Er is iets veranderd, maar wat? Eigenlijk wilde demissionair minister Robbert Dijkgraaf nog voor de zomervakantie een wetsvoorstel voor kennisveiligheid online zetten: iedereen kan er dan kritiek op leveren. Deze ‘internetconsultatie’ komt iets later.
De politiek maakt zich zorgen over kennisspionage aan met name de universiteiten, waar veel buitenlandse onderzoekers en studenten naartoe komen. We zijn naïef geweest en moeten de zolder opruimen, zei Dijkgraaf twee jaar geleden.
Zeef
Eén van de maatregelen: er komt een screening van niet-Europese wetenschappers die hierheen willen komen, maar hoe gaat die screening eruitzien? Er is nogal een verschil tussen pakweg kernfysica en Middeleeuwse geschiedenis: moet je iedereen door dezelfde zeef halen?
Daar komt bij dat Dijkgraaf de internationale samenwerking zeker niet wil smoren. De minister wil nauwkeurig bepalen wat precies ‘sensitieve kennis en technologie’ is, welke studenten en onderzoekers tot de ‘doelgroep’ behoren en hoe de screening uitvoerbaar blijft. Dat bleek niet makkelijk: hij had er iets meer tijd voor nodig, schreef hij afgelopen oktober.
Recente ontwikkelingen
Nu spreekt de minister van “recente ontwikkelingen op deze drie elementen”, die hem opnieuw tot de conclusie brengen dat het wetsvoorstel nog niet online kan. Meer zegt hij er nog niet over, dus het is speculeren wat er dan veranderd is.
Zou het de komst van een nieuw kabinet kunnen zijn? Er staat een harde bezuiniging op het wetenschappelijk onderzoek in het akkoord van de volgende coalitie onder aanvoering van de PVV. Dat kan gevolgen hebben voor de bereidheid en de middelen van universiteiten om aan het beleid mee te werken.
De coalitiepartijen willen bovendien het aantal ambtenaren met een vijfde terugsnoeien: wie gaat straks dan de screening doen? De coalitie schuift wel extra geld naar politie, justitie en veiligheidsdiensten.
Of misschien valt het afbakenen van ‘sensitieve kennis en technologie’ niet mee. De opkomst van kunstmatige intelligentie, zoals ChatGPT en andere generatieve AI, gaat nogal hard. Daarin spelen zowel taalwetenschappers als ict’ers een rol: wie moet je allemaal screenen?
Vertaalslag
Als de gevoelige kennis eenmaal in kaart is gebracht, volgt de vertaalslag naar “opleidingen, vakgroepen, projectgroepen, studentenprojecten, en bijvoorbeeld ook bepaalde teams en laboratoria”, schreef hij eerder. Ook dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Maar sommige knopen zijn al doorgehakt. In eerdere brieven aan de Tweede Kamer liet hij bijvoorbeeld weten dat hij bachelorstudenten buiten de screening wil houden. Daarmee valt het hbo goeddeels buiten het beleid. Ook wil hij de huidige onderzoekers en studenten met rust laten. Je krijgt problemen met de rechtszekerheid als je hen achteraf gaat screenen, meent hij.
Kritiek
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, een genootschap van topwetenschappers waar Dijkgraaf ooit president van was, uitte eerder stevige kritiek. Een landelijke screening zou buiten proportie zijn; de overheid zou meer op de afwegingen binnen de wetenschap zelf moeten vertrouwen.
“Ik begrijp dat de screening alleen praktisch uitvoerbaar is als we heel precies kunnen aangeven waar de gevoeligheden liggen”, antwoordde de minister op die kritiek. Maar een screening komt er toch. “Het belang van het individu en de open en vrije wetenschap wordt gewogen ten opzichte van het belang van nationale veiligheid. Dit is bij uitstek een taak van het Rijk.”