Kwart van EUR-medewerkers vindt het werk zwaar

“Het is een minimale verandering ten opzichte van vorig jaar, maar wel een minimale verandering de goede kant op”, zo vat strategisch HR-adviseur Sven Hogervorst het resultaat samen. Hogervorst is verantwoordelijk voor de uitvoering van het medewerkersonderzoek. Hij geeft een voorbeeld van verbetering: de employee net promotor score. Dit is een wereldwijde methode om te meten hoe medewerkers hun werkgever ervaren. Dit jaar scoort de universiteit 0,3 punt hoger dan vorig jaar, 7,6 op een schaal van tien. “We hebben een van onze doelen behaald, mensen zijn positiever over de EUR als werkgever dan vorig jaar.”

23 procent van de medewerkers vindt het werk zwaar en meer dan een kwart heeft niet genoeg tijd om de taken goed af te ronden. Beide cijfers zijn vergelijkbaar met die van vorig jaar. Daarom staat het aanpakken van werkdruk hoog op de agenda, erkent Minke Versluijs, HR-beleidsadviseur Health & Wellbeing. Zo zal haar team de bestaande werkdrukaanpak aanpassen. In de nieuwe aanpak staat het gesprek over werkdruk en welzijn centraal.

Bijna 45 procent van de medewerkers maakt zich zorgen over werk buiten werktijd. “Voor die medewerkers zou de hernieuwde werkdrukaanpak kunnen helpen om samen met hun leidinggevende prioriteiten te stellen en het werk beter te verdelen”, legt Versluijs uit. “Ook moet er ruimte zijn voor persoonlijke omstandigheden, bijvoorbeeld hoe je zorgtaken beter kan combineren met je werk door flexibele werkafspraken met je leidinggevende. De medewerker staat centraal in het gesprek.”

Dit proces vergt goed leiderschap, voegt Judith Wiskie, HR-manager Health, Safety and Wellbeing daaraan toe. “Leidinggevenden hebben hierin een voorbeeldfunctie.  Je kunt niet verwachten dat medewerkers het verschil ervaren zonder leidinggevenden die optreden als rolmodel. Je veilig, gezien en gewaardeerd voelen kan een verschil maken als het gaat om werkstress”, zegt Wiskie. Voor leidinggevenden biedt de universiteit verschillende trainingen en tools in het leiderschapsontwikkelingsprogramma.

Uit het medewerkersonderzoek blijkt dat wetenschappelijk personeel meer werkdruk ervaart dan niet-wetenschappelijke medewerkers. De combinatie van onderwijs geven en onderzoek doen wordt vaak genoemd als oorzaak, zegt Hogervorst. “Het geeft dan natuurlijk veel stress als je die twee taken niet kunt combineren zoals je wilt. Zeker als je uiteindelijk vooral wordt beoordeeld op publicaties”, zegt hij.

Het programma ‘Slimmer academisch jaar’ zou de werkdruk van wetenschappelijk personeel kunnen verlichten. Met het programma wordt de onderwijsperiode verkort, waardoor er meer tijd is voor onderzoek. Ook het programma ‘Erkennen & waarderen’, waarin minder nadruk wordt gelegd op het aantal publicaties, is bedoeld om wetenschappers meer ruimte te geven om zich te ontwikkelen op andere kerngebieden zoals onderwijs en leiderschap.

Dat werkdruk bij de EUR een aandachtspunt is, komt ook naar voren in het rapport van de Arbeidsinspectie. Volgens dit rapport zijn veel maatregelen van de Erasmus Universiteit gericht op het individuele niveau, zoals stressmanagementtraining of een work-life balancecoach, in plaats van een structurele aanpak van de oorzaken van werkdruk.

Maar de universiteit werkt er hard aan, benadrukt Wiskie. “Met programma’s zoals ‘Erkennen & waarderen’, ‘Slimmer academisch jaar’, maar ook leiderschapstrainingen probeert de universiteit het probleem structureel aan te pakken en veranderingen door te voeren.”

Ook heeft Wiskie een werkgroep samengesteld die de komende maanden met een actieplan komt waarin beschreven wordt hoe je de werkdruk kan verlagen. “Hierbij is het van belang om duidelijk te beschrijven wie binnen de organisatie verantwoordelijk zijn voor de uitvoering, ondersteuning, monitoring en sturing. Zonder duidelijke afspraken hierover wordt een verandering op gang brengen erg lastig.”