Toen ze voor een werkstuk een onderzoek moesten doen, wisten Ann-Awen Quenet, Jeanne Gachet, Renee Verhoeven, Emma Leeuwenhoek, Julie Dewaerheijd en Ellen Burghardt direct dat ze het over seksueel grensoverschrijdend gedrag wilden hebben. “Drie van ons zijn Nederlands en zij kwamen met het idee om een onderzoek te doen naar de studentenverenigingen”, vertelt Ann-Awen.
Als internationals kenden Ann-Awen, Julie en Jeanne de verenigingen niet. Julie: “Ik dacht: oké, dat klinkt niet zo boeiend. Ik dacht niet dat we iets interessants zouden vinden. Maar, god, wat zat ik er ver naast!”
Niet direct actie
Wat ze in hun onderzoek zagen is dat leden die seksueel grensoverschrijdende ervaringen hebben, die ervaring vaak bagatelliseren. Ook ondernemen ze meestal niet direct actie door bijvoorbeeld een melding te maken. “Ze willen niet bekend staan als iemand die iets naars heeft meegemaakt”, zegt Ellen. Toch wordt het een ander verhaal als hun vriendinnen het hebben ervaren. “Dan worden ze assertiever, ze hebben het gevoel dat ze voor hun vriendinnen moeten opkomen.”
Terwijl de verenigingen een formele klachtenprocedure hebben voor grensoverschrijdend gedrag, willen de vrouwelijke leden liever niet dat de zaak via de officiële weg wordt behandeld. Dit uit angst voor hun reputatie. “Ze vinden het moeilijk om zich kwetsbaar op te stellen en ze willen iemand anders niet voor het blok zetten. Verder willen ze niet bekend komen te staan als de oorzaak dat een medestudent bijvoorbeeld uit de vereniging wordt gezet”, licht Ellen toe.
In plaats daarvan gebruiken ze roddels om iemand uit te sluiten of mensen te waarschuwen. “Je merkt dat ze liever achter gesloten deuren handelen, wat fascinerend is. Alsof ze vinden: ik regel het zelf wel, want niemand anders zal dat doen.”
Lacherig reageren
Bijna alle studentengezelligheidsverenigingen hebben vertrouwenspersonen bij wie de leden terecht kunnen voor grensoverschrijdend gedrag. “Niet alle studenten die we interviewden wisten dit en de meesten maakten er geen gebruik van”, vertelt Ann-Awen. “Dit laat onder andere zien dat seksueel grensoverschrijdend gedrag niet goed wordt besproken binnen de verenigingen. Dat de mogelijkheden om hulp in te schakelen niet duidelijk worden gecommuniceerd.”
Ook is er weinig dialoog hierover tussen mannelijke en vrouwelijke leden. “Wanneer vrouwen het over seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben, reageren mannelijke leden meestal lacherig. Het wordt niet serieus genomen, jongens maken er een grapje van en veranderen het onderwerp”, vertelt Julie. “Dus vrouwelijke leden vermijden zo’n gesprek omdat ze niet serieus worden genomen.”
Alcoholcultuur
De gesloten cultuur binnen de verenigingen helpt ook niet, zegt Julie. “Veel grensoverschrijdend gedrag vindt volgens onze respondenten plaats tijdens de ontgroening of verenigingsrituelen. En het wordt hen op het hart gedrukt dat het verhaal binnen de vereniging moet blijven.”
Vaak proberen de vrouwelijke leden seksuele intimidatie goed te praten door de schuld te geven aan alcohol. “Ze zeggen dan: hij meende het niet, hij deed het omdat hij dronken was. Of: het gebeurde omdat ik dronken was, dus het was niet helemaal zijn schuld”, vertelt Ann-Awen.
Vrouwelijk perspectief
Voor dit onderzoek interviewden ze twaalf vrouwelijke leden van vier Rotterdamse studentenverenigingen. Aan het begin van elk interview vroegen ze aan de respondenten wat seksueel grensoverschrijdend gedrag inhoudt. “Wat interessant was, was dat ze dezelfde definitie hebben, namelijk alle gedragingen die over je grens heen gaan, van de manier waarop ze aangekeken worden of seksueel getinte opmerkingen tot aanranding of seks zonder instemming”, vertelt Ellen.
Ze interviewden alleen vrouwen omdat ze het vrouwelijke perspectief naar voren wilden brengen. “Ook al waren we ook geïnteresseerd in de verhalen van mannelijke leden, we vreesden dat de jongens meer sociaal gewenste antwoorden zouden geven”, zegt Ellen. “We wilden ons losmaken van het mannelijke perspectief en focussen op de ervaring van vrouwen.”
Makkelijker dan gedacht
Was het lastig om vrouwelijke leden te vinden die hierover wilden vertellen? Julie: “Het was niet zo moeilijk als ik dacht. Zodra we één iemand hadden gevonden kregen we via haar meer contacten. Zo ging het rollen. Bovendien zijn wij zelf ook studenten en dus ontmoetten we veel medestudenten die bij een vereniging zitten tijdens het uitgaan.”
Ann-Awen voegt eraan toe: “Waarschijnlijk gingen het onderzoek en de interviews vlot omdat wij ook vrouwen zijn en leeftijdgenoten. Doordat we elkaar snappen, voelden ze zich vrijer en veilig om hun verhaal te delen.”