Kunt u ons meenemen in de afweging om donderdag vanwege het pro-Palestijnse protest de campusgebouwen te sluiten?
“Dat vond ik een treurige beslissing, maar die moesten we nemen. Wij kregen een dringend advies van de driehoek (burgemeester Aboutaleb, politie Rotterdam en het Openbaar Ministerie, red.) op basis van de indicaties die zij hadden. De aard en omvang van het protest waren onduidelijk en op de sociale media gingen dingen rond die verontrustend waren.
“En natuurlijk hebben we ook gezien wat er in Amsterdam gebeurd is. En dan moet je bedenken dat onze campus veel groter en complexer is dan Roeterseiland, dat zou een hele grote taak zijn voor de politie. Daarbij komt dat op de campus wij verantwoordelijk zijn voor de veiligheid in de gebouwen, maar de driehoek leidend is bij beslissingen ten aanzien van de openbaar toegankelijke ruimte buiten. En dat voor de handhaving onze eigen middelen heel beperkt zijn.
Veel argumenten die de driehoek gebruikte, zoals de open gebouwen waarin demonstranten kunnen verdwijnen, de onzekerheid over de opkomst, zijn factoren die bij elk protest gelden. Is er dan in de toekomst nog wel ruimte om te protesteren op de campus?
“Ja, we hebben afgelopen dinsdag nog een paar kleine protesten gehad op de campus die perfect verliepen. Er is niets tegen een vreedzame demonstratie. Op onze campus geldt de Wet Openbare Manifestaties die erop gericht is om demonstreren in eerste instantie te faciliteren. Dus alleen als er risico’s ontstaan op escalatie dan moeten we daarmee omgaan. Je moet het wel zien in de context van de signalen die binnenkwamen.”
Bent u niet bang dat demonstranten voortaan hun campusprotest niet meer aankondigen als de consequentie is dat de gebouwen dichtgaan en de campus vrijwel leeg is, waardoor demonstreren nog maar weinig zin heeft?
“Absoluut, dat risico zie ik ook. Hoewel het college en meerdere decanen wel aanwezig waren om met de betogers te spreken. Maar laten we wel wezen, als je kijkt naar de beelden van bezettingen bij Roeterseiland en Oudemanhuispoort, dan zie je dat je er niet zomaar van uit kunt gaan dat het goed gaat.”
Achteraf is makkelijk praten natuurlijk, maar als u dan de demonstratie ziet bij het Centraal Station waar geen enkel incident plaatsvond, wat denkt u dan?
“Daar ging het prima. De vraag is natuurlijk of de demonstratie op de campus hetzelfde was verlopen, maar dat zul je nooit weten. Ik neem wel aan dat de aanwijzingen van de driehoek serieus waren.”
Over de reactie van uw College van Bestuur: uw bedoeling was om dat vrijdag al naar buiten te brengen, dat werd uiteindelijk maandag. Hoe kwam dat?
“We leven in een situatie waarin elk woord telt, dat betekent dat je bij de formulering ook nog mensen wil betrekken en opmerkingen wil verzamelen. Zorgvuldigheid gaat voor snelheid. Verder zit daar niks diepzinnigs achter. Bij dergelijke situaties zul je het nooit voor iedereen goed doen, dus we proberen een evenwicht te bereiken.
Merkt u op de campus zelf iets van polarisatie, bijvoorbeeld hoe het College van Bestuur benaderd wordt door studenten en medewerkers?
“Ik merk het vooral op de socials, daar zijn ook een paar opmerkingen richting mij gemaakt nadat we de gebouwen sloten. Maar ik heb mij persoonlijk nooit onveilig gevoeld, in elk geval niet in de zin van ‘fysiek bedreigd’. Ik merk wel veel emotie bij dit onderwerp.”
‘We will haunt them’
De teksten op Instagram waar Ed Brinksma aan refereert zijn geplaatst op het account van @rdamstudentenvoorpalestina. Daarop viel te lezen: “As even Ed Brinksma understands, the risks are significant. What for them is a risk, is liberation for us. They are right to be terrified. We will haunt them until Palestine is liberated. (…) We are not interested in ‘civil debate’. Fuck your outstanding invite. We don’t want a conversation, we want revolution.”
