Al jaren voor geneeskundestudent Fouad L. in september 2023 zijn buurvrouw, buurmeisje en docent doodschoot, zijn er bij verschillende instanties zorgen over zijn gedrag. In 2018 is er al een melding van dierenmishandeling: L. schiet dan met een kruisboog op karpers. En in 2021 kijkt het Openbaar Ministerie wat er gedaan kan worden om te voorkomen of hij zijn basisartsdiploma krijgt. Wettelijk gezien zijn er geen mogelijkheden, concludeert het OM, omdat L. nog geen arts is. In november 2022 start het OM een onderzoek over of ze de opleiding Geneeskunde toch kunnen informeren.
Onder de radar
Omdat er lange periodes tussen de meldingen zitten, L. ‘ogenschijnlijk’ bereidwillig lijkt om hulp te aanvaarden, omdat professionals niet doorlopend met de zaak bezig zijn en omdat verschillende instanties niet altijd met elkaar over de zaak overleggen, blijft het gedrag van de student onder de radar. “Hij heeft niet in zijn ziel laten kijken”, schrijft onderzoeker Rieke Samson-Geerlings in het Reflectierapport casus Fouad L., over het handelen van de betrokken instanties.
Het Erasmus MC werkt nog aan een eigen reflectie. Samson heeft wel gesproken met de opleiding Geneeskunde en heeft ‘een aantal vragen meegegeven die worden meegenomen in hun onderzoek’. Verder is gesproken met het Openbaar Ministerie, politie, Gemeente Rotterdam, Woonbron, Reclassering Nederland, Fivoor Reclassering, Antes GGZ, Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond en Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.
Geen gronden voor verplichte behandeling, wel zorgen
In januari 2023 uit een GGZ-specialist zorgen over het naderende afstuderen van Fouad L. De student veroorzaakte overlast bij zijn buren, was veroordeeld voor dierenmishandeling en had een alcoholverslaving. Na die zorgen wordt er tussen verschillende instanties, waaronder het OM, overlegd. Op 13 maart 2023 besluit het OM het Erasmus MC te informeren over twee lopende strafzaken tegen Fouad L. De opleiding heeft dan al een dossier over hem liggen.
De geneeskundestudent komt 3 april op gesprek in het Erasmus MC, maar kan de zorgen van de examencommissie niet wegnemen. Zijn diploma, waar hij alle punten voor heeft, wordt op pauze gezet. De examencommissie vraagt bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd meer informatie op, de inspectie geeft aan dat alleen het OM dit kan sturen. Deze stuurt uiteindelijk een brief. Als voorwaarde voor zijn diploma moet Fouad L. een onderzoek ondergaan bij een psychiater. Het gesprek daarover stelt L. steeds weer uit en zal nooit plaatsvinden. Het Erasmus MC blijft de politie hierover updaten.
De problemen met L. lopen op meer plekken op. Zijn buurvrouw en latere slachtoffer geeft aan bang voor hem te zijn, er zijn meer meldingen van dierenmishandeling en ook zijn verhuurder Woonbron bouwt verder aan een dossier. Hij bouwt een betalingsachterstand op bij zijn verhuurder. Dusdanig dat hij begin oktober zijn huis zal worden uitgezet. Zover komt het uiteindelijk niet. Op 28 september sticht hij brand in zijn huis, waarna hij zijn buurvrouw, buurmeisje en een Erasmus MC-docent vermoordt.
Rechtszaak
Direct na de aanslag wordt L. aangehouden. Sindsdien zit hij vast. Donderdag 4 juli is de derde pro-formazitting in de zaak tegen hem. Dan wordt een update verwacht over de observatie in het Pieter Baan Centrum. Bij de vorige zitting kwam vanuit het centrum het verzoek de observatie met vier weken te verlengen. Dit is erg uitzonderlijk. De inhoudelijke behandeling wordt op zijn vroegst in oktober verwacht.
“Het was niet mogelijk een zorgmachtiging af te geven.” Zo stelt de auteur van het reflectierapport (p.21), ondanks het feit dat er evident aanknopingspunt bestond voor een zorgmelding Wvggz. Er waren symptomen van psychische stoornis (depressie, middelenverslaving en psychose). Er was sprake van risico op ‘ernstig nadeel’ in de vorm van agressie (dierenmishandeling, intimidatie en schutting buren doorzagen) verwaarlozing (vervuilde woning en persoonlijke verwaarlozing), maatschappelijke teloorgang (huisuitzetting, nalaten te voldoen aan het psychiatrisch onderzoek dat als voorwaarde werd gesteld voor verkrijging van zijn basisartsdiploma) en gevaar voor omwonenden (jerrycans met benzine in de woning). Ook was er sprake van zorgmijding. Op de drang-zorg van het wijkteam in 2021, 2022 en 2023 reageerde hij onvoldoende berekenbaar en consistent (“De ambivalentie in zijn gedrag liet zowel meewerkend gedrag als aanvallend gedrag zien.”).
Door niet in te zetten op verplichte zorg via een zorgmachtiging bij deze patiënt ‘met onbegrepen gedrag’, maar wel (op initiatief van het OM) in te zetten op beletten van uitreiking van zijn masterdiploma geneeskunde en bovendien in te zetten op huisuitzetting, werd escalatie eerder geprovoceerd dan voorkomen. Vanaf voorjaar 2023 verloor Fouad L. immers perspectief op zijn woning en op zijn beroepsuitoefening als pijlers van bestaanszekerheid.
Samson poneert (p.7, 20 en 21) dat er “geen juridische mogelijkheden om te handelen vanuit het gedwongen zorgverleningskader” waren. Ter onderbouwing kiest ze ervoor om de dader het karakter van patiënt te ontnemen, door hem te typeren als een persoon die zich niet in de ziel heeft laten kijken en die heel berekenend te werk is gegaan, met berekenende zorgmijding. Zo plaatst ze hem buiten toepassing van de Wvggz. De indruk ontstaat dat de fase van drang-zorg te lang heeft geduurd en dat door deze als vrijwillig te kwalificeren zorgcontacten (wijkteam, Politie-GGZ Programma) nooit sprake kon zijn van de voor een zorgmachtiging Wvggz vereiste uitputting van mogelijkheden van vrijwillige zorg.
Door deze onderzoeksopdracht aan een expert met een staat van dienst binnen het OM maar niet tevens aan een psychiatrisch expert te verstrekken, is dit onderzoek uitgedraaid op een herbevestiging van de zienswijze van het OM op deze casus. De samenwerkingspartners waren bezorgder om Fouad.L. te beletten arts te worden, dan om hem te verplichten tot noodzakelijke zorg ter behandeling van zijn psychische stoornis(sen) die ernstig nadeel teweeg brachten. Met dit onderzoeksrapport wordt de insteek van het OM tot blokkeren van de beroepsuitoefening van de afgestudeerde dader, zonder inzet op een zorgmachtiging, gerechtvaardigd.
Waarom heeft niemand van de universitaire staf of bestuur een zorgmelding in het kader van de Wvggz gedaan?
Reageren niet meer mogelijk.