Het gaat in totaal om vijfhonderd extra plekken, die ‘hopelijk’ al vanaf 15 maart beschikbaar komen. “Vanuit het crisismanagementteam (CMT) kregen we de vraag of er niet meer mogelijk was op de campus, ook als er geen versoepelingen komen”, vertelt Sandra Klarenbeek van Real Estate & Facilities. “Het CMT kreeg signalen dat er te weinig plekken zijn. Toen zijn we gaan kijken of dat binnen of buiten de campus mogelijk is.”
Reserveringen
Vervolgens heeft het team van Klarenbeek gekeken welke ruimte er op de campus is. In de Universiteitsbibliotheek zijn op dit moment vierhonderd studieplekken voor studenten die thuis niet goed kunnen studeren, maar die zijn volgens Klarenbeek volgeboekt ‘voordat je drie keer met je ogen kunt knipperen’. Zolang er geen fysiek onderwijs wordt gegeven, is er genoeg ruimte in het V-gebouw (120 plekken), het Polakgebouw (316) en het studielandschap in het Sandersgebouw (70).
Er komt ook voor deze studieplekken een reserveringssysteem, om te voorkomen dat het te druk wordt op de campus. “Ik wil niet dat studenten gaan dwalen over de campus, op zoek naar een plekje.”
Het totaal aantal studieplekken op de campus stijgt dus naar ongeveer duizend. Mogelijk wordt dat aantal begin april nog hoger: de bedoeling is dat de pilot met sneltesten dan van start gaat. Klarenbeek zegt dat de universiteit nu kijkt naar ongeveer vijfhonderd plekken in Tinbergen, die dan aangewezen worden aan de deelnemers. De deelnemers moeten nog geselecteerd worden. De universiteit overlegt deze week met een groep studenten om te bepalen hoe de selectie in zijn werk moet gaan.
Studieplekken in Ahoy?
Het gesprek over plekken buiten de campus, zoals in Ahoy of het Oude Luxor, is nog niet afgerond. Klarenbeek: “Daar waren we al heel ver mee, maar toen gooide de huidige lockdown roet in het eten.” Nu is de EUR hierover wel weer in gesprek met de gemeente, maar de vraag is nog waar de gemeente voor kiest. “Er zijn meer kapers op de kust, zeker nu middelbare scholen weer open zijn. Die zoeken ook ruimtes waar ze hele klassen op anderhalve meter afstand van elkaar kunnen laten werken.”