Hoe is de samenwerking tussen de perswoordvoerders en Erasmus Magazine?

“In Rotterdam gaat het best goed. Ik werk hier sinds september 2023 en werkte daarvoor acht jaar bij de Universiteit van Wageningen, daar ging het ook prima. Je kent elkaar, je kent elkaars verschillen en dat is denk ik overal hetzelfde. In het begin van mijn loopbaan werkte ik bij de Hogeschool voor Verkeer en Toerisme in Breda aan de ‘andere kant’ en maakte ik de krant voor studenten en medewerkers.”

Helpt die ervaring om allebei de posities te kunnen begrijpen?

“Zeker en volgens mij is dat ook de crux: als je elkaars perspectief en belangen begrijpt, dan respecteer je ook de verschillen daartussen. Dat geldt volgens mij in brede zin voor woordvoeders en journalisten.”

Erasmus Magazine en Profielen (onze collega’s van de Hogeschool Rotterdam) organiseren op donderdag 12 juni een congres over journalistiek in het hoger onderwijs. In aanloop vieren we de persvrijheid met een serie artikelen.

Op welk punt verschillen die belangen?

“Als woordvoerder kijk je naar het belang van de organisatie en heb je te maken met bestuurlijke processen. Daar hoef je als journalist van een hogeschool- of universiteitskrant geen rekening mee te houden. Er is ook een belangrijke overeenkomst: je hebt vanuit beide rollen de verantwoordelijkheid om de academische gemeenschap te informeren. Als het gaat om een onderwerp dat heel informatief is, dan verschilt de rol van communicatie en media ook niet zoveel. Het is anders als er meningen worden opgetekend. Dat is een journalistieke interpretatie van een situatie die wij nooit zullen doen, en dat vind ik ook de meerwaarde van de universiteitskrant.”

Schuurt dat weleens?

“Tuurlijk! Dat is wat ik bedoel met die verschillen. Als redactie moet je kunnen schrijven over wat er bestuurlijk gebeurt. Maar dat is vaak niet hetzelfde als het beeld dat je als communicatie graag over een onderwerp naar buiten wilt brengen. Daar kan best licht tussen zitten. Alleen moet je dat niet zien als een probleem. Medewerkers en studenten zijn slim genoeg om te snappen dat er een verschil is tussen de bron van het officiële kanaal van de universiteit en die van een journalistiek artikel.”

Jullie zijn ook weleens minder blij met artikelen.

“Kun je een voorbeeld noemen?”

Nou, het is voor jouw tijd, maar in 2020 verscheen bijvoorbeeld een artikel over hoe de declaraties van het College van Bestuur met 100.000 euro stegen.

“Ja dat soort situaties kunnen tot discussie leiden en dat zul je blijven houden. Dat is helemaal prima.”

Is het goed dat universiteitsmedia ook als rol hebben om het bestuur te controleren?

“Ja, precies zoals je zegt: het is óók een rol. Ik zou het een beetje een smal begrip vinden als het de belangrijkste taak zou zijn. Vooral omdat je als universiteitskrant een bijzondere positie hebt, met enerzijds het volgen van het bestuur én tegelijkertijd zit je op een goudmijn van verhalen die je als eerste zou kunnen brengen, nog eerder dan de Volkskrant. Je zit in het hart van de kennisontwikkeling, dat zijn prachtige verhalen. Natuurlijk verschijnen er ook weleens verhalen waarvan het bestuur zegt: die hadden we liever niet gehad. Maar daar heb je wel mee om te gaan.”

em-journalistiek vertrouwen (03)

Lees meer

Waarom het nog nooit zo slecht ging met de persvrijheid, en wat we daaraan kunnen doen

EM en andere hogeronderwijsmedia vieren deze week de persvrijheid. Maar teruglopende…

Worden jullie weleens benaderd door een bestuurder die zegt: met dit verhaal ben ik écht niet blij?

“Nee, heb ik hier nog niet meegemaakt.”

Waar ben je zelf minder blij mee?

“Wij krijgen vaak de vraag: ‘Iemand vindt dit, wat vinden jullie daarvan?’ Dus er wordt een mening over een mening gevraagd. Dat vind ik ingewikkeld te beantwoorden. Want wij worden gedwongen óók iets te vinden, zonder dat het veel toevoegt. Als je alleen maar meningen tegenover elkaar aan het zetten bent, vind ik dat niet een hele aantrekkelijke manier van communiceren. Ik zie dat ook als onderdeel van een bredere beweging in de samenleving: we zijn van een informatiemaatschappij, via een opiniemaatschappij in de huidige standpuntenmaatschappij terechtgekomen. Dat betekent dat er wordt gecommuniceerd vanuit belangen, dus iemand vindt niet alleen iets, maar wil dat de ander dat ook moet vinden.”

Persvoorlichters willen dat alle interviews met medewerkers via woordvoerders lopen. Waarom is dat?

“Om medewerkers te helpen om hun verhaal goed te kunnen brengen naar journalisten. Het omgaan met journalisten is een ambacht dat we hier in huis hebben. Natuurlijk zijn er mensen die denken dat ze ons daar niet voor nodig hebben en dat gebeurt ook.”

En dat is ook prima?

“Heb ik liever niet. Omdat ik denk dat we daarbij kunnen helpen. Kijk, Erasmus Magazine heeft een eigen netwerk dat jullie gebruiken en ik snap wel dat het zo gaat. Alleen soms praten medewerkers met journalisten, omdat ze die zien als collega, van dezelfde academische gemeenschap. Maar ze praten niet met een collega, maar met een journalist. En dat is niet altijd duidelijk. Er mag vanuit de redactie scherper onderscheid worden gemaakt tussen een interview en een gesprek. Het heeft ook te maken met harde afspraken maken aan de voorkant, niet iedereen is daar alert op. Wij kunnen daar ook aan de voorkant bij helpen, als we betrokken zijn. En het mes snijdt aan twee kanten, want als een medewerker na publicatie op uitspraken terug wil komen die wel zijn gezegd, is het aan mij om voor de journalistiek te gaan staan.”

persvrijheid-hogeronderwijs-onafhankelijke-media-nieuwsplatform_Pauline-Wiersema.jpg

Lees meer

Persvrijheid bij hogeronderwijsmedia nog steeds onder druk

Bestuurlijke bemoeizucht kan de redacties van hogeronderwijsmedia soms dwarszitten, en…

Nog geen reactie — begin de discussie!