‘Veel mensen worden erg defensief als je aan hun worst komt’

Het eerste volledige jaar van de Erasmus Sustainability Hub kende veel leermomenten. Een van de moeilijkste momenten was de campagne voor een vleesloze maandag. Eva en Nada kwamen er namelijk achter dat de EUR-gemeenschap enigszins defensief wordt als je “aan hun vlees komt”. EM sprak met Eva Rood, medeoprichter van de Hub, en student-assistent Nada van Schouwenberg over de hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar en hun plannen voor de toekomst.

“We zijn geïnspireerd door het succes van het Green Office in Maastricht,” legt Eva Rood, medeoprichter van de Sustainability Hub, uit. De Hub probeert de EUR-gemeenschap aan te moedigen om zich zowel op als buiten de campus groener en duurzamer te gedragen.

“Of je nu Bedrijfskunde studeert hier in Rotterdam of Milieukunde in Wageningen, over tien of twintig jaar krijgen we allemaal met dezelfde enorme problemen te maken,” merkt Eva op, verwijzend naar de wereldwijde economische, maatschappelijke en ecologische duurzaamheidsproblemen die door de Verenigde Naties zijn geïdentificeerd. “We willen mensen hier hoe dan ook op voorbereiden. Er is een grote kans dat onze studenten later in het bedrijfsleven terechtkomen, maar ook daar kunnen ze een verschil maken!”

Naast het verhogen van het bewustzijn en het samenbrengen van gelijkgestemde geesten heeft de Hub sinds diens start in januari 2015 ook enkele iets concretere projecten uitgevoerd. Je herinnert je misschien nog wel de “warme truien-dag”, toen er een ijsbeer over de campus liep, of misschien heb je gemerkt dat mensen tijdens colleges koffie uit herbruikbare mokken drinken. Deze mokken, de Erasmugs, zijn volgens Eva en student-assistent Operaties Nada van Schouwenburg het meest succesvolle project van de Hub. Na een proefproject met herbruikbare Erasmugs is de campagne nu aan de cateringbedrijven op de campus overgedragen, zodat het project onafhankelijk van de Hub kan worden voortgezet.

“We hebben met de cateringbedrijven op de campus gesproken en hoewel ze bereid waren om de mokken te verkopen, wilden ze het risico van de aanschaf niet dragen,” merkt Eva op. “Wij hebben de eerste 400 mokken gekocht en het risico op ons genomen en hen vervolgens gevraagd om de mokken namens ons te verkopen en kortingen aan te bieden om te kijken of er interesse was.” Deze eerste lading Erasmugs was binnen zes weken uitverkocht, “een doorslaand succes”, volgens Eva.

Er zijn geen cijfers bekend over het hergebruik van de mokken en daardoor is het moeilijk te zeggen of het Erasmug-project ook daadwerkelijk voor minder afval op de campus heeft gezorgd. Eva geeft toe dat veel mokken als cadeau voor familie en vrienden zijn gekocht en in sommige gevallen zelfs als geschenk in het bedrijfsleven zijn gebruikt. Toch is ze ervan overtuigd dat ze een verschil hebben gemaakt en overweegt ze om de cateringbedrijven in de toekomst te vragen bewijs te leveren voor het gebruik voor de mokken.

Niet alle projecten werden even goed ontvangen. Neem bijvoorbeeld de vleesloze maandag, een project dat felle emoties heeft opgeroepen. Na zeer negatieve reacties op deze campagne op andere universiteiten besloot de Hub op EUR voor een subtielere aanpak. “We hebben geprobeerd om de vleesloze maandag te introduceren door middel van onschuldige posters in de kantine, waarop advies werd gegeven over alternatieven voor vlees,” aldus Eva. Hieraan voegt ze toe dat dit “geleid heeft tot een felle discussie over de rol van universiteiten bij de voedingskeuze van individuele personen.” Nada legt uit dat ze geschrokken zijn van de felheid waarmee op de campagne is gereageerd. “Veel mensen worden erg defensief als je aan hun worst komt”, merkt ze lachend op. “We zijn tot de conclusie gekomen dat de vleesloze maandag misschien te negatief is, omdat we mensen vertellen wat ze niet mogen doen. We kunnen beter gewoon een positievere levensstijl promoten.”

Nada hoopt deze positievere benadering in de toekomst te kunnen toepassen bij het ambitieuze Food Lab-project. Het Food Lab, een project dat zich momenteel nog in de planningsfase bevindt, is opgezet om de EUR-gemeenschap meer over duurzame plantaardige voeding te leren door middel van kookdemonstraties en workshops. De universiteit juicht het project en de intentie ervan toe, maar heeft er verrassend genoeg geen financiële middelen voor vrijgemaakt. Dit betekent dat de Hub en diens netwerk op zoek moeten gaan naar alternatieve financiering, waaronder zakelijke sponsors die als tegenprestatie kunnen profiteren van voordelen zoals kookdemonstraties voor hun werknemers en uitstapjes naar het Lab.

Voor de meeste activiteiten moet buiten de universiteit naar financiering worden gezocht, omdat er na het uitbetalen van de acht parttime studenten-assistenten en projectleider Eva maar rond de 15.000 euro overblijft voor duurzaamheidsprojecten. Om deze reden werken ze vaak samen met andere organisaties en net als bij het Food Lab, is de campagne voor een flyer-vrije campus voor een belangrijk deel afhankelijk van sponsoring uit het bedrijfsleven.

“Ter vervanging van flyers worden in de kantine schermen geïnstalleerd en zo wordt hier de eerste flyer-vrije zone van de campus gecreëerd”, legt Nada uit. “Ongeveer 50 procent van de advertenties zijn afkomstig van organisaties die op de campus actief zijn, zoals studentenorganisaties en cateringbedrijven. De andere 50 procent komt van bedrijven die zich specifiek op studenten willen richten. Als tegenprestatie financieren die bedrijven de schermen,” merkt ze op.

Het lijkt een goed project om papierafval op de campus te verminderen, maar na wat doorvragen geven Nada en Eva toe dat ze nog niet berekend hebben of de schermen, die gemaakt zijn van grondstoffen die zeldzamer zijn dan hout en energie verbruiken, ook daadwerkelijk een groener alternatief zijn voor al het papier dat momenteel op de campus rondslingert. “Misschien zijn schermen op zonne-energie een idee?” merkt Eva lachend op.

Voor dit academisch jaar zijn, naast het Food Lab en de flyer-vrije zone, ook enkele andere projecten gepland, zoals een inaugureel rapport over duurzaamheid op de campus, nieuwe labels op afvalinzamelingspunten om recycling te stimuleren en bijenkorven op de campus. Nada en Eva benadrukken dat ze altijd openstaan voor nieuwe suggesties. Ze willen personeelsleden en studenten helpen bij het uitvoeren van hun eigen duurzaamheidsprojecten en ervoor zorgen dat ze doelstellingen van hun projecten realiseren. “We willen duurzaamheid weer cool maken,” merkt Eva lachend op. “En sexy!” voegt Nada toe.