Door te praten over de academische wereld word ik me er steeds meer van bewust hoe universiteiten in de loop der tijd hun branding hebben veranderd en wat voor invloed dat heeft op hoe wij academici onszelf presenteren. Vanouds golden universiteiten vooral als plekken waar kennis wordt verspreid, wat belangrijker werd geacht dan het creëren van kennis. Maar vandaag de dag lijkt het erop dat universiteiten, en wij academici met hen, meer gericht zijn op onze onderzoeksoutput dan op onze onderwijzende rol.

Misschien is deze nadruk toe te schrijven aan het feit dat onderzoeksprestaties gemakkelijker te kwantificeren zijn. Academici zijn gek op statistieken en er zijn tal van indicatoren voor onderzoeksprestaties, zoals de h-index of het aantal beurzen.

Daarentegen is de belangrijkste beschikbare maatstaf voor onderwijsprestaties de beoordeling van studenten, en onderzoek wijst uit dat deze sterk beïnvloed wordt door ongerelateerde factoren als gender en etnische achtergrond van de docent. Vanwege dit soort vooroordelen worden beoordelingen van onderwijsprestaties vaak als onbetrouwbaar gezien en daarom gemakkelijker terzijde geschoven. Opmerkelijk genoeg hebben we diezelfde scepsis niet ten aanzien van peerreviews, die ook allerminst vrij zijn van bias.

Tegelijkertijd richt de externe validatie zich vooral op onze onderzoeksprestaties. Stel je een voetballer voor die op twee posities tegelijk speelt: anderen helpen scoren (onderwijs) en topscorer zijn (onderzoek). Alleen de naam van de doelpuntenmaker verschijnt op het bord en de toeschouwers roepen constant ‘schieten!’ (‘Publiceer of crepeer’). Hetzelfde geldt voor academici: we moeten zowel lesgeven als onderzoek doen, en we worden toegejuicht om onze onderzoeksresultaten en ‑beurzen. Welke rol zal de speler of academicus belangrijker vinden, denk je? Maar beide functies vragen om verschillende vaardigheden, geduld en inspanning, en ze verdienen allebei erkenning.

De afgelopen tijd hebben universiteiten stappen ondernomen om te zorgen dat onderwijs erkend wordt als een even belangrijke taak als onderzoek. Vele hebben onderwijsprijzen ingesteld om uitmuntende leerkrachten in het zonnetje te zetten met formele erkenning en awards, en dergelijke prijzen worden ook toegekend op nationaal niveau op verschillende academische niveaus. Als we meer op deze eerbetuigingen focussen in plaats van alleen maar op onderzoeksbeurzen, zouden we het idee kunnen versterken dat de ontwikkeling – en vooral ook de replicatie – van kennis weliswaar uitzonderlijk waardevol is, maar dat de voornaamste bevestiging die we ooit krijgen van studenten komt die echt iets van ons leren.

In weerwil van het beruchte adagium ‘Degenen die het kunnen, doen het; degenen die het niet kunnen, geven les’ moeten we spot niet verwarren met de waarheid. Lesgeven is misschien wel de belangrijkste vorm van doen en het is iets waar we trots op moeten zijn.

Lees meer

Studenten zijn de nieuwe kerstman

Dit jaar besloot ik de feestdagen in Servië door te brengen, om twee redenen. Ten eerste…

Lees één reactie