Mijke Slot is universitair docent Media en Communicatie aan de Erasmus School of History, Culture and Communication en doet onder andere onderzoek naar het vertrouwen van het publiek in de journalistiek en innovatie in de journalistiek. Ook is zij academisch coördinator van de master Media & Journalistiek en lid van de redactieraad van Erasmus Magazine.

Wat houdt persvrijheid eigenlijk in?

“Daarvoor kun je het beste kijken naar het jaarlijkse rapport over persvrijheid van Reporters without borders. Om te bepalen hoe persvrij een land is, onderzoekt die organisatie ieder jaar vijf indicatoren: biedt de politieke context van nieuwsorganisaties ze voldoende onafhankelijkheid? Kunnen ze financieel op eigen benen staan? Is de wetgeving op orde, en hoe is de sociale context, zoals het vertrouwen van het publiek? Tot slot kijkt het onderzoek naar de veiligheid van journalisten.”

Hoe staat Nederland ervoor in dat rapport?

“We staan eigenlijk altijd in de top tien, behalve in 2022. Toen stonden we op de 28e plaats vanwege de moord op Peter R. de Vries. Nederland is afgelopen jaar een plaatsje gestegen, van plek 4 naar 3. Toch gaat het niet zo goed, maar in andere landen gaat het nog minder. De persvrijheid in de wereld zit volgens het rapport op een dieptepunt.”

Erasmus Magazine en Profielen (onze collega’s van de Hogeschool Rotterdam) organiseren op donderdag 12 juni een congres over journalistiek in het hoger onderwijs. In aanloop vieren we de persvrijheid met een serie artikelen.

em-wilders en de pers (02)
Beeld door: Bas van der Schot

Voor het eerst in de geschiedenis de situatie voor journalisten wereldwijd ‘moeilijk’, blijkt uit het rapport. Hoe komt dat?

“Dat heeft vooral te maken met de politieke en de economische situatie. Nieuwsorganisaties hebben moeite om voldoende inkomsten te vergaren en kunnen hun journalisten minder goed betalen. Journalistieke bedrijven fuseren tot steeds grotere conglomeraten. Daardoor is het lastiger om journalistiek onafhankelijk te blijven en dat maakt organisaties meer beïnvloedbaar door bijvoorbeeld politici.

“In Amerika is Trump een oorlog begonnen tegen journalistieke organisaties. Ze mogen niet meer allemaal in het Witte Huis bij de persconferentie zijn. Daar zitten nu influencers bij die vragen: ‘Goh meneer Trump, hoe blijft u er toch zo fit uitzien?’ Dat is verontrustend. En hij spant rechtszaken aan tegen nieuwsmedia die onwelgevallige uitzendingen maken, zoals nu tegen Paramount over een CBS-uitzending. Deze ontwikkeling zie je in Nederland in mindere mate met Wilders, die journalisten in 2021 ‘tuig van de richel’ noemde, of met Claudia van Zanten van de BBB die in Kamervragen de integriteit van de NOS in twijfel trok.”

De meeste nieuwsmedia in Nederland opereren onafhankelijk, hoe hebben politici dan toch invloed op de journalistiek?

“De overheid kan niet dicteren wat bijvoorbeeld de NOS ons vertelt. Maar wat als onze regering zegt: die publieke omroep hebben we toch niet nodig? De overheid financiert de NPO. Wilders wil de publieke omroep zelfs afschaffen. Zover zijn we nog niet, maar er wordt al wel flink bezuinigd.

“Dat heeft natuurlijk invloed op de betrouwbaarheid en variatie van de berichtgeving. Uit een rapport van Reuters blijkt dat mensen nieuws steeds minder vertrouwen. Tegelijk is de betrouwbaarheid van nieuwsorganisaties best hoog in Nederland. De NOS staat op nummer 1, met 82 procent. Dus er gaan in Nederland ook dingen goed.”

Heeft de journalistiek dat kwijtgeraakte vertrouwen in nieuws aan zichzelf te danken?

