Enige tijd geleden trof ik de vaste schoonmaakster van ons gebouw op de gang van mijn afdeling. Het viel me op dat haar anders zo minnelijke gelaatsuitdrukking plaats had gemaakt voor een gefrustreerde blik. Al snel bleek wat de oorzaak van haar ongenoegen was: het herentoilet.
Ik zal u de precieze details besparen, maar de vraag hoe volwassen mannen met een academische graad een bende kunnen achterlaten waarbij vergeleken het gorillaverblijf in Blijdorp een viersterrenhotel is, houdt me nu nog steeds bezig. Geen wonder dat ze uitriep: “Soms wordt het vergeten, maar wij zijn ook mensen!”
Enkele weken later besloot ik een gesprek met haar aan te knopen. Ze vertelde me dat ze Fatima heette, vanuit Kaapverdië naar Nederland was gekomen en dit werk al twintig jaar doet. Mensen als Fatima werken minstens zo hard als academici, maar de beloning en waardering voor hun werkzaamheden zijn mager: pas anderhalf jaar geleden is na een grote landelijke staking doorbetaling bij ziekte in de cao voor schoonmakers vastgelegd.
Dat is nogal een verschil met de tien ongebruikte verlofdagen die universiteitswerknemers aan het einde van het jaar uitbetaald kunnen krijgen. Schoonmakers doen vaak in de luwte hun werk en hebben weinig contact met andere beroepsgroepen aan de EUR, maar dat betekent niet dat ze niet belangrijk zijn voor het functioneren van onze en andere universiteiten.
In hun boek ‘Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers’ tonen Jesse Frederik en Rutger Bregman dat de financiële markt bij staking van laatstgenoemde groep gewoon verder ging, maar dat een staking van de vuilophaaldienst in New York binnen een paar dagen tot grote chaos leidde. Hun conclusie: vuilnismannen krijgen minder, maar verdienen meer dan bankiers.
Worden stakende promovendi en professoren net zoveel gemist als stakende schoonmakers? Ik durf er geen geld op te zetten. Dit geldt niet alleen voor schoonmakers: zo kennen de meeste academici het belang van een goede verstandhouding met het secretariaat. De examenadministratie is van hetzelfde laken een pak: dank je ze voor hun inspanningen, dan is een tentamen een weekje later inleveren minder snel een probleem.
In de academische wereld komen tijdelijke contracten nog altijd buitenproportioneel veel voor. Dan is het extra belangrijk de langdurige inzet van ondersteunend personeel op waarde te schatten: zij vormen in belangrijke mate het institutionele geheugen van de universiteit.
Daarom mijn suggestie voor een goed voornemen voor het nieuwe jaar: toon waardering voor de stille krachten. Niet omdat u dan sneller iets van ze gedaan krijgt, maar simpelweg omdat het ook mensen zijn.