Sinds op al die toplijsten over ‘Europese steden die je sowieso van je bucketlist moet afstrepen’ steeds weer Rotterdam voorkomt, is onze stad al een tijdje officieel een absolute place to be. De stad is in stroomversnelling aan het transformeren en het lijkt me een feit dat de internationale erkenning welverdiend is. Hotspots á la SoDoSoPa duiken op als paddenstoelen uit de grond.

“Schrijf je nou in voor een woning!”, zei mijn vooruitziende oom daarom jaren geleden al, op zijn kenmerkende vriendelijke doch dwingende toon. “Je weet wel, bij van die websites, om in aanmerking te komen voor huurwoningen in de sociale sector. Hoe eerder hoe beter, want de woningmarkt is erg krap.”

Onzin, dacht ik toen, dat is verre toekomstmuziek. Ik zit voorlopig prima waar ik zit. Bovendien had ik het idee dat tegen de tijd dat ik weer eens zou willen verhuizen, de krapte op de woningmarkt best wel zou meevallen. Studentenkamers zijn er zat toch? En ook nog voor redelijke prijzen. Niet dan?

Maar wat eerst ver in de toekomst leek te liggen, werd al snel werkelijkheid: anderhalve maand geleden kreeg ik te horen dat de woning in IJsselmonde waar ik nu zit zal worden gesloopt. Dit, inmiddels oude, vervallen deel van de stad, moet plaatsmaken voor nieuwbouw. Ook IJsselmonde ontkomt niet aan de transformatie en verwordt binnen aanzienlijke tijd waarschijnlijk tot een yuppenparadijs. Mijn gevoelens hierover? Gemengd en nostalgisch. Bovendien had ik geen idee waar ik heen moest. En bleek de woningmarkt krapper dan ik dacht. Mijn oom had gelijk.

Want zodra je een stapje verder wilt dan het studentenkamertje dat je ontgroeid bent, blijken er ineens de nodige haken en ogen. Een betaalbare woning vinden in de sociale sector is letterlijk een tienjarenplan. Een fijne woning –  je eigen ‘villa’ aan de Noordelijke kant van de brug, minus huisgenoten die een huishouden van Jan Steen erop nahouden; liefst ook nog met ligbad – blijkt heel veel gevraagd. Ik kreeg te maken met de keerzijde van Rotterdam als place to be, waar de prijzen van de huurwoningen sterk blijven toenemen.

Maar na een maandenlange zoektocht, de wanhoop nabij en klaar om te settelen voor minder, gebeurde het onverwachte: via een makelaarswebsite voor particuliere woningen kreeg ik – wat een geluk! – ineens een woning toegewezen. Nota bene vlakbij de Witte de With! En niet zomaar een woning; eentje met ligbad! Leek mijn droomwoning vorige week nog ver te zoeken, nu zit ik binnenkort in mijn eigen woonparadijs! Onze stad zit vol mooie plekken, het is alleen wél de kunst ze te vinden.

Pooja Guptar doet een master Media & Business