Selma (student Pedagogische Wetenschappen) is helemaal gek van kanosprint, de sport die ze al sinds haar achtste beoefent. Op haar vijftiende kwam ze bij het nationale team. “Je gebruikt al je spieren: cardio, kracht en techniek. Je hebt al deze onderdelen nodig om van start tot finish zo snel mogelijk te varen.”
Selma was als kind fan van Lisa Carrington, een Nieuw-Zeelandse kanoër die olympisch goud won. Dat ze ooit nog tegen haar zou racen op de Olympische Spelen had Selma zich nooit kunnen bedenken. “Toen ik jong was, hing er een foto van haar boven mijn bed, en nu race ik naast haar op de Olympische Spelen!”
Synchroon varen

Bij het kanosprinten is het geen kwestie van 500 meter op volle snelheid racen. “We zorgen dat we de eerste 300 meter na de start in een goed ritme komen. Dan geeft mijn teamgenoot me een flinke zet van achteren en de laatste 100 meter gaan we er voluit en zien we wel waar het schip strandt”, legt Selma uit. Synchroon blijven varen met je teamgenoot is een belangrijk onderdeel van het kanosprinten. “Je kunt heel snel zijn, maar zonder teamwork red je het niet. Je probeert tegelijkertijd het water te raken. Ruth kijkt naar mij en ik voel haar bewegingen, zodat we synchroon blijven peddelen”, zegt Selma.
De kwalificatie voor de Olympische Spelen was minder overweldigend dan Selma had gedacht. “Ik had verwacht dat ik enthousiaster zou zijn. Je traint je hele leven voor de Olympische Spelen en je hebt er alles voor over. Dan lukt het je, en dan blijft alles bij het oude. Je traint nog steeds gewoon voor een wedstrijd.”
Babysitten, studeren, coachen
Wat wel overweldigend was, was de drukte in haar leven toen ze na de kwalificatie in mei weer thuiskwam. “Nu voel ik me veel beter, maar op dat moment was het gewoon te veel”, zegt ze. Vóór het kwalificatietoernooi paste Selma op kinderen met een handicap. Selma werkte ook aan haar pre-master. Daarnaast coachte ze studenten met een functiebeperking. “Ik werk vooral met studenten met ADHD. Vorige week hielp ik nog een student van de universiteit met het afmaken van zijn scriptie.”
Maar nu zet ze al die activiteiten op een laag pitje en richt ze zich meer op ’trainen, studeren, proberen genoeg te slapen en goed te eten’. ’s Ochtends vroeg en ’s avonds laat heeft ze trainingen, tussendoor studeert ze, woont ze vergaderingen over de organisatie van de reis naar de Spelen bij en doet ze interviews. Na haar laatste tentamen gaat ze naar Polen om daar drie weken te trainen, ter voorbereiding op de Olympische Spelen.
De top 8 als doel

Op 6 augustus racen Selma en Ruth in het nautisch stadion van Vaires-sur-Marne in Parijs. Selma rekent op iets wat lijkt op een normale wedstrijd, maar ze is zich ervan bewust dat die perceptie kan veranderen zodra ze in Parijs aankomt. “Ik denk dat sommige dingen anders zullen zijn.” Alleen al omdat ongeveer vijftig mensen, familie en vrienden, naar Parijs zullen komen om Selma te steunen. Goud in Parijs is echter nog niet te verwachten. “Ons doel is om de top 8 te halen”, zegt ze.
Maar deze Olympische Spelen zijn niet het einde van Selma’s carrière als kanoër. Hogere doelen liggen in het verschiet. In oktober wil Selma naar Oezbekistan voor de wereldkampioenschappen. “Wat ik leuk vind aan deze sport is dat die me de kans biedt om de wereld te ontdekken.” Daarna zal Selma blijven trainen, met als doel om de gouden medaille te winnen op de Olympische Spelen in Los Angeles in 2028.