Het onderwijs van de afgelopen maanden is beter dan voor de zomer, vindt een meerderheid van de EUR-studenten. Dat blijkt uit een enquête van Erasmus Magazine onder bijna vijfhonderd studenten. Studenten merken op dat er minder geïmproviseerd hoeft te worden, waarderen het incidentele offline onderwijs en zien dat docenten manieren de interactie tijdens online colleges hebben bevorderd.
“Ik heb het gevoel dat de docenten beter weten wat ze willen”, zegt een 23-jarige RSM-student. Een derdejaars van de ESHCC vat de overheersende opvatting treffend samen: “Voor de zomer was de situatie nog nieuw voor iedereen en hadden wij tijd nodig om eraan te wennen. Dit jaar merk ik dat docenten meer manieren hebben gevonden om de aandacht te trekken van studenten.”
Overvallen door corona
Veel studenten waarderen het dat ze dit collegejaar af en toe onderwijs op de campus hebben kunnen volgen. “Er is inmiddels twee tot vier uur per week fysiek college, dat helpt echt enorm”, zegt een Erasmus MC-studente.
Een ESHCC-studente die het onderwijs een 10 geeft: “De ESHCC-medewerkers doen een goede poging om online en offline te combineren, dus ik kan een keer in de week studiegenoten ontmoeten voor een college op de campus. Hoewel de studie-ervaring niet echt hetzelfde is, is het grote voordeel van opgenomen colleges dat je ze terug kunt kijken. Handig tijdens het schrijven van een paper. Misschien is het zelfs een geluk bij een ongeluk, aangezien ik het gevoel heb dat ik veel harder werk nu we min of meer thuis opgesloten zitten.”
Volgens een ESHPM-studente ligt het lage cijfer van voor de zomer deels ook aan de verwachtingen van studenten: “Toen werden we overvallen door corona. Na de zomer wisten we wat te verwachten. Er is tijd geweest om meer over online onderwijs na te denken en dat zie je duidelijk terug in de kwaliteit van het onderwijs. Het is bijvoorbeeld interactiever dan voor de zomer.”
Gebrek aan interactie blijft probleem
Toch blijft die interactie een pijnpunt, blijkt uit de reacties van veel studenten. “Probleemgestuurd onderwijs werkt via Zoom niet zoals het oorspronkelijk bedoeld is”, zegt een tweedejaars ESSB-studente. “Ik merk een heel groot verschil in de kwaliteit”, zegt een filosofiestudent die afgelopen maanden weer ‘tutorials’ op de campus had. “Er ontstaat veel sneller een interessante discussie in het echt. Via Zoom is iedereen toch wat huiveriger om te praten en is er af en toe een probleem met internetverbindingen. Die discussies maken studeren juist leuk en je leert er veel van.”
Een geneeskundestudent vindt het gebrek aan praktijkonderwijs problematisch: “Alle praktijk is weg. Het voelt alsof we alleen leren om tentamens te halen, niet om goede dokters te worden. Alle dingen die het onderwijs vorig jaar leuk maakten, zoals stages en meeloopdagen, gaan niet door.” Een medestudent voegt toe: “Ik heb toch het idee dat ik straks minder goed voorbereid mijn eerste spreekuren inga in de coschappen.”
Ook de studenten die kritischer zijn op het online onderwijs zien dat docenten hun best doen. “Ik vind het moeilijker om mijn aandacht erbij te houden. Het is soms heel saai en traag. Maar ik waardeer de inzet van docenten erg en zie dat ze hun best doen om het interactief te houden”, zegt een student van het Erasmus MC bijvoorbeeld.
Hoger cijfer
Gemiddeld geven studenten het coronaonderwijs dit collegejaar dan ook een 6,2. Eind vorig collegejaar stelde EM zo’n zevenhonderd studenten dezelfde vraag. Toen gaven ze gemiddeld een 5,2. Studenten van de Erasmus School of Economics en de Erasmus School of Law geven het laagste cijfer: een 5,9. Opvallend is ook dat internationale studenten het coronaonderwijs hoger waarderen dan hun Nederlandse medestudenten: een 6,7 ten opzichte van een 6,1.
Studenten ESE en ESL geven gemiddeld lager cijfer dan ESHCC en ESHPM
ESE 5,9
RSM 6,2
ESL 5,9
EMC 6,4
ESSB 6,2
ESHCC 6,7
ESHPM 6,8
Ook over tentaminering zijn studenten positiever dan zes maanden geleden. Ze geven gemiddeld een 5,9. Dat was eind vorig collegejaar een 5,0. Opvallend is het verschil tussen studenten die geen digitale tentamens hebben gehad, maar op bijvoorbeeld essays of tentamens op de campus worden beoordeeld, en studenten die tentamens op afstand maken: 6,5 om 5,8. Ook hier zijn ESE- en ESL-studenten het meest kritisch: de economen geven gemiddeld een 5,3, de juristen een 4,7.