Het CvB stelt drie dingen voor: dialoogtafels, een commissie die samenwerkingen tegen het licht houdt en hulp bij de wederopbouw van de academische structuur van Gaza. Waarom dialoogtafels?
“Tot dusver hebben we ruimte gegeven aan mensen om manifestaties, demonstraties en teach-ins te organiseren die over het algemeen van tevoren al een standpunt innemen. Dat is ook goed, want om je mening te kunnen verdedigen moet je hem ook uiten. Maar dan organiseert iedereen zijn eigen activiteit. We willen hier structureler mee omgaan, naar voorbeeld van de dialogen over de fossiele industrie. In zo’n dialoog willen we een diepgaander debat voeren over hoe je met alle dilemma’s om moet gaan.”
Dit is wel een ander soort onderwerp dan de fossiele industrie waar vorig jaar dialoogtafels over plaatsvonden. Dit gaat over oorlog en wekt nog meer emoties op. Hoe doorbreek je het gevoel van onveiligheid in zo’n dialoog?
“Dit is anders, maar dit gaat ook over fundamentele dilemma’s. Over ethische vragen, geopolitieke overwegingen en academische vrijheid. Hoe zit het met de horreur van wat er in het Midden-Oosten gebeurt? Wat is de proportionaliteit tussen wat op 7 oktober gebeurde en wat er daarna is gebeurd? Wat is de ethische basis daarvoor? Helpt polarisatie bij het oplossen van de problemen of moeten we daar juist overheen stappen? Dat zijn allemaal hele relevante vragen die je zou kunnen bespreken. En hoe dat allemaal precies moet, weet ik niet. We hebben het IDEA Centre (afdeling van de universiteit voor inclusiviteit, diversiteit, kansengelijkheid en toegankelijkheid, red.) verzocht om dit te organiseren en dat weet heel goed hoe je de angel uit sommige dingen moet trekken.
“Hier geldt ook zorgvuldigheid en we moeten een setting vinden die voor iedereen veilig is. Daarbij moeten we wel uitkijken dat we ‘onveilig’ niet verwarren met ‘ongemakkelijk’. Het ongemak moeten we juist opzoeken. Maar ik ben optimistisch dat het ons lukt om dit te organiseren. Laten we in elk geval een poging wagen om dichter bij elkaar te komen. ”
Op welke termijn kunnen we deze dialogen verwachten?
“Wij weten heel goed dat we dit niet eeuwig voor ons uit kunnen schuiven want anders roepen we de volgende manifestaties over onszelf af. Het IDEA Centre is er mee aan de slag.”
Daarnaast wil het CvB ook helpen bij het herstellen van de academische structuur van Gaza. Wat moet ik me daarbij voorstellen?
“Dit is meer iets voor de lange termijn, zeker als je beseft dat het in Gaza nu gaat over het ontbreken van elementaire levensbehoeftes. Maar als wij ons zeggen in te zetten voor de academische vrijheid en in Gaza inmiddels geen enkele universiteit meer overeind staat, dan trekken we ons dat aan. Onze mogelijkheden zijn beperkt, daarom doen we dit in samenwerking met de andere Nederlandse universiteiten. En dan kun je denken aan academisch talent uit Gaza, waar kan dat naartoe? Of Palestijnse hoogleraren die geen plek meer hebben. Moeten we bijvoorbeeld extra beurzen regelen? Je wil zorgen dat er in elk geval nog een academische klasse is. Ik wil benadrukken dat dit nog heel pril is, maar ook heel belangrijk.”
Over het derde initiatief van het CvB, een commissie die de samenwerkingsverbanden van de universiteit tegen het licht gaat houden, schreef EM al eerder. Het is nog onduidelijk wanneer deze commissie van start gaat, wel is duidelijk dat de commissie de banden met Israël en Gaza als eerste zal bekijken.