In 2019 lanceerde de universiteit een begeleidingsprogramma om vrouwelijke universitair docenten en universitair hoofddocenten te ondersteunen om de volgende stap te zetten richting een hoogleraarschap. Het doel was om in 2025 tenminste 25 procent vrouwelijke hoogleraren te hebben.
“Het programma was specifiek gericht op genderdiversiteit omdat het aantal vrouwelijke hoogleraren heel laag was”, vertelt rector Annelien Bredenoord. Nu het doel van 25 procent vrouwelijke hoogleraren is bereikt, opent de universiteit het programma ook voor mensen met een migratieachtergrond.
Focus uitbreiden
Om de culturele diversiteit van haar medewerkers aan te kaarten heeft de universiteit meegedaan aan de Barometer Culturele Diversiteit van het Centraal Bureau voor de Statistiek. “Uit het onderzoek werd duidelijk: hoe hoger de functie, hoe minder representatie van mensen met een niet-Nederlandse afkomst”, vertelt Chief Diversity Officer Semiha Denktaş. “Dat was voor ons de aanleiding om deze dimensie van diversiteit aan Beyond 25/25 toe te voegen. Dit programma is belangrijk voor medewerkers die door hun etnische achtergrond barrières tegenkomen om hogere academische posities te bereiken.” Bredenoord voegt eraan toe: “Met dit programma willen we structurele vooroordelen over gender en etnische achtergrond doorbreken.”
Bovendien is het volgens Bredenoord logisch dat de focus van het programma uitbreidt naar culturele diversiteit. “Als universiteit in een stad als Rotterdam moeten we de diversiteit van de maatschappij weerspiegelen. De helft van de Rotterdamse inwoners heeft een migratieachtergrond, en dat willen we beter weerspiegeld zien in hogere academische functies op de EUR”, zegt ze. Daarnaast benadrukt ze dat, ondanks de uitbreiding, genderdiversiteit nog steeds op de agenda staat. Het nieuwe streven is dat 35 procent van de hoogleraren in 2025 vrouw is.
Anonimiteit
Dit jaar hebben 64 mensen zich aangemeld. Deelnemers krijgen een jaar lang workshops en begeleiding van mentoren. Daarnaast stellen ze een portfolio samen en krijgen ze feedback van een onafhankelijk comité. Ook kunnen ze in aanmerking komen voor een financiële vergoeding. “Het geld kunnen ze bijvoorbeeld gebruiken voor onderzoek of om tijdelijk geen onderwijs te geven”, licht Denktaş toe.
Wetenschappers mogen anoniem deelnemen aan het programma. “Ze kunnen zelf bepalen of ze hun leidinggevende en collega’s informeren”, vertelt Denktaş. “Hiermee willen we een veilige ruimte bieden aan deelnemers om zelf in alle rust richting te geven aan hun loopbaan.”
Het programma heeft duidelijke doelen. Denktaş: “We willen mensen zo goed mogelijk ondersteunen om hun plek te vinden in deze organisatie. Tegelijkertijd nemen we criteria en processen voor promotie onder de loep, zodat we barrières in het systeem kunnen identificeren én oplossen.”
Het werkt
Volgens Denktaş en Bredenoord werkt dit programma goed. Van de 100 deelnemers die in 2019 aan het programma begonnen, hebben uiteindelijk 33 vrouwen een portfolio ingediend en er een vertrouwelijk advies over gekregen. Achttien wetenschappers kregen financiële steun voor hun onderzoek en achttien andere deelnemers kregen wetenschappelijke projecten die hun carrière konden bevorderen. Daarnaast hebben negen vrouwen promotie gemaakt.
Van alle deelnemers verlieten er vijf de universiteit om een betere functie elders te bekleden. “Natuurlijk vinden we dat jammer, blijkbaar was de universiteit niet in staat om deze talenten te behouden”, reageert Denktaş. Bredenoord voegt eraan toe: “Het is een les voor ons om toptalenten te behouden, maar mobiliteit past ook bij een academische carrière, dus als het een positieve uitkomst voor de deelnemer is, dan is het ook een succes voor het programma.”
” culturele diversiteit”
Van die flauwekul moeten we in Nederland eindelijk eens afstappen. Uiteraard valt niet te ontkennen dat er mensen met andere culturele achtergronden in Nederland wonen maar bij één land en één natie hoort één cultuur waaraan iedereen zich dient aan te passen.
Dat betekent niet dat mensen met een andere culturele achtergrond daar niets van zouden mogen laten zien, maar aanpassing aan de heersende, Nederlandse cultuur zou de norm moeten zijn.
Verder kan je voor vrouwen,allochtonen en andere doelgroepen nog zoveel organiseren, als die mensen even veel vaardigheden hebben en desondanks minder kansen krijgen, dan ligt het probleem niet bij hen en dient het elders opgelost te worden, op een ander niveau. Dan moet je dáár iets doen.
Reageren niet meer mogelijk.