Donderdagavond vond het festival Stukafest voor de tiende keer plaats in Rotterdamse studentenkamers. Waar de organisatie eerder koos voor artiesten uit alle uithoeken van de wereld, werd er voor het tienjarige jubileum gekozen om een podium te bieden aan uitsluitend Rotterdams talent.
Het was onmogelijk geweest om een nóg gevarieerder programma samen te stellen. De kersverse stadsdichter Derek Otte, een strijkerskwartet, een salsaworkshop: ze prijkten allemaal op het affiche van het festival. Het opvallendste optreden was ongetwijfeld de live tattoo- en electronics-improvisatiesessie in de studentenkamer van Anne.
Een eerste samenwerking

Op het eerste gezicht lijkt de noemer ‘lokaal talent’ niet op zijn plaats bij de Spaanse electronicsmuzikant Josepet Bass (Josep) en de Italiaanse tattoo-artiest Jacopo Manelli. Hoewel ze pas vijf jaar in de stad wonen, vertellen ze vol enthousiasme over ‘hun stad’ Rotterdam. Een vriendin van Josep – tevens programmeur van het festival – stelde een samenwerking voor, wat resulteerde in het eigenaardige optreden van vanavond. Jacopo met tatoeëernaalden en inkt, en Josep met een zelfgebouwde installatie van knopjes en schuifjes, die niet alleen de vreemdste geluiden kan maken, maar ook zijn buurman onlangs deed besluiten te verhuizen.
In het donker

Diezelfde eigenaardigheid komt terug in hun optreden, dat op het licht van een paar lampjes na in volledige duisternis plaatsvindt. Als tatoeagemodel is student Johan de Ruiter het middelpunt van dit mysterieuze optreden. Terwijl de tatoeëernaald zich een weg bijt in Johans schouder, vervormt Josep het snerpende geluid tot een onheilspellend gedonder en gebliksem. Vol verbazing aanschouwt het publiek de ruwe dans tussen de tatoeëermachine en de muziekinstallatie. Soms overstemt het lichte geluid van de klarinet de mechanische kreten uit de machine: kreten die het tatoeagemodel ongetwijfeld tijdens het optreden uit zou willen slaan.

Tussen de drie rondes door ontfermen Anne Duijndam, studente aan de Kunstacademie en gastvrouw van de avond, en haar huisgenootjes Floortje en Roos zich over Johan. “Ik heb het behoorlijk onderschat man”, stamelt hij na de eerste ronde, waarmee hij niet alleen doelt op de pijn door de naald. Waar iedereen zich eerst vooral zorgen maakt over de arme Johan en het niet kunnen horen van de deurbel, komt er na de tweede ronde het besef dat de buren van niks weten. Wat zouden zij wel niet denken bij het horen van al die snerpende geluiden? Een tijdelijke tandartsenpraktijk? Een ruzie tussen buitenaardse wezens?
De buren
Iets na 23.00 uur, na afloop van de laatste ronde, gaat de deurbel bij de buren. Een studente vraagt door een kiertje van de deur wat ik kom doen. Ik vraag vriendelijk of ze niet te veel overlast heeft gehad van al het geluid. Ze kijkt me verbaasd aan: “Ik heb niks gehoord, maar ik zag wel een poster hangen bij de buren. Stukafest zeker?” En of, ze had eens moeten weten wat er aan de andere kant van de muur gebeurde.