Deze prosociale houding klinkt misschien nobel, maar lijkt ons in een staat van collectieve onwetendheid te hebben gebracht. Daardoor zijn we een gemakkelijke prooi voor degenen die profiteren van de kennis die we genereren. Ik was me er zelf nauwelijks van bewust – totdat ik een uitgeverscontract voor mijn boek ondertekende. Lang verhaal kort: het boek komt uit, misschien zie je het straks in de winkel, en misschien koop je het zelfs. Maar één ding is zeker: niemand die daadwerkelijk heeft bijgedragen aan het schrijven zal er een cent aan verdienen.
Waarom niet? Nou, een reden is ongetwijfeld het academische systeem dat deze oneerlijke deals in stand houdt. Vanaf het begin van onze promotie en onze hele academische carrière lang is het doel om onderzoek te doen dat het waard is om met het publiek te delen. Maar wat we ook publiceren, het is gangbaar om persoonlijk voordeel ervan op te geven. Sterker nog, we accepteren zelfs de extra kosten om ons werk toegankelijk te maken. We doen het onderzoek, schrijven het uit, sturen het in naar een tijdschrift, reviewen het, en betalen dat tijdschrift dan nog eens om het breder toegankelijk te maken. Alsof een koe moet betalen om haar melk te laten verspreiden. Klinkt absurd, toch?
Het is paradoxaal dat zo’n hoogopgeleide groep, die uitdraagt dat kennis de sleutel tot succes is, toestaat dat hun kennis wordt uitgebuit. Maar het systeem is ook schuldig: het laat ons niet alleen toe deze onwetendheid te handhaven, maar zet ons er zelfs toe aan. Velen van ons – en ik geef dit publiekelijk toe – begrijpen de uitgeverscontracten die we ondertekenen niet volledig, noch de aanpassingen die we eraan zouden kunnen doen. Ondanks dat publiceren een groot deel van ons werk is, missen we basiskennis over dit onderwerp.
Een ander probleem is dat we passief zijn geworden en geen hulp zoeken, zelfs niet als die beschikbaar is (de afdeling juridische zaken van de universiteit kan je bijvoorbeeld helpen). We blijven de voorwaarden blindelings accepteren en klikken op die ‘sign here’-knop, ons niet bewust van de cultuur die we daarmee in stand houden.
Maar ik vraag me af: wat als we allemaal op de hoogte zouden zijn van onze rechten en die assertief zouden opeisen – als we een vleugje van die Gen Z-mentaliteit zouden lenen? Ik vermoed dat we dan niet alleen meer respect voor ons werk zouden krijgen, maar ook van anderen. Misschien is het het proberen waard.
Irena Bošković is universitair docent Forensische en juridische psychologie.