In een rapport van het PNN stond afgelopen najaar dat veel van de circa 3.800 internationale beurspromovendi nauwelijks kunnen rondkomen in Nederland. Zonder bijbaan of extra steun van hun familie hebben ze moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.

Hun beurs (uit eigen land) wordt lang niet altijd aangevuld door de Nederlandse universiteit waar ze werken. Ze hebben een zwakke rechtspositie, vindt PNN, en dat zorgt voor sociaal onveilige situaties en schaadt hun mentale gezondheid.

Gekruist

De Tweede Kamer wilde weten wat de minister daarvan vond. Deze week geeft hij een beknopt antwoord: hij heeft er afgelopen december al op gereageerd. “Deze brief heeft de brief van uw Kamercommissie waarschijnlijk gekruist.”

In die eerdere brief beloofde hij in gesprek te gaan met universiteiten over deze groep van kwetsbare internationale promovendi. Aan die boodschap voegt de minister nog niets toe.

iss 200e promotie den haag inge hutter (9)

Lees meer

Beurspromovendi in dienst nemen is te duur, vindt de minister

Universiteiten hoeven buitenlandse promovendi met een beurs niet in dienst te nemen. Dat…

Te duur

Het PNN wil dat de promovendi in dienst komen bij de instellingen, maar dat vindt Dijkgraaf te duur, schreef hij in december. Hij kan universiteiten ook niet vooraf geruststellen over eventuele naheffingen van de Belastingdienst. Die beslist immers “van geval tot geval” op basis van de individuele omstandigheden. En altijd achteraf. Een unaniem aanvaarde CDA-motie om landelijke fiscale regels op te stellen voor de aanvullende beurzen kon hij niet uitvoeren.

Het PNN roept alle betrokkenen op om de belangen van internationale beurspromovendi in het oog te houden. “We kunnen deze promovendi niet door het ijs laten zakken”, zegt voorzitter Benthe van Wanrooij. “Voor hun welzijn en de kwaliteit van hun onderzoek, is het belangrijk om hen beter te ondersteunen tijdens het promoveren.”

Op 20 maart staat de positie van internationale beurspromovendi op de agenda van de Tweede Kamer.