In het tussenvonnis van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in januari stond dat het plausibel is dat de acties van Israël in Gaza tot genocide kunnen leiden. Om die redenvroeg de Universiteitsraad het bestuur om de bestaande uitwisselingsovereenkomst met de Israëlische Bar Ilan-universiteit tegen het licht te houden. Volgens de raad werkte deze universiteit samen met het Israëlische leger en de inlichtingendienst, onder andere bij een congres en bij het trainen van medewerkers van de inlichtingendienst. Mocht genocide worden vastgesteld, dan verzoekt de raad de banden sowieso door te snijden.
Juridische basis
Over de samenwerking met Bar Ilan schrijft het CvB: “We moeten voorzichtig zijn als het gaat om het beperken van institutionele samenwerking zonder juridische basis. Verbonden blijven met Israëlische instituten, zelfs in tijden van oorlog en conflict, kan helpen bij wetenschappelijke diplomatie, terwijl het verbreken of bevriezen van banden ook kan betekenen dat banden met kritische stemmen binnen Israëlische universiteiten worden verbroken.” De uitspraak van het ICJ heeft volgens het bestuur alleen gevolgen voor staten, maar niet voor universiteiten.
Tegelijk erkent het bestuur dat er ook morele overwegingen zijn. Daarom worden samenwerkingen ook regelmatig geëvalueerd. Met de nieuwe commissie wil het CvB die evaluaties intensiveren. Ruard Ganzevoort, rector van het International Institute for Social Studies in Den Haag, is gevraagd om de nieuwe ‘expertcommissie’ op te richten. De voornaamste bedoeling van de nieuwe commissie is om overeenkomsten met externe partijen zoals buitenlandse universiteiten eerder tegen het licht te houden. Nu gebeurt dat alleen op het moment dat een overeenkomst bijna verloopt, om te bepalen of die verlengd, gepauzeerd of beëindigd wordt.
Erasmiaanse waarden
De commissie gebruikt bij de beoordeling de Global Engagement Policy en de Global Engagement Checklist als leidraad, dat zijn twee beleidsstukken die vorig jaar zijn aangenomen waarin staat omschreven op welke punten samenwerkingen moeten worden geëvalueerd. Daarbij kijkt de EUR minder naar internationale rankings dan voorheen en meer naar onder andere kennisveiligheid en maatschappelijke impact. De vijf Erasmiaanse waarden (maatschappelijk betrokken, wereldburgerschap, verbindend, ondernemend en ruimdenkend) spelen daar een belangrijke rol in.