Er heerst een gezellige drukte in de sportzalen van Erasmus Sport op donderdagavond. Aan een zijde spelen teams van Erasmus Volley tegen externe clubs en aan de andere zijde worden aan de beginnersgroep de basistechnieken van de sport bijgebracht. Quinten Blankenborg, bestuurslid bij Erasmus Volley, heeft een enorme stijging in interesse gemerkt voor de club. “Vergeleken bij voorgaande jaren hebben we zoveel meer aanmeldingen gehad, dat we niet iedereen konden verwelkomen op onze open dagen”, zegt hij.
Het toelaten van nieuwe leden hangt sterk af van de beschikbare ruimte en tijd die die club krijgt toegewezen in het sportgebouw op de campus. De club hanteert momenteel een wachtlijst om toch nog mensen toe te kunnen laten als iemand besluit te stoppen, of als er plek vrijkomt vanwege het vertrek van studenten die bijvoorbeeld op uitwisseling zijn.
Laag pitje
“Ik begrijp dat het niet leuk is om enthousiastelingen te moeten teleurstellen als vereniging”, zegt Rian Tosserams, die al enkele jaren lid is. Zij kent zelf een paar studenten die niet zijn toegelaten dit jaar. Die zijn daar best verbitterd over, maar begrijpen ook dat de ruimte beperkt is. Hoe is het anderen dan wel gelukt om lid te worden? “Het is grotendeels gewoon geluk hebben”, zegt Fabio in ’t Veen, die meteen al bij de eerste poging een plekje kreeg aangeboden bij de volleybalvereniging.
Het is niet helemaal duidelijk waar de 340 leden tellende club deze enorme belangstelling aan te danken heeft, maar Quinten vermoedt dat het coronavirus ermee te maken heeft. “Ik denk dat veel mensen zich realiseren dat je sociale leven op een laag pitje staat als er weer een nieuwe coronagolf is, tenzij je aangesloten bent bij een club. Als je niet naar je colleges kunt gaan, dan zijn verenigingen ongeveer de enige manier om mensen te ontmoeten.”