“Deels wel. Als je er niet in slaagt om een goede relatie op te bouwen met je publiek, dan doe je eigenlijk je werk niet goed. In Amerika bijvoorbeeld zag je dat heel veel nieuwsmedia neigden richting de Democraten, en maar een beperkt aantal richting de Republikeinen, zoals Fox News en Breitbart. Dat hoor je natuurlijk ook vaak in Nederland, dat de journalistiek een linkse elite is. Je kunt je afvragen of de media het Nederlandse volk wel goed vertegenwoordigen.

“Maar persvrijheid, dat is een zaak die iedereen aangaat, niet alleen journalisten. Het delen van informatie die we niet allemaal zelf kunnen uitzoeken is heel belangrijk voor de maatschappij. Dat betekent dat journalisten en nieuwsorganisaties beter hun best moeten doen om een goed, gerepresenteerd beeld te geven van wat er in Nederland gebeurt. Met meer diversiteit op hun redacties, waardoor mensen zich herkennen in het nieuws.

“Politici moeten ervoor zorgen dat ze de persvrijheid borgen in de wet, en dat journalisten veilig hun werk kunnen doen. Er is nieuwe Europese wetgeving, die zegt: alle Europeanen hebben recht op goede informatievoorziening. Dat is een goede stap. Maar ook het publiek moet beseffen hoe belangrijk journalistiek is. Vaak beschouwen we onafhankelijke journalistiek als iets vanzelfsprekends, maar dat is helemaal niet per se zo. Kijk maar naar Amerika of Hongarije en Slovakije, waar het zwaar onder druk staat.”

Het lijkt soms wel alsof niemand de ‘mainstream media’ nog gelooft.

“Het vertrouwen is ook niet onder alle groepen hetzelfde. Onder jongere doelgroepen daalt het vertrouwen in nieuws meer dan onder oudere. Dat kan komen doordat veel jonge mensen nieuws alleen op sociale media zien. Er is een steeds grotere groep die helemaal geen nieuwsapps op de telefoon heeft staan. Zelfs als ik het in mijn collegezaal aan media- en communicatiestudenten vraag, dan zijn er echt veel die nieuws alleen maar via de socials volgen. En hoe meer je op sociale media zit, hoe groter de kans is dat je dingen ziet die niet kloppen. Dus ergens is dat dalende vertrouwen goed te verklaren.”

Dat is wel cynisch, dat jonge mensen traditionele media niet meer vertrouwen omdat ze zoveel onzin zien op sociale media.

“Ja, dat is zo. De vraag is natuurlijk, hoe kan je het vertrouwen weer vergroten? Hoe zorg je ervoor dat mensen beter weten waar ze naartoe moeten voor betrouwbare informatie?”

Nieuwsmedia proberen voortdurend om een jong publiek aan te spreken, en dat blijkt heel lastig. Elke journalistieke conferentie gaat erover: hoe winnen we de 16-jarigen voor ons? Waarom lukt dat niet?

“Regionale media hebben nooit een heel jong publiek gehad. Maar de grotere vraag is: hoe interesseer je jonge mensen in het nieuws? Daar hebben nieuwsorganisaties inderdaad een flinke dobber aan. Het is niet makkelijk om de concurrentie aan te gaan met de YouTubes, TikToks en Instagrams van deze wereld. Nieuwsorganisaties vinden het vaak lastig om aansluiting te vinden bij de belevingswereld van jongeren. Er zijn wel goede voorbeelden, zoals wat de NOS doet met NOSop3, of Omrop Fryslân met memes over de Friese taal. Maar er zouden veel meer van dit soort initiatieven kunnen zijn.

“Daarnaast hebben veel nieuwsorganisaties een sterke bedrijfscultuur, die innovatie in de weg zit. Het heeft nieuwsorganisaties heel erg lang gekost om bijvoorbeeld los te komen van het idee van de ochtendkrant en de stap te maken naar online journalistiek.

