“Hoe vond je het nou zelf gaan?” De beduchte ijsbreker van elke beoordelaar. Tja. Ik vertelde hem hoe ik het zelf vond gaan. Wel goed. Voorbereid, wel nerveus.

“Weet je, Dino, toen je laatst begon over dat je van muziek houdt, schrok ik. Of ja, schrok, ik bedoel: ik was verbaasd. In de muziek kan je melodieën blijven uitdiepen, wordt er eindeloos gewogen en getobd. Dat is in de geneeskunde toch wel anders. Hier moet je daadkrachtig zijn. Je stelt een beleid op en je voert het uit.”

“Dat is wat ik een beetje miste in je presentatie. De focus. Het publiek raakte afgeleid, begon op zijn mobieltje te kijken. Je moet doorpakken.”

Onwillekeurig meanderen mijn gedachten voort. Waar zijn zin eindigt, begint mijn fantasie. Ik denk aan het CDA: “Nu doorpakken.”

Het CDA wankelt. Het beredeneert te veel vanuit een starre vertolking van de christendemocratie. In hun ogen is Nederland een in dauw overgoten ploeg, met hier en daar een, wellicht wat uit de kluiten gewassen, opeenhoping van flatgebouwen. De Nederlander: een familiemens, die sobertjes elke ochtend zijn koeien melkt, ’s avonds braaf zijn pieper en bal eet, en zijn kind voor het slapengaan een babbelaar toestopt.

Maar dit gedachtegoed weten ze niet meer te verkopen aan de Nederlander, al jaren niet. Het rommelt in het CDA. In recente peilingen scoort de partij een vernederende tien zetels. Om de neuzen weer een kant op te krijgen, is er onlangs een rapport verschenen over de CDA-ideologie. De auteurs citeren de componist Gustav Mahler: “Tradition ist die Weitergabe des Feuers, nicht die Anbetung der Asche.”

Verder dan dat kom ik met mijn overpeinzingen niet. Achter de coulissen van mijn dagdromen is het koper al ingezet. Ik schuif mijn armen als een juk over de schouders van mijn buurmannen en buurvrouwen. Gezamenlijk zetten wij de Auferstehung van Mahler in. Heel Nederland voegt zich vol borst in ons gezang. Tranen trekkend. Een Walküre doemt op uit de mist, en zet, de borsten ontbloot, de sopraanstem in. De pauken roffelen: wij stijgen met zijn allen op in een grote climax.

Van ontzettende leegte.

“Heb je nou uiteindelijk antwoord gegeven op je onderzoeksvraag?”, onderbreekt hij bruut mijn gedachtestroom. Ik schrik. Ja, ik heb argumenten gegeven, deze onderbouwd met artikelen, en de overweging bij de specialisten gelegd. Ik heb de klinische expertise toch niet? De decennia aan ervaring?

Hij buigt wat voorover, vouwt zijn handen in elkaar, en tovert een glimlach tevoorschijn. “Jij bent op het moment dat je op het podium staat de autoriteit. De toehoorders moeten wat jij zegt maar aannemen, of alle artikelen zelf lezen. Niemand gaat alle artikelen lezen. Wees stellig in je antwoord, verkondig je mening. Wees overtuigend, behoud je focus.”

Hij gooit zichzelf weer achterin zijn stoel. Zijn gezicht ontplooit, wordt lichter. Met brede grijns: “Goed! Zullen we er een zeventje van maken dan?”

Print

Lees meer

Chemokuur

Geneeskundestudent Dino Gačević is dit jaar begonnen aan zijn coschappen. Iedere maand…