Saskia Krijger won dit jaar de tweede editie van de Athena Prijs, een prijs voor EUR-medewerkers die zich inzetten voor diversiteit op de universiteit, vooral vanwege haar rol in het Mature Talents Programme van de Erasmus School of Economics. Zelf was ze wat verbaasd: ‘Ik had dat programma niet opgezet’.

saskia-krijger
Saskia Krijger. Beeld door: Michelle Muus

Op een zondag ging in huize Krijger de telefoon. Voorzitter van het Erasmus Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (ENVH) Hanneke Takkenberg aan de lijn, met de mededeling dat Saskia Krijger, bestuurssecretaris van de EUR-holding, de Athena Prijs 2016 had gewonnen. “Ik vond het een hele eer om die prijs te krijgen, zei ik tegen haar”, vertelt Krijger. “Maar ik heb ook gevraagd waarom ík die prijs nou kreeg. Volgens Takkenberg kreeg ik de prijs vooral vanwege het Mature Talent Programme van de Erasmus School of Economics (ESE), maar dat is eigenlijk opgezet door Philip Hans Franses, de decaan van de ESE.”

Bescheidenheid siert de mens, maar het juryrapport schetst een beeld van een gedreven vrouw die altijd pleit voor bevordering van diversiteit, zich als coach opstelt voor vrouwen binnen de organisatie. “Vaak onzichtbaar voor anderen, enorme inzet toont bij het creëren van mogelijkheden voor vrouwen. Olie in de machine.” Collega’s bevestigen haar belangrijke rol, vertelt Krijger: “Ik zei tegen een vrouwelijke collega: ik heb toch niks gedaan? Toen antwoordde ze dat ik schijnbaar niet wist wat ik voor haar en andere vrouwen had betekend.”

Mature Talents Programme

Krijger was als hoofd personeelszaken bij de ESE wel verantwoordelijk voor de uitvoering van het Mature Talents programme, een programma waarbij vrouwen vanuit het bedrijfsleven worden teruggehaald naar de universiteit om te promoveren en daarna een carrière te starten in de wetenschap.

Vanaf 2007 kwamen er elk jaar drie of vier vrouwen. “Ze zijn bijna allemaal gepromoveerd, eentje is ernstig ziek geworden en heeft daarom het traject afgebroken. En hoewel een deel van de vrouwen na de promotie terug is gegaan naar het bedrijfsleven, kregen ze daar wel een hogere functie.” De rol van Krijger was naar eigen zeggen vooral ‘veel praten met de mensen’. “Wat is hun motivering, waar lopen ze tegenaan, welke mogelijkheden zijn er? Ook daarin gaat het meer over uitleg en voorlichting, waarna ze zelf keuzes kunnen maken. Diversiteit gaat volgens mij heel erg over een palet voorleggen van keuzes en het in gesprek zijn daarover. Dan blijkt iedereen prima in staat om de weg te kiezen die bij die persoon past.”

'Geen quotum'

Daarin kiest Krijger een iets andere insteek dan haar bondgenoten in haar strijd voor gendergelijkheid. Takkenberg, die ook Chief Diversity Officer is van de EUR, en collegevoorzitter Kristel Baele pleiten voor ‘vrouwenquota’ in de selectie van universitair docenten, hoofddocenten en hoogleraren. Bovendien heeft de EUR beloofd dat in 2025 minimaal een kwart van alle hoogleraren vrouw is.

Krijger is tegen quota. “Als je iemand als Kirsten Rohde (bijzonder hoogleraar ESE, ES) zou vragen wat ze van een quotum vindt, zegt ze: Ammenooitniet! Die wil op eigen merites de top bereiken. En daar wil ze niet op deze manier bij geholpen worden. Want zelfs als je die hulp niet nodig hebt, word je altijd gezien als iemand die via een quotum boven kwam drijven. Nee, het moet altijd gaan om de beste kandidaat.”

Daarbij zou een quotum EUR-vrouwen die nu aan een wetenschappelijke carrière aan het werken zijn, zelfs in de weg kunnen zitten, zegt Krijger. Een route naar hoogleraarschap duurt lang. “Je promoveert, dan ben je zes jaar bezig als UD om UHD te worden. Dan heb je nog minimaal vier jaar nodig voordat je bijzonder hoogleraar bent. En dan ben je weer vier of acht jaar verder voor je hoogleraar bent. Als je nu van buitenaf het quotum gaat vullen, is er voor de mensen die nu in dat traject zitten straks geen plaats.

De volgende gap

Ook vindt Krijger dat de EUR zich op dit moment te veel richt op één aspect van diversiteit: het gaat alleen maar over gender en niet over bijvoorbeeld afkomst of culturele achtergrond. “Als we niks doen met het bredere begrip van diversiteit, en dan bedoel ik niet het kopen van een hoogleraar rechtstreeks uit China of de VS, maar het rekruteren van mensen die een migrantenachtergrond hebben, dan is dat de volgende gap.”

Zelf is Krijger daarom het meest trots op een ander project: het ESE Research Traineeship, waarvan ze wel aan wieg stond. “Dat is bedoeld voor allochtone studenten met een Nederlands paspoort, waarvan de ouders uit het buitenland afkomstig zijn. Die mogen dan een jaar lang als student-assistent één dag per week aanschuiven bij een goede wetenschapper. Ook krijgen ze een seminarreeks over de mogelijkheden van een wetenschappelijke carrière. Van de veertig in het traject zijn er nu tien met een promotietraject bezig, terwijl er slechts eentje van tevoren zei dat van plan te zijn. Sommigen hadden nog nooit van de mogelijkheid van promoveren gehoord!”.

'Een man of een allochtoon'

Gevraagd naar een nominatie voor volgend jaar, heeft Krijger niet meteen een naam paraat. Wel hoopt ze dat ook de Athena Prijs ‘breder’ kijkt. “We hebben nu een vrouwelijke wetenschapper gehad en iemand van het ondersteunend personeel. Het zou mooi zijn als het volgend jaar een man kan zijn die zich inzet voor diversiteit, of wellicht een allochtoon. Zo iemand kan ook weer een rolmodel zijn voor anderen.”