Waarom krijgen universiteiten deze financiering ook alweer?
Toen in 2015 de basisbeurs werd afgeschaft, was de deal dat het onderwijs verbeterd zou worden met het bespaarde geld. De besparing bedroeg ongeveer 1 miljard euro per jaar, dus dat bedrag zou ook geïnvesteerd worden. Om het geld te krijgen moesten onderwijsinstellingen wel heel precies uitleggen aan het ministerie hoe ze het geld gebruikten om het onderwijs te verbeteren. Dit noemde men de kwaliteitsafspraken. De beloofde 1 miljard per jaar werd echter bij lange na niet gehaald: in 2019 was het slechts 192 miljoen per jaar, in 2024 is dat opgelopen tot 573 miljoen, nauwelijks meer dan de helft van het beloofde bedrag. Daarvan ontving de EUR in totaal 84 miljoen euro.
De basisbeurs is weer terug. Stoppen de investeringen vanaf nu?
Het nieuwe kabinet bezuinigt weliswaar een miljard op het hoger onderwijs, deze specifieke investering stopt niet. Wel verandert de naam: de cryptische term ‘hoger onderwijs kwaliteitsafspraken’ (HOKA) wordt vervangen door de even enigmatische ‘bestuursakkoorden onderwijskwaliteit’ (BAOK). De universiteiten krijgen in 2025 nog steeds geld om te investeren in de kwaliteit van het onderwijs, 250 miljoen euro (samen met de hogescholen 660 miljoen euro). Dat is iets lager dan het budget van dit jaar, 258 miljoen. Welk deel daarvan naar de Erasmus Universiteit gaat is nog niet bekend, maar als de verdeling hetzelfde blijft als in 2024 is dat 22 miljoen euro per jaar.
Moet dat geld allemaal naar onderwijskwaliteit of mag de universiteit er ook iets anders mee doen?
Goed nieuws voor de bestuurders van deze universiteit, want de politiek heeft iets unieks besloten bij dit onderwerp: het laat de knoppen los en draagt de verantwoordelijkheid voor de besteding over aan de universiteiten. De vorige minister van Onderwijs Robbert Dijkgraaf wilde ‘geen circus’ meer rond de goedkeuring van alle plannen, dat kostte allemaal veel meer tijd en geld dan de bedoeling was. Het geld wordt dus onderdeel van de totale hoeveelheid geld (de lumpsum) die de universiteit van het ministerie krijgt. Wat de universiteit er daarna mee doet, is aan de universiteit zelf.
Wat gaat de universiteit dan met dat geld doen?
Ondanks dat de universiteit nu meer vrijheid heeft, blijft het geld in de eigen begroting gereserveerd voor investeringen in de kwaliteit van het onderwijs. Dat ligt vast. Hoeveel er in de praktijk van terecht komt, is door de harde bezuinigingen op het hoger onderwijs nog wel ernstig de vraag. Impactonderwijs en onderwijsinnovatie worden bij sommige faculteiten juist afgebouwd en de vraag is welke keuzes de universiteit maakt als op andere vlakken gaten in de begroting vallen.
Is het onderwijs inmiddels ook echt beter geworden van al die miljoenen?
Dat is een hele moeilijke vraag waar geen duidelijk antwoord op is, blijkt onder andere uit onderzoek van EM in 2021. Een van de belangrijkste argumenten voor de afschaffing van de basisbeurs was dat er dan geld zou komen voor meer docenten per student. Daar kunnen we kort over zijn: dat is niet gelukt, ook doordat het aantal studenten flink gegroeid is. Voor de Erasmus Universiteit was dat overigens niet de prioriteit bij het benutten van de basisbeursmiljoenen, omdat de universiteit daar al langer en intensief mee bezig was. Er is daarom juist veel geïnvesteerd in studentenondersteuning, onderwijsinnovatie en impactonderwijs. Een deel van die investeringen kwam later dan gepland, waardoor de eerste studenten zonder basisbeurs er nooit de vruchten van hebben geplukt.
Daarnaast gooide covid roet in het eten, veel geld voor de kwaliteitsafspraken is besteed aan het covid-bestendig maken van het onderwijs. Daarbij kwam er dus minder geld dan beloofd.
Het is goed dat de regeltjes wat worden losgelaten, het is om gillend gek van te worden. Hoeveel bullshit banen zijn er niet op de EUR om aan die regeltjes te voldoen? Hoeveel docenten en onderzoekers hadden niet extra worden aangesteld zonder die overdreven regelgeving?
Leuk artikel, maar met wie is het interview gehouden? Ik zie nergens een naam van de geïnterviewde.
Er is niet iemand geïnterviewd. Het artikel is gebaseerd op informatie uit de bronnen in de links in het artikel.