Op de vraag welke problemen ze zelf tegenkwamen tijdens corona, reageren promovendi en mede-ondertekenaars Chiara Carboni en Iris van de Voort hoofdschuddend. Dat is nou precies waar ze het níet over willen hebben. “We hebben al zoveel evaluaties en enquêtes moeten invullen, waarin we moeten uitleggen en kwantificeren waardoor we vertraging hebben opgelopen.” De evaluaties leiden volgens hen tot ongemak: de ene promovendus krijgt wel uitstel, de ander niet. Terwijl veel vertraging helemaal niet in weken uit te drukken valt.
Algemeen pardon
“Want hoe bereken je de vertraging doordat je minder de kans hebt gehad om te netwerken? Doordat je soms heel eenzaam was? Of doordat je niet met medepromovendi hebt kunnen sparren over je onderzoek?”, vraagt Van de Voort zich af. Daarom pleiten zij, Carboni en de andere ondertekenaars voor een algemeen pardon: zes maanden erbij, zonder ingewikkelde vragen.
Na enig aandringen geven ze toch een beeld van waar ze als promovendi tegenaan liepen tijdens corona. Carboni: “Onderzoek bij ons betekent vaak dat je naar een ziekenhuis of een verzorgingshuis moet om observaties te doen. Dit kon heel lang niet. En ook als er even geen lockdown was, moest er zoveel zorg ingehaald worden dat je als onderzoeker niet echt een prioriteit was voor de zorgmedewerkers. Ze hadden gewoon geen tijd voor je.”
Onzekerheid
Ook het bezoeken van conferenties was uiteraard ingewikkelder. “Mijn eerste presentatie was op een symposium vanuit huis. Maar omdat het in Toronto zou zijn, hielden ze nog die tijdzone aan, dus het was ’s nachts.” Ook misten de promovendi de sociale ontmoetingen na afloop van zo’n presentatie.
Een groot probleem was de eenzaamheid, zegt Van de Voort. “Een promotietraject is al vrij eenzaam, en tijdens Covid-19 werd het helemaal eenzaam. Gedachtes kunnen delen met collega’s en geïnspireerd worden is heel motiverend voor je onderzoek.”
Ondanks alle versoepelingen is de situatie nog altijd niet normaal. “Je hebt nu vooral onzekerheid, omdat je nooit weet wanneer de regels weer veranderen en of er een nieuwe uitbraak komt.”
Verlenging
In de zomer van 2020 – corona was achteraf gezien nog maar net begonnen – was er geld voor verlenging. Eenentwintig van de circa zestig promovendi bij de ESHPM maakten hier gebruik van. Carboni en Van de Voort maakten geen gebruik van de regeling, vooral omdat ze er niet van op de hoogte waren en nog maar net begonnen waren met hun promotie. Daarbij hadden ze nog geen idee hoeveel vertraging ze zouden oplopen of hoelang de pandemie zou duren. “Bovendien kregen deze promovendi vaak tijdelijke onderwijscontracten, en daar waren wij gewoon nog niet aan toe. Dat is iets dat je aan het eind van je promotie doet.”
Dat de ene promovendus wel uitstel krijgt en de ander niet, heeft al op verschillende plekken tot wrevel geleid, weten Carboni en Van de Voort. Carboni: “Bijvoorbeeld bij de ESSB. Bij die faculteit kregen promovendi die extern worden gefinancierd geen uitstel. Die hebben een brief geschreven aan het faculteitsbestuur dat ook met hen rekening gehouden moest worden.” Op de hele universiteit één lijn trekken is uiteindelijk de oplossing, denkt het tweetal.
De open brief, die nog te ondertekenen is, is op 10 maart namens zestien ESHPM-promovendi gestuurd naar rector magnficus Annelien Bredenoord en ESHPM-prodecaan Werner Brouwer. Brouwer heeft inmiddels gereageerd en voorgesteld om met de groep om tafel te gaan. Van Bredenoord hebben Carboni en Van de Voort op het moment van schrijven nog niks gehoord. Volgens een woordvoerder van de EUR komt de rector deze week met een reactie.