Mijn intuïtie werd toen snel bevestigd door de cijfers van de Monitor vrouwelijke hoogleraren van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH). Deze cijfers lieten glashelder zien dat vrouwelijke hoogleraren duidelijk in de minderheid zijn: 14,8 procent in 2011. Inmiddels is dat gestegen naar 26,7 procent in 2022, maar de groei neemt af. Met het huidige tempo bereiken we een evenredige man-vrouwverdeling onder hoogleraren pas in 2041 of zelfs 2045, zo bleek vorige week uit de meest recente monitor.
De oorzaak van de stroperige doorstroom van vrouwen aan de top is niet makkelijk aan te duiden. Zoals promovenda Daphne van Helden, die onderzoek doet naar de gender gap in academische carrières, mij vertelde: het is een zevenkoppige draak. Individuele, sociale en institutionele aspecten spelen allemaal een rol.
Deze inzichten brachten me ertoe actie te ondernemen. Als lid van het bestuur van VENA (het netwerk voor vrouwelijke academici van het Erasmus MC) heb ik in de afgelopen tien jaar diverse rollen bekleed: van regulier bestuurslid tot vicevoorzitter en uiteindelijk voorzitter. Inzetten voor de vrouwen in het Erasmus MC was noodzakelijk en werd mijn missie. VENA organiseerde workshops om vrouwen te voorzien van de benodigde vaardigheden, netwerkevenementen om elkaar te vinden en te verbinden, en we voerden gesprekken met de Raad van Bestuur over de positie van vrouwen in de wetenschap en hoe deze versterkt kon worden. Een extra aandachtspunt is het streven naar gelijke beloning. Het feit dat vrouwen nog steeds minder verdienen dan mannen voor hetzelfde werk is een onrecht dat aangepakt moet worden. VENA zet zich daarom in op Equal Pay Day.
Mijn kers op de taart was de Athena Award die ik samen met Corine van der Sande ontving tijdens de Dies Natalis in 2022. Het schilderij dat deze erkenning symboliseert, hangt nu op een prominente plek in mijn huis en herinnert me dagelijks aan het belang van gelijke kansen voor vrouwen in de wetenschap.
En toch zijn er zorgen. Een vrouwelijke collega bracht het onlangs ter sprake tijdens een lunch: “Maar wat gebeurt er nu met de witte man?” Waarop ik iets te fel antwoordde: “Met de witte man gebeurt helemaal niks!”
Deze vraag raakt aan een belangrijk aspect van het streven naar gelijkheid: het erkennen dat we streven naar gelijke kansen voor iedereen, zonder anderen te benadelen. Het gaat niet om het verlagen van kansen voor mannen, maar om het verhogen van kansen voor vrouwen, en dus gelijke kansen voor iedereen. Het is onze gedeelde verantwoordelijkheid in de academische wereld om een inclusieve omgeving te creëren waarin iedereen kan floreren, ongeacht geslacht, afkomst of andere verschillen.
Na een decennium in het VENA-bestuur is het nu tijd om het stokje over te dragen. Ik hoop van harte dat de nieuwe bestuursleden met evenveel passie, enthousiasme en inzet aan de slag gaan voor gendergelijkheid in de wetenschap.
Hanan El Marroun is hoogleraar Biologische psychologie.