Meer dan een jaar geleden besloot de rechter dat de particuliere taxidienst UberPop in strijd is met de Nederlandse taxiwet. Commentatoren die op de bres sprongen voor Uber gebruikten één woord opvallend vaak: ‘innovatief’.

Consumenten zouden nu eenmaal zitten te springen om deze inventieve, makkelijke en flexibele dienst, en wie is de Nederlandse overheid nu helemaal om de vindingrijkheid van producenten en consumenten te beknotten?

Al snel erna viel het me op dat wanneer het woord in de media gebruikt wordt, dat vrijwel altijd in een positieve context is. Dit terwijl de encyclopedische definitie ervan vrij neutraal is: een nieuw idee, product of werkwijze. Volgens die definitie waren de atoombom, de guillotine en de elektrische stoel ook innovaties.

Toch kan ik me maar moeilijk voorstellen dat de mediaberichtgeving over dergelijke producten overwegend positief zou zijn. Vandaar ook dat in de bedrijfskundige literatuur wordt gesteld dat een innovatie pas succesvol genoemd kan worden als het tot een grotere klanttevredenheid leidt.

Maar dan nog hangt het er maar vanaf welke partijen je als klant definieert en op welke termijn. De Franse revolutionairen, voor wie de guillotine een efficiënt middel was om af te rekenen met politieke tegenstanders, zou je met enige fantasie kunnen zien als tevreden ‘klanten’; early adopter Lodewijk
XVI zou zich waarschijnlijk niet tot die groep rekenen.

Een meer recent, en expliciet als innovatie vermarkt product is de zogenaamde subprime-hypotheek. Deze risicovolle hypotheekvorm heeft in grote mate bijgedragen aan de financiële crisis waarvan we nog steeds de effecten ondervinden. Toch was het vóór de crisis een zeer lucratief product voor verkopers en speculanten, en ja, zelfs ook voor de mensen wiens inkomen het tot dan toe niet toeliet om een fijn huis te kopen.

En wat te denken van het spectaculaire faillissement van Enron, het energiebedrijf waarvan het frauduleuze bedrijfsmodel uiteindelijk meer dan 30.000 werknemers hun baan kostte en de staat Californië opzadelde met een torenhoge schuld? Het bedrijf werd door Fortune zes opeenvolgende jaren uitgeroepen tot het meest innovatieve bedrijf in de VS!

Ook bij Uber kun je je afvragen of de hogere klanttevredenheid (als die er al is) opweegt tegen de schadelijke effecten die ze op andere belanghebbende partijen heeft. Inmiddels zijn er de nodige horrorverhalen over onderbetaalde en psychisch opgebrande Uberchauffeurs.

De hardnekkige mythe dat innovatie zonder meer positief is, is duidelijk niet ingegeven door zowel de wetenschappelijke als de populaire definitie ervan. Mijn vermoeden is dan ook dat er vooral ideologische motieven in het spel zijn: vrije markt en individueel winstbejag goed, regulering en zorgzaamheid slecht.

Bent u een van die mensen die bedrijven als Uber te vuur en te zwaard verdedigt? En bent u beledigd door mijn diagnose? Zie deze dan als een innovatieve nieuwe zienswijze. U zult merken dat u er opeens een stuk positiever over denkt.

Giorgio Touburg is promovendus aan de Rotterdam School of Management.