Het centrum moet een virtuele spin in het web worden, die kennis bij elkaar brengt en vertaalt naar innovaties in de gezondheidszorg voor vrouwen. Vanuit hun verschillende posities willen Hanneke Takkenberg (hoogleraar cardiothoracale chirurgie), Greet Vink (directeur Research & Development Office en van Smart Health Tech)  en Jeanine Roeters van Lennep (internist vasculaire geneeskunde), de samenwerking tussen artsen en onderzoekers onderling en met de buitenwereld stimuleren.

Jeanine RoetersvanLennep_Womens_Health_Research_Centre_ErasmusMC_25042025_Rotterdam_Pien Duthmann
Jeanine Roeters van Lennep Beeld door: Pien Düthmann

Wat was de aanleiding voor het Netherlands Women’s Health Research & Innovation Center?

Jeanine Roeters van Lennep: “Greet Vink kwam in januari 2024 terug van de CES, de grootste technologiebeurs van de wereld in Las Vegas. Ze zei: “Jeanine, women’s health gaat het helemaal worden, ook op techgebied.” Tegelijkertijd publiceerde het World Economic Forum een rapport over de economische effecten van slechte vrouwengezondheidszorg. Alleen al in Nederland kost dat jaarlijks 12,6 miljard euro! Greet Vink, Hanneke Takkenberg en ik besloten om eens te peilen in hoeverre het onderwerp vrouwengezondheid leeft bij onze collega’s binnen het Erasmus MC. We organiseerden een aantal bijeenkomsten, waar we heel veel positieve reacties op kregen. Dat er zo veel belangstelling zou zijn, hadden wij niet verwacht. Maar het geeft wel aan hoe dit onderwerp leeft.”

Waarom hadden jullie dat niet verwacht?

“Het onderwerp leeft nu in de wetenschap, maar dat is lang anders geweest. Ik houd me sinds mijn promotie in 2001 bezig met dit onderwerp. Heel lang was ik een soort gekkie, die elke keer maar weer begon over het belang van man-vrouwverschillen. Iedereen wist: als Jeanine haar vinger opstak, dan had je weer die vraag. Maar ik dacht: iemand moet hem stellen. Vaak gaf het wel een aanleiding om er eens over na te denken.

“Inmiddels stapelt het wetenschappelijk bewijs zich op en worden verschillen tussen mannen en vrouwen niet meer alleen onderzocht vanuit activisme, maar vanuit wetenschappelijke interesse. Je merkt dat er van alle kanten iets loskomt. Dus niet alleen van artsen of klinische onderzoekers, maar ook in het fundamentele onderzoek en in alle andere vakgebieden. Het is heel gaaf om te zien dat nu eindelijk momentum is, terwijl je er al zo lang mee bezig bent.”

Waarom vonden jullie het belangrijk om een gezondheidscentrum specifiek gericht op vrouwen te starten?

“De zorg is heel erg in silo’s opgedeeld: gynaecologie, cardiologie, interne geneeskunde. Dat opdelen is überhaupt niet goed voor de gezondheidszorg, maar misschien nog wel slechter voor vrouwengezondheid. Ik kom regelmatig diagnoses tegen bij vrouwen waarvan ik denk: hoe kan dit gemist zijn? Een voorbeeld: een vrouw heeft bloedarmoede. Dan vraag ik haar: hoe gaat het met je menstruaties? Blijkt ze elke maand ongeveer leeg te bloeden. Maar daar is nooit naar gevraagd, dus in plaats van die menstruatie te behandelen, krijgt ze ijzerinfusen.”

“Ik denk dan: dat is gewoon geen goede zorg. Dit is een heel concreet voorbeeld waarbij je door meer aandacht te geven aan vrouwengezondheid ook in andere vakgebieden dan de gynaecologie winst kan boeken. Zowel op de kwaliteit van leven van deze vrouwen als op zorgkosten.”

Welke rol gaat het centrum hierin spelen?

“De sleutel is de ontschotting van de zorg. We willen met het centrum interactie tussen onderzoekers en artsen van het Erasmus MC stimuleren. Iedereen, of het nou een chirurg is of een internist, zou moeten vragen naar menstruatie, menopauze en alle andere vrouwspecifieke zaken, want die hangen samen met andere orgaansystemen. Op die manier willen we bijdragen aan het verminderen van (te) late diagnoses en onderdiagnose. Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld bij de diagnose van blaaskanker. Als een man bloed plast, gaan meteen alle rode vlaggen uit. Maar als een vrouw bloed plast, wordt vaak gedacht ‘dat zal wel menstruatie zijn of bloedverlies na het vrijen of een blaasontsteking.’ Er wordt pas heel laat gedacht aan blaaskanker.”

Kunnen vrouwen bij het centrum terecht als patiënt?

“We hebben bewust gekozen voor een onderzoeks- en innovatiecentrum en geen fysiek zorgcentrum. Dat past bij ons profiel als universitair ziekenhuis en bovendien doen we al veel aan zorg. Het centrum is meer een spin in het web die kennis verder ontwikkelt, deelt en bouwt aan een coalition of the willing: we brengen in kaart wie wat doet, zodat we artsen en onderzoekers met elkaar, maar ook met bedrijven en innovators in contact kunnen brengen.

“We willen de brug slaan van onderzoek naar zorg, zodat we de kennis ook inzetten om vrouwen te helpen. Die innovaties vatten we heel breed op; ze kunnen technisch zijn, maar ook sociaal. Er is nu een innovator, Georgina Lara Booth, die een prototype ontwikkelde voor een vrouwvriendelijk plaspotje. Ik hoop dat die er uiteindelijk echt komt.”

Het Erasmus MC is het eerste ziekenhuis met een vrouwengezondheidscentrum gericht op onderzoek en innovatie. Hoe komt dat denk je?

“Ik denk niet dat het toeval is dat het eerste Women’s Health Research & Innovation Center aan het Erasmus MC opgericht is, we zijn hier gewoon goed in. Het fijne aan het Erasmus MC is dat je de ruimte krijgt als je iets wilt ondernemen. We hebben nu heel snel dit centrum op kunnen zetten.

“In 2011 heb ik samen met gynaecoloog Hans Duvekot een polikliniek opgericht ter preventie van hart- en vaatziekten bij vrouwen die ernstige zwangerschapsvergiftiging hebben gehad. Als je hier de juiste mensen tegenkomt, kun je heel snel doorpakken. En er is al veel expertise, bijvoorbeeld met het Gender in Research Fellowship van Maryam Kavousi en op het gebied van onderwijs.”

Het onderzoekscentrum heeft ‘Netherlands’ in de naam staan. Zijn er landelijke ambities?

“Het heet Netherlands Women’s Health Research & Innovation Center at Erasmus MC. Dus hopelijk richten de andere UMC’s een soortgelijk centrum op. Het zou ontzettend mooi zijn om een knoopwerk te hebben. Het center moet niet iets hiërarchisch worden en we willen absoluut niet in de concurrentiemodus. Zeker als je in de vrouwengezondheid zit, heb je alles en iedereen nodig. Dat is ook onze filosofie: samenwerken. Ook met Greet en Hanneke – we hebben alle drie onze eigen speerpunten. Daarom staan we met zijn drieën op de foto: het is juist heel gaaf om te laten zien dat women together dit hebben neergezet.”

takkenberg1

Lees meer

Diversity Officer bij vertrek: ‘De universiteit is vaak geen veilige plek om te werken’

Hanneke Takkenberg was sinds 2015 Chief Diversity Officer op deze universiteit en nam…

Al 4 reacties — discussieer mee!