“Innovatie in de journalistiek is best ingewikkeld, ook omdat je een publieke functie hebt, die je niet zomaar aan kan passen als een product uit een fabriek. Maar ik denk wel dat het innovatieve karakter bij nieuwsorganisaties te wensen overlaat. Journalisten zijn altijd druk, dus het perspectief is eigenlijk altijd de deadline van vandaag, in plaats van: waar staan we over vijf jaar?”

Een Instagramaccount als CestMocro lukt het wél om jongeren aan te spreken en heeft meer volgers dan NOSop3. Wat zou er gebeuren als iedereen alleen nog maar dat soort platforms zou volgen voor z’n nieuws?

“Een platform als CestMocro maakt niet zijn eigen nieuws. Zij plaatsen door wat traditionele media maken en daar voegen ze vaak een mening aan toe. Ik denk dat heel veel mensen totaal niet beseffen hoeveel tijd, geld en moeite journalistiek echt kost.

“De meeste mensen vinden journalistiek gewoon belangrijk. Maar daar consequenties aan verbinden en betalen voor het nieuws, dat doet bijna niemand. En dus zie je dat journalistieke organisaties, die het in de jaren negentig fantastisch hadden met alle abonnementen, het nu veel moeilijker hebben. En het gebrek aan besef daarover is niet iets dat nieuwsorganisaties alleen kunnen oplossen, maar iets waar we in het onderwijs wat aan zouden kunnen doen.”

Leren kinderen voldoende over journalistiek op school?

“Mijn zoon zit in groep zes, en die kijkt elke dag met zijn klas naar het jeugdjournaal. Dat is een hele mooie context waarbinnen je het kan hebben over het nieuws en hoe belangrijk het is. Maar gaan kinderen naar de middelbare school, dan krijgen ze een eigen smartphone. Hun klasgenoten en vrienden worden het belangrijkst. Daar komt nog bij dat je met nieuwe technologieën als AI steeds minder makkelijk kan zien wat echt is en wat nep. Dat samen baart mij wel zorgen over de toekomst van onze informatievoorziening.”

em-social media pers (01)
Beeld door: Bas van der Schot

Een andere indicator van persvrijheid is veiligheid. Er zijn de laatste jaren veel journalisten gedood door statelijk geweld. In Gaza alleen al zijn er tweehonderd omgekomen. Regelmatig zijn journalisten bewust het doelwit: Shireen Abu Akle werd door een Israëlische soldaat doodgeschoten. En Rusland stuurde Viktoria Rosjtsjyna zonder ingewanden retour nadat ze maandenlang gemarteld was. Is dat iets wat vaker voorkomt dan vroeger, dat staten zich bewust op journalisten richten?

“In Gaza zijn de laatste jaren natuurlijk heel veel journalisten omgekomen. Fysiek geweld is de meest zichtbare aanval op persvrijheid. Maar of het geweld tegen journalisten wereldwijd ook toeneemt? Mijn inschatting zou zijn van niet. Volgens het rapport van Reporters without borders is de veiligheid van journalisten gestegen van 60,4 naar 66,5.

“Je kunt volgens mij wel zien dat de agressie tegen journalisten op allerlei niveaus toeneemt. Met name tegen vrouwelijke journalisten of journalisten die komen uit minderheidsgroepen. Die hebben ontzettend veel te maken met online doodsbedreigingen en verwensingen. We hebben in Nederland PersVeilig. Een initiatief waar journalisten melding kunnen doen als zij zich niet veilig voelen tijdens hun werk. Daar zie je dat de gerapporteerde incidenten toenemen.”

Wat kunnen we als samenleving doen om journalisten te beschermen?

“Dat wordt wel serieus genomen. De politie en het Openbaar Ministerie werken ook samen met PersVeilig om te zorgen dat het beter gaat. Een goed voorbeeld is het Sunneklaasfeest in Ameland, waar vorig jaar veel agressie was tegen journalisten. Ze hebben er dit jaar samen voor gezorgd dat dat beter ging.”

em-gevangenis vol eng

Lees meer

Gekort, verhard en overbelast: hoe het strafsysteem vastloopt

De gevangenissen zitten vol, straffen worden uitgesteld of verkort, terwijl de roep om…

Nog geen reactie — begin de discussie!