Op dit congres, het was eind jaren negentig, ontmoette ik een historicus die lid was van een lokaal socialistisch partijtje. Hij nodigde mij uit om een lezing te komen geven. Nog diezelfde avond zat ik in een kleine boekwinkel in een buitenwijk van Chicago, met een handvol linkse intellectuelen. Voordat mijn praatje begon werden boekenkasten voor de deur geschoven en gordijnen stevig gesloten. Een Europeaan die een lezing kwam geven voor een socialistische partij, dat was nogal gevaarlijk. Deze academici in dit land van de vrijheid bleken erg bang.

Jezelf ‘socialist’ noemen is in Amerika tegenwoordig gewoner, onder progressieve jongeren lijkt het zelfs een geuzenterm. De angst en onzekerheid in academische kringen is nu echter nog groter dan toen. Onder Donald Trump lijkt een heksenjacht op gang gekomen op academici. Investeringen worden gestopt en onderzoeken verboden, als mensen zich niet aanpassen aan het ‘trumpisme’.

Nederlanders hebben zich altijd verwonderd over Amerika, dat was een eeuw geleden ook al zo. Johan Huizinga bezocht het land in de jaren twintig van de vorige eeuw, toen Amerika zich snel ontwikkelde en een voorbeeld werd voor Europa. De historicus trof hier echter een andere cultuur aan dan hij had verwacht. Niet zozeer een land van vrijheid, maar vooral een van groepsdwang.

De VS waren volgens Huizinga een massasamenleving: met de massamedia van de commerciële pers, het massavermaak van Hollywood en de massaproductie van het lopende bandwerk. Het verwonderde hem hoe idealen van vrijheid en democratie hier in de praktijk leidden tot een dominant groepsdenken, ook onder de academici die hij ontmoette. De massasamenleving produceerde ook een massamens: “Zij offeren allen iets op van hun eigen persoonlijkheid, om in gesloten formatie mee op te trekken”, schreef hij in Amerika levend en denkend (1926). Huizinga vond Amerikanen onvolwassen: “Arme kinderen, sommigen zijn al oud”, noteerde hij in een dagboek dat hij van de reis bijhield, na een bezoek aan de universiteit in Chicago.

“De wereld is hem tot een speelgoed geworden. Wat wonder als hij zich daarmee als een kind gedraagt?” Zo schreef Huizinga later over Amerikanen, in In de schaduwen van morgen (1935). Na de Tweede Wereldoorlog werd Amerika het machtigste land in het Westen en hebben we veel van de Amerikaanse cultuur overgenomen: ook in ons land zijn we ‘Amerikaans’ geworden. Het kan best dat Amerikanen nooit volwassen worden, maar als dat zo is, dan geldt dat ook voor ons. De verwondering die wij hebben over Amerika is evengoed een bevreemding over onze eigen samenleving: een ongemak met onze massacultuur. De kritiek die de beroemde Huizinga een eeuw geleden had op de Amerikanen lijkt vandaag een spiegel geworden voor onszelf.

Ronald van Raak column2-Levien, Pauline

Lees meer

Bevrijd de sokkel van Erasmus uit zijn glazen kooi

Het is goed om even ergens bij stil te staan, maar lang blijven stilstaan is dat niet:…

Al 3 reacties — discussieer mee!