Gijs van Oenen had een nog niet omlijnd idee om een boek te schrijven over de strijd tussen links en rechts, over hoe zowel populisten als woke-activisten overtuigd zijn van hun eigen gelijk. De doorslag voor het boek was het moment waarop Van Oenen zelf werd gecanceld. Tijdens een lezing in het Nieuwe Instituut stelde hij een vraag aan de vrouw die de lezing hield, een Amerikaanse politicologie die hij goed kent. De moderator greep in en zei dat hij die vraag niet mocht stellen omdat die zou getuigen van onjuist begrip van een feministisch leerstuk. “Het woord werd mij ontnomen, alsof ik in de hoek moest gaan staan. Ik werd gediskwalificeerd, maar ook de spreekster aan wie ik de vraag stelde werd blijkbaar niet in staat of bereid geacht mijn vraag te beantwoorden. Dat wekte zoveel wrevel in mij op, dat ik aan een boek begon.”
Gijs van Oenen (1959) is universitair hoofddocent Filosofie aan de Erasmus Universiteit. Hij studeerde Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij in 1994 promoveerde in de rechtsfilosofie. Onlangs publiceerde hij zijn boek Culturele veldslagen. Eerder verscheen Overspannen democratie (2018). Daarnaast is hij een van de auteurs van de filosofiemethode Durf te denken!
“Ieder boek dat je schrijft is een vorm van zelfverwezenlijking”, zegt Oenen. In zijn uitleg citeert hij Johann Gottlieb Fichte die zei dat filosofie uitdrukking is van het zelf, maar, zegt hij snel tussendoor: “Eigenlijk komt het idee van zelfverwerkelijking van Hegel.” De lezers mogen merken dat het boek voortkomt uit een persoonlijke interesse, maar het is allerminst zijn bedoeling om zijn eigen verontwaardiging uiteen te zetten.
Met zijn boek Culturele veldslagen brengt hij het ontstaan van zowel linkse als rechtse overtuigingen voor het voetlicht. Als schrijver, publicist en als wetenschapper wil hij ‘waardenvrij’ zijn. Dat is dan weer een idee van Max Weber. “Je kunt je eigen overtuigingen en waarden niet uitschakelen, maar in doceren en publiceren moet je iedere bron, iedere auteur die je bespreekt zo goed mogelijk neerzetten.”
Ondoorzichtige voorkeuren
Met een collega op de universiteit – de Spinozakenner Henri Krop – stelde Van Oenen een programma samen over de geschiedenis van geestes- en sociale wetenschappen waarin verschillende filosofen en stromingen werden besproken tijdens de lessen.
Na afloop kwam er een student naar hen toe om te zeggen dat ze het ‘heel boeiend’ had gevonden en dat ze zich gedurende het hele programma had afgevraagd wat de politieke voorkeur van Van Oenen en zijn collega is; ze kon er maar niet achter komen. “Dat was het grootste compliment dat ik kon krijgen. We hadden geen moeite gedaan om onze voorkeuren te verheimelijken, maar we wilden alle stromingen zo goed mogelijk bespreken. Als je snapt wat de oorsprong is, is alles te rechtvaardigen.”
Onmenselijk begrip
Met die blik las Van Oenen het boek Männerphantasien van Klaus Theweleit, waarin de schrijver, een cultuurfilosoof, op een onorthodoxe manier analyseert waarom soldaten gek gemaakt door de Eerste Wereldoorlog vrouwen vermoordden. De schrijver baseert zich op brieven, dagboeken en soldatenromans.
Van Oenen las het boek begin jaren tachtig op aanraden van een vriend. In zijn kring moest je dit boek gelezen hebben ‘om in de mode te zijn’. “Dit boek geeft je zicht op de minder fraaie woelingen in menselijk gedrag. Uiteindelijk valt daar veel uit te leren. De menselijke gedragingen die we het meest afkeuren, zijn het meest inzichtelijk. Ook bij dit boek geldt: als je begrijpt waar iets vandaan komt, kun je er begrip voor hebben. Onmenselijk begrip in dit geval.”
Vrijheid blijheid
Onlangs was Van Oenen 25 jaar in dienst bij de universiteit. Hij kreeg een beeldje, ‘een blijk van institutionele waardering’, en maakte van de gelegenheid gebruik om zijn waardering jegens de universiteit uit te spreken. “In al die jaren heeft niemand mij verteld wat ik wel moet doen en wat ik niet mag doen. Dat is bijzonder en heel veel waard.”
Wat hem ook heeft geholpen tijdens zijn werk op de universiteit is het idee van Weber dat, ‘als je aan de universiteit wil werken, je het niet erg moet vinden dat links en rechts allerlei mensen omhoogschieten waarvan je denkt: wat zijn dit voor sukkels’. Van Oenen vond dat niet altijd makkelijk. “Maar het is geen reden om tegen de universiteit te zijn. Dat is gewoon onderdeel van dit instituut.” Van Oenen maakte voor zichzelf de afweging in welke positie hij zijn belangrijkste waarde ‘vrijheid’ kon botvieren. Dat bleek niet de positie van hoogleraar; als universitair hoofddocent is hij tevreden. “Ik denk dat ik in deze positie het meest vrij ben.”
Leesgedrag:
Aantal boeken per jaar: “Heel veel, maar de meeste maar gedeeltelijk. Ik vergelijk het met Star Trek. Op een scherm zie je allemaal sterren verschijnen, die langs het schip schieten; zo werkt het ook met boeken en literatuur. Je probeert een paar boeken te grijpen, maar voor je het weet zijn er alweer dertig andere mogelijke boeken gepasseerd. Dat is geen doen. Ik hoorde ooit een fantastische metafoor: kennis is een ballon die je opblaast. Hoe groter de ballon, hoe meer kennis. Maar het raakvlak met buiten, met alles wat je niet weet wordt ook steeds groter. Sinds deze beeldspraak, kan ik rust vinden in al die boeken die aan me voorbijschieten.”
Belangrijkste motivatie: De wil tot weten
Favoriete genre: Filosofie, sociale wetenschappen, architectuur, kunst, klassieke muziek
Laatst gelezen boek: Jerry Muller’s biografie van Jacob Taubes, Professor of apocalypse. The many lives of Jacob Taubes. “Taubes was een onconventionele joodse filosoof en theoloog, die zo ongeveer iedereen in het intellectuele wereldje kende die ertoe deed maar waarvan eigenlijk niemand kon zeggen of hij nu geniaal was of een charlatan.”