Habesha betreft mensen van Ethiopische en Eritrese afkomst. “Migranten en asielzoekers uit Ethiopië en Eritrea vormen een aanzienlijk deel van de recente stroom Oost-Afrikaanse migranten naar Nederland”, vertelt Zemzem Shigute Shuka, universitair docent Global Health and Development aan het International Institute of Social Studies. Naar verluidt wonen meer dan 15.000 mensen van Ethiopische afkomst en ruim 20.000 mensen van Eritrese afkomst in Nederland. “Er diverse redenen waarom ze hierheen komen, maar de voornaamste redenen zijn geschillen tussen buurlanden in Ethiopië en ontsnappen aan rekrutering voor militaire dienst in Eritrea. En natuurlijk moeten we de economische redenen niet vergeten, op zoek naar een beter leven.”

Kwetsbaar

De maatregelen voor de lockdown aan het begin van de pandemie hadden een verschillende impact op verschillende delen van de samenleving. Toen de pandemie begon, hadden Shuka en de leden van haar team informele gesprekken met leden van de Ethiopische en Eritrese gemeenschap die in Den haag wonen. “Tijdens deze gesprekken hoorden we de specifieke kwetsbaarheden waar deze leden van de gemeenschap mee te maken kregen met betrekking tot gebrek aan toegang tot informatie en het begrijpen van de taal. We ontdekten ook dat diverse gemeenschapsleden hun baan verloren en niet wisten hoe ze daarna verder moesten. Je kunt je ook de paniek voorstellen in een gezin dat geen computer heeft, of maar één computer heeft voor drie kinderen die online les kregen.”

Na deze gesprekken wilden ze systematisch onderzoek doen. “Natuurlijk voerden we gesprekken, maar de situatie moest ook systematisch worden onderzocht om tot aanbevelingen voor beleid te komen, of om lessen voor de toekomst te leren.”

Gebrek aan communicatie

Lees meer

Coronawetenschap: ‘De Indiase overheid moet orde op zaken stellen om meer onnodige doden te voorkomen’

Terwijl een nieuwe golf van Covid-19 door India raast, voelen zorgmedewerkers zich in de…

Het onderzoek is gebaseerd op een gecombineerde benadering die begon met achttien diepgaande vraaggesprekken met mensen uit de Ethiopisch-Eritrese gemeenschap. De verhalen die Shuka en haar team hoorden, waren alarmerend. “Toen aan het begin van de pandemie de scholen werden gesloten, brachten sommige ouders hun kinderen nog steeds naar school, zelfs toen die al twee of drie dagen was gesloten. Ze begrepen niet eens wat er gecommuniceerd werd over de verschuiving naar online communicatie. Toen ze niet konden ontdekken wat er aan de hand was, belden ze mensen van wie ze dachten dat ze zouden kunnen helpen, waaronder twee leden van ons team die bij Vluchtelingenwerk Nederland ervaring hebben opgedaan met migranten die net in het land zijn aangekomen.” Vier door migranten geleide ngo’s raakten gemotiveerd om de hiaten op te vullen en vormden samen een helpdesk voor het ondersteunen van kwetsbare migranten bij wie kennis van de taal en communicatie ontbreekt.

Een andere schokkende bevinding was het gebrek aan informatie voor familieleden met een laag inkomen. “Deze kwetsbare gezinnen zouden steun kunnen krijgen van de gemeente, maar daar wisten ze niets van. En weer kwam de helpdesk die leden van de gemeenschap te hulp.”

De basisbeginselen voor wonen in dit land

Ook werd aan het begin van de pandemie bezoek aan instellingen voor gezondheidszorg op de oude manier afgeraden. “Zelfs als het ernstig was, moest je de ernst van jouw geval telefonisch uitleggen aan de arts. En deze recent aangekomen migranten konden de ernst van hun situatie niet duidelijk maken. En weer moesten ze de vrijwilligers van de helpdesk bellen, die voor hen de zorginstantie belde om door te geven dat het ernstig was en dat er een afspraak moest worden gemaakt.”

Shuka vindt dat initiatieven zoals de helpdesk waardering zouden moeten krijgen. “Dit is een initiatief van gevestigde migranten om nieuwe migranten te helpen. Je zag dat deze gevestigde migranten het probleem begrepen.” Wat haar betreft had de lokale overheid beter kunnen omgaan met kwetsbare gemeenschappen. “Ze moeten zich ervan bewust zijn dat er gemeenschappen zijn die onbekend zijn met de basisbeginselen van leven in dit land. Ze moeten de verwachting dat iedereen de regels volgt bijstellen. De lokale overheid had zo’n initiatief als de helpdesk moeten bedenken.”

Persoonlijke betrokkenheid

Luc Coffeng 0521-007 – Levien Willemse

Lees meer

Coronawetenschap: De infectieziektemodelleur rekent uit hoe menselijk gedrag de pandemie beïnvloedt en andersom

Infectieziektemodelleur Luc Coffeng wil het gedrag van Nederlanders en de epidemiologie…

Shuka is al negen jaar bij het International Institute of Social Studies, maar ze is geboren en opgegroeid in Addis Abeba, Ethiopië. “Ik ben gevestigd in Nederland en ik zou me zorgen moeten maken over wat hier gebeurt. Maar dat is niet het geval. Als migrant zijn je hoofd en hart op twee verschillende plekken. Ik maak me zorgen over de ontwikkeling van het virus in Nederland, maar tegelijkertijd maak ik me zorgen over wat er gebeurt in Addis Abeba. Mijn familie woont daar en ik wil dat ze veilig zijn. Ik bel ze constant.” Het is wel moeilijk dat ze niet de mogelijkheid heeft om daar heen te gaan wanneer er iets gebeurt. Vooral toen haar moeder in september 2020 overleed. “Je kunt je voorstellen hoe vreselijk het is dat ik niet samen met mijn dierbaren om haar kon rouwen. En mijn situatie is slechts één voorbeeld.”

Wat betreft het onderzoek ziet ze de achtergrond van haar team als een voordeel. “Wanneer de deelnemers aan het onderzoek over hun ervaringen praten, weten zij dat wij in zekere zin hun verhalen herkennen. Dit is meer een voordeel dan een nadeel, omdat zij open kunnen zijn en weten dat wij hun ervaringen begrijpen.”