Het verdwijnen van de jongens leidde tot ongerustheid bij rector magnificus Jean Buridan. De filosoof meldde zich bij het paleis om zelf een onderzoek te doen. Ook Buridan wekte echter de interesse van de koningin en een hartstochtelijke verhouding volgde. Totdat de vorstin na enkele dagen besloot om de wijsgeer eveneens in de Seine te laten gooien1.
De wijsgerige faculteit van de EUR is een bijzondere plek, omdat hier veel dubbelstudenten komen van de andere faculteiten. Dat leidt vaak tot interessante debatten, zeker met studenten Economie. Daarbij viel het me op hoe weinig zij eigenlijk meekrijgen van de geschiedenis van hun vakgebied. De filosoof Buridan hield zich in de Middeleeuwen al bezig met de ethiek van de economie en hij bekeek daarbij de dingen heel anders dan wij nu doen. Zo werd in de veertiende eeuw de vraag gesteld of je geld mocht verdienen met geld, bijvoorbeeld door rente te vragen. Dit werd gezien als een zonde, omdat je als geldschieter niets toevoegde en alleen gebruik maakte van de tijd – en die is immers van ons allemaal.
De kerk verbood het vragen van rente, maar de handelslieden hadden het geld nodig om te kunnen ondernemen. Buridan bedacht dat rente vragen niet zondig was zolang mensen geen misbruik maakten van hun economische macht: iemand mocht alleen winst maken als de lening ook maatschappelijk voordeel opleverde. Het is interessant om met de bril van Buridan naar de aandelenmarkten te kijken, waar de prijs van aandelen niet zelden onderwerp is van speculatie, of naar de banken die grote winsten maken met dure leningen. Buridan zei dat we allereerst moesten kijken naar de gevolgen voor de samenleving. Over de vraag wanneer opbrengsten ‘goed’ zijn is discussie mogelijk en ik zou graag zien dat economen dat ethisch debat vaker voeren.
Over ethiek gesproken: ook Buridan viel dus voor de charmes van de koningin en dreigde evenals zijn studenten met vastgebonden handen in de Seine te verdwijnen. De filosoof bedacht echter een list en vroeg de vorstin om een gunst: of hij niet zijn rechterhand mocht vrijhouden, zodat hij onder water, in het uur van zijn dood, alsnog een kruis kon slaan. De koningin stemde toe en met die ene vrije arm kon Buridan boven water blijven en zichzelf in veiligheid brengen. Nadat dit schandaal bekend was geworden kreeg de koningin veel spijt en schonk zij de universiteit van Parijs een flink geldbedrag. Na een morele afweging meende Buridan dat over dit geld rente kon worden gevraagd. Zo leidde het slechte gedrag van de koningin toch tot iets goeds: het begin van een fonds waaruit armlastige studenten voortaan een studiebeurs konden krijgen.
- Johannes Buridan. De ethiek (1988) p 13-14. In de inleiding vertelt de Rotterdamse filosoof Henri Krop over deze legende. ↩︎