Onlangs zag ik in ’s lands meest gelezen krant een foto van eerstejaars studenten in de vertrouwde veelkleurige collegebankjes van de EUR. Het bijschrift bevatte de volgende zin: ‘Tijdens hun studie zullen ze ontdekken dat de universiteit geen vrije denkplek meer is’.

De titel van het bijbehorende artikel? ‘Zelfcensuur op academie’. Door een ‘oprukkende politieke correctheid’ op Nederlandse campussen zou de academische vrijheid in het geding zijn.

Podium voor racisten

De morele paniek rond vermeende politieke correctheid op universiteiten is komen overwaaien uit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Daar zouden al te militante (vaak linkse) studentengroeperingen hun (veelal conservatieve) professoren de mond willen snoeren. Een flink aantal wetenschappers en opiniemakers hekelt deze ontwikkeling. Terecht, zou je in eerste instantie zeggen. Zonder discussies op het scherpst van de snede immers geen wetenschappelijke vooruitgang.

Maar nadere bestudering leert dat het met die oprukkende politieke correctheid wel meevalt. Zelf zie ik vooral effectieve organisaties van achtergestelde groepen: LHBT’ers, moslims, vrouwen en migranten, die zaken als seksisme, racisme en eenzijdige curricula aan de kaak stellen en voor gelijkwaardigheid ijveren. Ook gaan veel van de incidenten waar in de Angelsaksische media hoog over op wordt gegeven, helemaal niet over intimidatiepraktijken of spreekverboden, maar over georganiseerde tegenspraak of protest als een professor zich laatdunkend uitlaat over minderheden, of als er een podium wordt geboden aan racisten.

Ook het krantenartikel beroept zich primair op speculatie en getuigenissen uit tweede en derde hand, voornamelijk van rechtse academici. Het enige verifieerbare incident vond plaats op de hogeschool Windesheim in Zwolle, die een spotprent van de profeet Mohammed weghaalde om islamitische studenten niet te veel te schofferen. Als reactie hierop zegde publicist Paul Scheffer zijn debatoptreden op deze hogeschool af. Ik vraag me echter af of Scheffer, vooral bekend van zijn essay ‘het multiculturele drama’, net zo weinig begrip zou hebben voor potentieel beledigde of gekwetste groepen als het zou gaan om een IS-vlag of een Keltisch kruis.

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat hier primair een culturele strijd woedt. Het mag dan ook geen toeval heten dat veel van deze voorvechters van het vrije woord witte, heteroseksuele mannen van een zekere leeftijd zijn. Want als je altijd de bovenliggende partij bent geweest, voelt gelijke behandeling al snel als onderdrukking.

Giorgio Touburg is promovendus aan de Rotterdam School of Management.