Maar net zoals Joegoslavië inmiddels is verdwenen, geldt dat ook voor deze gewoonte. Toch vraag ik me af: is die boodschap ooit echt verdwenen?
Ik weet dat mijn schooltijd compleet anders was dan die van EUR-studenten, en daarom ben ik vaak jaloers op mijn studenten. Toch merk ik dat de collegezaal nog steeds alwetendheid verwacht. Niet alleen bij studenten; ook wij docenten hebben die overtuiging diep geïnternaliseerd. En ik geloof niet dat dit voor iemand voordelig is.
Ondanks een lossere omgang tussen docent en student, zie ik dat noch mijn studenten, noch ikzelf zo vrij zijn als ik zou willen. Studenten rechtvaardigen bijvoorbeeld vaak hun gebrek aan interactie door te zeggen dat ze geen ‘domme vragen’ willen stellen. Om eerlijk te zijn geloof ik stellig dat domme vragen wel degelijk bestaan. Maar ik vind vooral dat domme vragen gesteld moeten worden in een context die specifiek voor die vragen is ontworpen, namelijk onderwijs. Misschien is de echte wereld geen optimale omgeving voor domme vragen, een collegezaal is dat wel.
Wat mijn studenten niet door hebben, is dat aan de andere kant van deze interactie een persoon staat die vaak doodsbang is voor de mogelijkheid om niet alle antwoorden te hebben. De druk achter het idee van alwetendheid weegt ook op ons, en creëert onrealistische verwachtingen. Wij docenten hebben onze eigen leertrajecten, verschillende ervaringen, en onze expertise ligt meestal binnen een specifiek vakgebied. Toch worden we vaak gezien als een soort overgegeneraliseerd rolmodel, en dat kan zwaar zijn.
We zouden ons niet gedwongen moeten voelen om de illusie van alwetendheid in stand te houden, maar moeten delen wat we weten en even moedig delen wat we (nog) niet weten. Uiteindelijk draait onderwijs om het aanreiken van doe-het-zelf-tools; onderwijs moet veel langer meegaan dan een studie – het liefst de rest van je leven.
In de huidige politieke situatie lijkt de overheid ons opzij te willen schuiven, ervan uitgaand dat we die flagrante minachting stilzwijgend zullen verdragen. Zolang wij als gemeenschap onrealistische verwachtingen van onszelf koesteren, doen we onszelf tekort en zullen we ons altijd ondergewaardeerd voelen. Anderen, met agenda’s die anders zijn dan de onze, kunnen denken dat ze van die zelfkritische houding kunnen profiteren en respectloze beslissingen over ons kunnen nemen.
Maar wij – hoewel niet zo alwetend als we van onszelf verwachten, maar wel veel slimmer dan we soms denken – zijn absoluut een van de pijlers van een succesvolle samenleving. En dat verdient respect, zowel van onszelf als van elkaar. Wanneer we voor elkaar opkomen, zullen politici niet anders kunnen dan volgen.
Irena Bošković is universitair docent Forensische en juridische psychologie.