Jelle Stienstra, een digital strategy consultant, afgelopen dinsdagochtend het startschot voor een speciale workshop over de toekomst van de mode-industrie die gehouden werd in het Erasmus Education Lab. De workshop, die georganiseerd werd door Lavanga, bracht internationale studenten van de master Cultural Economics and Entrepreneurship samen om te brainstormen over nieuwe manieren om technologie in te zetten om de mode-industrie schoner te maken.
EM is verhuisd! Onze redactie zit nu in HB-108, tussen de Theilhal en de kantine van het Tinbergengebouw. Om onze nieuwe plek bekend te maken roepen we iedereen op om op maandag en dinsdag hun verhaal te pitchen, dan maken wij er direct een verhaal van.
Lavanga: “Onze faculteit organiseert doorgaans niet zoveel workshops, maar ik vind het een erg innovatieve vorm van onderwijs. Veel van onze studenten zijn geïnteresseerd in mode, maar omdat we niet veel vakken geven die over de mode-industrie gaan, heb ik deze workshop op poten gezet. Hier kunnen we samen naar meer duurzaamheid binnen de modewereld toewerken door een combinatie van fysieke en digitale middelen in te zetten. Ik zie deze workshop als een soort van proefproject dat we vervolgens aan de Europese Unie kunnen presenteren; dit zou de nodige subsidie op kunnen leveren om meer aandacht aan duurzame mode te besteden.”
De toekomst is nu
Wist je dat printbedrijf HP gebruik maakt van scanners om voeten op te meten en deze meetresultaten vervolgens kan gebruiken om perfect op maat gemaakte schoenen te 3D-printen? Dit is maar een van de voorbeelden die Stienstra gebruikte tijdens zijn lezing over de nieuwste gadgets die tegenwoordig in de modewereld gebruikt worden. Na afloop van Stienstra’s openingslezing vormden de aanwezige studenten kleine groepjes en begonnen hun eigen innovatie (en disruptieve) ideeën te ontwikkelen die de mode-industrie zouden kunnen veranderen. Hoewel de studenten momenteel allemaal dezelfde masteropleiding volgen, hebben ze zeer uiteenlopende onderwijsachtergronden.
“We hebben business-studenten, kunsthistorici en anderen van allerlei faculteiten die nieuwe ideeën kunnen aandragen voor inzet in de modewereld”, zei Lavanga. “Dit is geweldig — ze hebben allemaal verschillende ideeën over hoe duurzaamheid op verschillende plekken in de supply chain geïntroduceerd kan worden. Ik zeg vaak tegen ze dat ze het Trojaanse paard zijn dat bedrijven zal infiltreren en voor geweldige veranderingen zal zorgen.”
De ideeën
Ondanks het feit dat ze weinig tijd hadden om met werkbare ideeën te komen, ontwikkelde elke groep een slim bedrijfsconcept dat duurzaamheid en mode integreert. Een van de groepen had zelfs het innovatieve idee om een soort van Airbnb voor kleding op te zetten: mensen zouden dan de mooie kleding die zij weinig dragen online kunnen zetten zodat anderen die kleding kunnen huren. In plaats van veel geld uit te geven aan een smoking of Gucci-jasje dat je maar één of twee keer draagt, zou je het kledingstuk voor een klein bedrag kunnen huren.
Een andere groep presenteerde een merk dat (op vergelijkbare wijze als HP) op maat gemaakte gebreide truien produceert door een scanner te gebruiken om de precieze maat van een consument op te nemen. De consument kan vervolgens het patroon, de kleur en het type duurzaam materiaal voor de trui kiezen; waarna deze gemaakt wordt door middel van een 3D-breimachine (jep, die bestaan echt). Het milieuvoordeel van dit idee is dat het merk precies zou weten hoeveel materiaal ze nodig zouden hebben om een trui te maken; er zou niets verloren gaan. Als slogan hadden de studenten het volgende lumineuze idee: ‘Just knit it’.
“Wat de studenten hier aan het doen zijn is geweldig, zeker omdat het studenten uit verschillende disciplines zijn die zich allemaal op duurzaamheid richten”, zei Boris Pulskens, de Strategic Policy Advisor for Sustainability van de universiteit. “Misschien kunnen deze studenten in de toekomst met RSM samenwerken om hun ideeën ook daadwerkelijk te implementeren.”