Nieuwe praktijk bij de campus hoopt oplossing te zijn voor huisartsenprobleem studenten

Begin juni openden Dolk en Jansen, beide geen huisarts. Jansen is de praktijkmanager (en momenteel ook doktersassistent, grote kans dat je hem aan de lijn krijgt als je de praktijk belt) en Dolk is ‘vliegende keep’ en houdt zich onder meer bezig met IT-systemen. Er werken drie huisartsen in hun praktijk, die allemaal goed Engels spreken. Een van hen spreekt zelfs zeven talen, waaronder Italiaans. Ze hebben ook een praktijkondersteuner in dienst voor psychische klachten. “De inschrijvingen gaan goed. We zaten binnen twee weken al op 350 mensen. Huisartsen uit de buurt die vol zitten verwijzen naar ons door”, zegt Jansen.

Belangrijk: de studenten moeten wel binnen vijftien minuten van de huisartsenpraktijk wonen. “Bij spoed moet de huisarts er wettelijk gezien binnen die tijd kunnen zijn”, zegt Dolk. Met hun locatie in Kralingen kunnen ze in ieder geval een grote groep studenten bereiken, denken ze. “En als het goed loopt, hopen we uit te breiden naar andere locaties in de stad”, zegt Dolk.

Met name internationale studenten bleken zorg mis te lopen, concludeerde Erasmus Magazine vorig jaar na onderzoek. Ze vonden maar lastig een huisarts. Dat kwam onder meer door een Rotterdams huisartsentekort en de daarmee samenhangende huisvestingsproblematiek voor huisartsen, een ingewikkeld Nederlands zorgsysteem en administratieve hobbels voor studenten om zich aan te sluiten bij een huisarts.

De universiteit startte daarna haar eigen onderzoek om te kijken wat de rol van de universiteit zou kunnen zijn om het probleem op te lossen. Konden ze een huisarts in de arm nemen? Of een bedrijf dat online consulten houdt? Wat helpt? Wat mag? Wat is wenselijk?

Terwijl de universiteit hierover nadacht, deden Jansen en Dolk hun eigen marktonderzoek, zagen de potentie, en begonnen. Daarna lichtten ze de universiteit in. Carolien Hennekam, die het onderzoek deed namens de universiteit, was blij verrast toen ze hoorde van de plannen. “Wij wisten nergens van, maar het is het antwoord op alle vragen waar wij over nadachten”, lacht ze. “Dus wij zijn heel blij dat zij een praktijk geopend hebben.”

Ondanks dat Jansen geen huisarts is heeft hij wel veel ervaring in de gezondheidszorg. Hij studeerde gezondheidseconomie aan de Erasmus School of Health, Policy & Management en werkte als zorginkoper voor een zorgverzekeraar, als zorgverkoper bij een behandelcentrum en voor Pfizer. Jansen zag kansen en vroeg Dolk om te helpen. Dolk heeft vooral veel ervaring in het bedrijfsleven. Hij hielp startups in de IT-sector groeien.

Waarom starten juist zij een praktijk? “Niet alle huisartsen willen echt zelf een praktijk runnen”, zegt Jansen. “Dat komt deels doordat de huisartsen er steeds meer zorgtaken bij krijgen en dus ook mensen als een praktijkondersteuner in dienst moeten nemen. Zo wordt de managementkant steeds groter en de zorgtaak kleiner.” Nu kunnen Dolk en Jansen, die zelf júíst het ondernemende interessant vinden, die taken op zich nemen.

Dolk en Jansen zetten met hun praktijk nadrukkelijk in op de mogelijkheid een e-consult te krijgen als patiënt. “Op die manier is het gemakkelijk om vanuit huis even een fotootje te sturen of digitaal contact te hebben met je huisarts. We werken met een gebruiksvriendelijk systeem.”

Voor internationale studenten zijn ze in overleg met particuliere zorgverzekeraar Aon, die zich met verzekeringen met name richt op internationals en expats. “We hopen het voor internationals net zo makkelijk te maken om zorg te krijgen als voor Nederlanders. Bijvoorbeeld door onze rekeningen rechtstreeks naar Aon te sturen, en niet de student aan de balie te laten betalen.”

Goede koffie, mooie planten, e-consults en kundige huisartsen. Allemaal heel belangrijk. Maar het belangrijkste waarop nieuwe klanten  hen lijken te selecteren, merken beide heren, is de mogelijkheid om de hele dag te kunnen bellen. “We vertellen aan verschillende mensen over onze plannen en waar mensen op aan slaan: ons kun je niet alleen tussen 9 en 11 uur ’s ochtends bellen, maar de hele dag.” Jansen lacht: “Opvallend toch?”