Tentaminering krijgt van ESE- en ESL-studenten een onvoldoende
ESE 5,3
RSM 5,9
ESL 4,7
EMC 6,5
ESSB 6,4
ESHCC 6,6
ESHPM 6,3
De meningen over thuis tentamens maken lopen uiteen. Een deel van de studenten vindt het stressvoller. “Er is veel extra stress over wifi die uit kan vallen of huisgenoten die vergeten dat je tentamen hebt”, zegt een econometriestudent bijvoorbeeld. Maar er zijn ook studenten die blij zijn dat ze thuis tentamens kunnen maken: “Ik word nu niet afgeleid door studiegenoten en heb ook geen last van de stress die zij ervaren. In mijn eigen vertrouwde omgeving kan ik mij beter concentreren.”
Een enkeling mist de sfeer van tentamens: “Dat tentaminering nu uitsluitend online is doet geen recht aan de sfeer die erbij hoort, noch aan het gevoel wanneer je vanuit de zaal rechtstreeks naar de Smitse loopt”, zegt een RSM-student die verder zeer te spreken is over zijn openboektentamens.
‘Proctoring is een hel’
Er blijkt erg veel mis te gaan bij tentamens op afstand, meestal buiten de schuld van studenten om. De helft van de studenten heeft dit collegejaar technische problemen gehad tijdens thuistentamens. Die problemen komen over de hele linie voor, in alle studiejaren en op alle faculteiten (alleen studenten van de ESPhil en het ISS hebben in de enquête geen technische problemen gemeld).
Vooral bij proctoring vinden veel technische problemen plaats en dat leidt tot veel ergernis bij studenten. “Proctor is een hel om te gebruiken. Ik heb er drie van de drie keer problemen mee gehad”, vertelt een ESL-student. “Een keer werkte het zo slecht dat het deel met open vragen niet mee zou kunnen tellen door een fout aan de kant van de proctoring.”
Ten onrechte fraudeur
“Je rolt mee in een systeem dat je per definitie benadeelt en kleineert”, zegt een ESSB-student die ten onrechte werd aangemerkt als fraudeur (‘gelukkig opgelost, maar nog steeds schandalig’). Een EUC-student geeft aan dat ze maanden moest wachten op haar tentamenresultaat door fouten in de proctoringsoftware.
Een ESL-studente vertelt over problemen met Remindo, een programma om digitaal te toetsen. “Het duurde een uur voordat ik aan het tentamen kon beginnen door een technische storing. Uiteindelijk zat ik tot half twaalf ’s avonds een tentamen te maken.”
Studenten krijgen ook regelmatig verkeerde informatie voor toegang tot het tentamen toegestuurd. Een masterstudente bij de ESE zegt daarover: “We kregen allemaal de verkeerde link toegestuurd. Ik dacht dat het aan mijn computer lag dat ik de link niet kon openen. Dit bracht me zo van mijn à propos dat ik huilend aan het tentamen begon.”
Soms positief effect
Opvallend is dat corona voor een deel van de studenten positieve effecten op hun studie lijkt te hebben. De helft zegt meer tijd aan hun studie te besteden, al is dat bij een deel van hen door concentratieproblemen. Een kwart zegt zelfs dat studieresultaten positief beïnvloed zijn door corona.
“Ik heb minder afleiding door mijn sociale leven, wat mij helpt meer te focussen op de studie”, aldus een masterstudent van de RSM. “Ik haal hogere cijfers”, zegt een tweedejaars ESE-student. “Ik heb door het wegvallen van reistijd meer tijd om te studeren, en minder slaaptekort omdat ik niet voor 8 uur ’s ochtends hoef op te staan.” Overigens zegt 43 procent van de respondenten dat corona hun studieresultaten negatief heeft beïnvloed.
Minder zorgen over onderwijs
Studenten maken zich ook minder vaak zorgen over de kwaliteit van het onderwijs of het oplopen van studievertraging dan voor de zomer. Waar destijds meer dan de helft bezorgd was vertraging op te lopen, is dat nu nog maar een op de drie. Internationale studenten maken zich daar vaker zorgen om dan Nederlandse studenten. Ook onderwijskwaliteit wordt nu minder vaak genoemd als iets waar studenten zich zorgen over maken. Voor de zomer zei 62 procent bezorgd te zijn over de kwaliteit van het onderwijs, nu nog maar 43 procent.
Momenteel zijn ‘mijn mentale gezondheid’ (64 procent), ‘de economische gevolgen van de crisis’ (58 procent) en ‘mijn bewegingsvrijheid’ (47 procent) de drie belangrijkste onderwerpen van zorg voor studenten. Onder internationale studenten leven ook veel zorgen over baankansen. 67 procent van de internationale studenten geeft aan zich daar zorgen over te maken.
Verantwoording
498 studenten deden mee aan de enquête van Erasmus Magazine. Invullen kon van donderdag 3 december tot maandag 14 december (alleen resultaten die binnen waren voordat de nieuwe lockdown bekend werd, zijn meegenomen). De respondenten hebben vragen beantwoord over hun ervaringen met online onderwijs en tentamens, hun sociale- en liefdesleven, hun zorgen en hoe ze naar de toekomst kijken. De man-vrouwverhouding, verdeling over de faculteiten, studiejaren en verhouding tussen internationale en Nederlandse studenten onder de respondenten is vergelijkbaar met de totale populatie EUR-studenten. Van de ESPhil, het ISS en het EUC deden te weinig studenten mee om afzonderlijke conclusies te trekken.
Met medewerking van Wouter Sterrenburg.