“Vaak zijn wij de link tussen studenten die grensoverschrijdend gedrag meemaken en alles wat er is aan meldpunten en vertrouwenspersonen binnen de universiteit”, zegt Leonie Heres. Ze is gepromoveerd op ethisch leiderschap en sinds 1 december bijzonder hoogleraar Integriteit van het lokaal bestuur aan de Erasmus Universiteit. Afgelopen donderdag gaf ze online college aan een kleine groep studenten van de Universiteit Utrecht en maakte naar eigen zeggen een ‘klassieke fout’.
Goede aanleiding
“Ik belde in via Teams, dat was net nadat de uitzending van BOOS was geweest, en het gesprek ging daarover. Ik ben er heel even op ingegaan en ging toen snel over tot de orde van de dag. Maar juist vanuit mijn vakgebied weet ik dat de drempel voor zo’n gesprek veel lager is als je een aanleiding hebt, en dit is een goede aanleiding om dat gesprek te starten.” Ze deelde vervolgens op Twitter dat ze het college anders had moeten aanpakken.
Wat ze anders had willen doen: “Het begint met vragen stellen: wie herkent zich in deze verhalen? Hoe speelt dit bij jullie? Hoe ervaar je de veiligheid op de universiteit of onder studenten? Wat zijn dingen die je moeilijk vindt in dit soort situaties? Welke rol kunnen wij als docenten spelen? Afhankelijk van wat je relatie is met studenten kunnen er dan best kwetsbare dingen op tafel komen. Belangrijk is in elk geval om te benadrukken dat de schuld altijd ligt bij degene die de grens overschrijdt.”
Het Centrum voor Seksueel Geweld biedt hulp aan iedereen die een ongewenste seksuele ervaring heeft meegemaakt. Je kunt gratis en anoniem chatten of bellen met 0800-0188.
De universiteit heeft vertrouwenspersonen voor medewerkers en studenten waar je ongewenst gedrag kunt melden. Zij luisteren naar je verhaal en kunnen je helpen en doorverwijzen. Daarnaast is er een klachtenregeling ongewenst gedrag.
‘Hoogrisico-omgeving’
Er zijn parallellen tussen een entertainmentprogramma als The Voice en universiteiten, zegt Liesbet van Zoonen, dean van de Graduate School of Social Sciences and the Humanities. “Er is weinig plek aan de top, er zijn sterke machtsverhoudingen en de manieren om hogerop te komen zijn ondoorzichtig. Daarom is de universiteit een ‘hoogrisico-omgeving voor dit soort gedrag’, dat blijkt ook regelmatig uit onderzoek naar sociale veiligheid. In 2018 organiseerde Van Zoonen de theatervoorstelling #MeTooAcademia: the learning curve. Die werd uiteindelijk meer dan dertig keer opgevoerd op universiteiten in heel Nederland.
Als dean van de Graduate School werkt Van Zoonen veel met promovendi. Uit een recente enquête onder promovendi van de Erasmus Universiteit blijkt dat een groot deel van hen vindt dat het promotietraject negatieve gevolgen heeft voor hun mentaal welzijn. Bij promovendi is er een sterke afhankelijkheidsrelatie met de begeleider. Ongewenst gedrag gaat niet alleen over seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar over allerlei vormen van sociale veiligheid. “We proberen in het onderwijs een situatie te creëren waarbij we het hebben over sociale veiligheid. Maar belangrijker nog is dat we ook workshops geven aan begeleiders. Bijvoorbeeld over co-auteurschap: wiens naam komt op een publicatie, wiens naam als eerst? Daar denken promovendi en begeleiders vaak heel verschillend over.”
Erkenning
Zowel Heres als Van Zoonen maakt weleens mee dat een student of medewerker grensoverschrijdend gedrag bij hen meldt. “Dat komt volgens mij ook omdat mijn studenten weten dat ik dit een belangrijk onderwerp vindt”, zegt Heres. Ze legt uit hoe ze dat aanpakt: “Ik begin met echt luisteren. Je moet wegblijven van victim blaming en het is ook goed om voorzichtig te zijn met adviezen als: je moet aangifte doen. Je hoeft niet te oordelen over wat er is gebeurd. Door heel snel in actie te schieten kun je het ongemak ook vergroten. Het kan zijn dat iemand helemaal niet klaar is om melding te maken of een klacht in te dienen. Je kunt wel aanbieden om te helpen: vind je het fijn als ik informatie voor je opzoek of vind je het fijn als we samen een mail aan de vertrouwenspersoon schrijven? Het is heel belangrijk dat je erkenning geeft: ‘Ik kan me voorstellen dat het moeilijk is om hierover te vertellen.’”
Naast iemand gaan staan is ook wat Van Zoonen doet als iemand grensoverschrijdend gedrag ervaart. “Stel je promotor vergrijpt zich, hetzij intellectueel, hetzij lichamelijk. Dan is het een heel eenzaam proces om daar melding van te maken of een klacht over in te dienen. Ongeacht wat er is gebeurd probeer ik iemand bij te staan in zo’n proces.”
Meer meldpunten
Ziet Van Zoonen veranderingen sinds ze in 2018 de theatervoorstellingen over seksuele intimidatie op universiteiten organiseerde? Het korte antwoord stemt niet heel hoopvol: “Nee. Het is ook geen nieuw probleem, sinds de jaren tachtig hebben we het hier al over.” Tegelijkertijd ziet ze wel veranderingen in de wetenschap waardoor afhankelijkheidsrelaties minder problematisch worden. “Er is bijvoorbeeld meer team science, waardoor individuele verhoudingen minder belangrijk worden. En andere beloningsstructuren en profielen voor wetenschappers met Erkennen en Waarderen kunnen daar ook bij helpen.”
En in de afgelopen jaren is er meer aandacht voor sociale veiligheid op universiteiten. Er zijn meer vertrouwenspersonen op de Erasmus Universiteit, er is een psycholoog voor promovendi, er worden weerbaarheidstrainingen georganiseerd. Van Zoonen heeft daar een dubbel gevoel bij: “Enerzijds is het heel goed, maar anderzijds maakt het van ongewenst gedrag een geïndividualiseerd probleem.”
Bewustwording binnen het onderwijs
“Met meldpunten en vertrouwenspersonen ben je er niet”, zegt ook Heres. “We hebben veel geïnvesteerd in de juiste systemen, maar dat vindt plaats naast het onderwijs. Nu is het tijd om ook te investeren in bewustwording en gedrag en dat integraal een plek te bieden binnen het onderwijs. Je moet je daarbij wel bewust zijn dat een gesprek over seksueel geweld, en over alle vormen van grensoverschrijdend gedrag, een trigger kan zijn, want we dragen allemaal onze ervaringen met ons mee.”
Zelf bespreekt ze volgende keer de uitzending van BOOS met haar studenten. “Ik heb ze een uitgebreide email gestuurd waarin ik heb aangegeven dat ik het gevoel had dat het leefde en dat ik daar overheen stapte. Maar dat ik er graag op terugkom als zij daar open voor staan omdat ik graag met ze in gesprek ga over hoe zij de veiligheid op en rond de universiteit ervaren, welke rol wij als docenten daarin zouden kunnen vervullen en wat we daarin beter kunnen doen.”