Maandag is clubavond. Woensdag dispuutsavond. “Dan zitten we echt met een totaal andere groep en een andere dynamiek. We zijn met z’n negenen en we zitten in vijf verschillende disputen”, zegt Lisanne. “Dat geeft wel aan hoe verschillend we zijn. En dat maakt het juist ook leuk.”
Sara, die bij het ongemengde Atlantis zit, begint te grinniken. “Leuk? Jullie zitten in een gemengd watjes dispuut.” En dan wordt er nog een ronde besteld. “Zo gaat het hier dus”, lacht Maxime, die zelf bij het gemengde Bacchus zit. “Je dispuut is toch je trots. Ongemengd vindt gemengd laf en gemengd vindt zichzelf gezelliger en relaxter. Nou ja, voor de grap dan. Zo serieus is het niet. En die strijd speelt alleen op woensdag hoor. Verder kunnen we het prima vinden hoor, haha. En gelukkig hebben we ook overeenkomsten.”
Gênant aan de bar dansen
En dan is het even stil en beginnen ze met z’n allen keihard te lachen. “We zijn allemaal heel gezellig en aanwezig en we blijven tot laat in de bar. En we zijn ook heel chaotisch en lawaaierig. Als wij de sociëteit binnenkomen, dan weet ook echt iedereen dat wij er zijn. Zeker als we gaan zingen. Daar komt niemand bovenuit”, zegt Sophie. ‘En we laten elkaar ook nooit uitpraten’ roept Lisanne er dwars doorheen. “En in één keer met z’n allen gênant aan de bar dansen als de muziek aangaat, ook als er verder nog niemand aan het dansen is’, vult Sophie aan. ‘Dat doen we ook. Boeit ons helemaal niks. Dan hebben we de grootste lol. Alsof het altijd zo geweest is.”
Zakken en pijpen
Toch heeft het best nog even geduurd voor de club haar definitieve vorm had bereikt. “Tijdens de kennismaking trek je al wel een beetje naar elkaar toe”, zegt Sophie. “Ik denk dat de kern toen wel is ontstaan. En later zijn daar nog een paar bijgekomen.”
Over de clubnaam is ook best een tijd nagedacht. “Een heleboel andere namen hebben de revue gepasseerd”, zegt Elvi. “Sommige herhalen we hier liever niet, die zijn misschien een beetje te ranzig.” Na wat aandringen, komen er dan toch een paar. “Doedelzak, die weet ik nog. Maar de onderzin ga ik echt niet vertellen”, zegt Maxime, terwijl ze in zichzelf grinnikt. “Nou vooruit dan: houdt van zakken en pijpen. Op dat moment is het lachen, maar hoe moet ik dat later aan mijn kinderen vertellen? Dat kan toch niet, haha!”
Raakt alle noten
JC A Capella, wat dan weer te beschaafd klinkt om waar te zijn, is uiteindelijk tijdens de inauguratie ontstaan. “We zijn altijd aan het zingen met z’n allen”, legt Rianne uit. “En we hebben ook best een paar muzikale clubleden, dus toen kwam iemand met de naam JC A Capella. Als je liedjes in de bar zingt, zijn die meestal ook zonder muziek. Dus vandaar A Capella. Leuk toch?”
En keurig. “Wacht maar tot je de onderzin ziet”, lacht Lisanne. En met z’n zessen draaien ze zich om, even snel, want met je rug naar de bar toont geen respect voor de barman, en dat laten de mores niet toe. En dan prijkt op alle zes de ruggen de zin: ‘Raakt alle noten’.
Na veel biertjes
Dat het SSR zou worden, wisten sommige A Capella-leden al meteen. Ouders waren ook al lid of de alternatieven waren niet aantrekkelijk. Anderen hadden geen idee en hebben zich na veel biertjes maar gewoon ingeschreven. Sara moest eerst eigenlijk niks van verenigingen hebben. “Ik vond ze stom en niks voor mij. Maar ik heb me toch maar ingeschreven en dat was een hele goede zet waar ik absoluut geen spijt van heb. Ik ben het nog steeds niet overal mee eens hoor, maar ik zie nu zeker ook de positieve kanten van een vereniging in. De vrienden die je er aan over houdt, dat is wel echt heel bijzonder. Ik woon ook met vijf meiden van de jaarclub samen in een huis en dat is super gezellig.”
Voor het leven
Elvi is het daar roerend mee eens: “Het is gewoon heel leuk en we kunnen echt alles bij elkaar kwijt. Echt fijn, als hier in Rotterdam op kamers woont, om dat te hebben. We gaan ook samen op vakantie. Vorig jaar naar Lissabon en we zitten nu weer na te denken over de volgende bestemming.”
Als Rianne het vergelijkt met haar middelbare schoolvrienden, ziet ze ook een groot verschil. “Dat zijn ook nog steeds hele goede vrienden. Maar als ik kijk hoe snel wij met z’n negenen zo’n sterke band hebben gekregen, dan is dat toch wel heel bijzonder. Ik kwam in Rotterdam en ik kende niemand. Dan is het echt superfijn om in zo’n korte tijd allemaal leuke nieuwe vrienden te hebben. De ontgroening heeft daar absoluut aan bijgedragen. Dan ben je echt op elkaar aangewezen. Je maakt het allemaal samen mee. Dat versterkt de band. Ik denk wel voor het leven.”
De rest knikt instemmend. En dan is het bier al weer op en steekt Lisanne haar arm in de lucht. “Go, go, go, go , go….”