Bij STAR, de grootste studievereniging van Europa, gaat men ervan uit dat de evenementen voorlopig online zullen zijn. Voorzitter Thom van Dalen: “We volgen alle landelijke richtlijnen en houden nauw contact met de faculteit en universiteit. Onze agenda begint zich langzaamaan te vullen, maar op het moment hebben we maar één groot evenement in de planning staan: de STAR Management Week. Die is geheel online dit jaar, aangezien we geen onnodig risico willen nemen.”
Groot gemis: sociaal contact
Het gebrek aan sociaal contact is het grootste gemis voor de leden, aldus Van Dalen. “Daar halen studenten en ook wij als organisatie veel energie uit.” Toch is hij blij met hoe veerkrachtig iedereen er mee omgaat. Zo is hij aangenaam verrast dat de commissieleden die de STAR Management Week organiseren positief blijven, ondanks de lastige situatie.

De voorzitter vertelt dat de grootste uitdaging nu is om uit te vinden waar studenten naar op zoek zijn en hoe STAR daarin kan helpen. Maar een antwoord vinden op die vragen, is nog niet zo makkelijk volgens Van Dalen. “Dat is een lopend proces, dat waarschijnlijk aan zal houden tot we weer terug naar het oude normaal kunnen.”
Dat met name het sociaal contact gemist wordt bij de studievereningen, beaamt ook Bas van Kruining, voorzitter van Cedo Nulli. “Toen we onze maandelijkse borrel organiseerden – met alle maatregelen in acht – was hij binnen enkele minuten vol”, zo vertelt hij. “Aan het begin van het jaar probeerden we in samenspraak met de faculteit waar mogelijk fysieke activiteiten te organiseren, maar na de laatste persconferenties van de premier hebben we alles omgegooid naar een online format. Ook wij als bestuur doen nu alles digitaal.”
Studiegroepen zijn in trek
Terwijl sociale activiteiten moeilijker te organiseren zijn in een digitale setting, zijn online studie-gerelateerde bijeenkomsten juist in trek. Zo vertelt Van Kruining hoe de studiegroepen die ze organiseren meer bezoekers trekken sinds het begin van de pandemie. De studiegroepen, waar een ouderejaarsstudent de stof voor een tentamen nog een keer uitlegt, zijn populairder doordat velen meer moeite hebben met studeren in een online omgeving. “Zoom maakt het studeren lastiger dan voorheen, dus ik denk dat studenten het prettig vinden om voor het tentamen de stof nog even door te nemen met een ouderejaars die het allemaal goed beheerst.”
Grote verschillen tussen studenten
Waar grote verenigingen flink moeite hebben met het afschalen van evenementen, gaat het bij kleinere verenigingen beter. “We zijn een van de kleinste verenigingen en dat spreekt ergens wel in ons voordeel”, zo vertelt voorzitter Stijn Voogt van wijsgerige faculteitsvereniging ERA. “We kunnen iets makkelijker contact houden met onze studenten en de faculteit. Daardoor kunnen we goed omgaan met de maatregelen.”
Die nauwe samenwerking met de Erasmus School of Philosophy werpt zijn vruchten af: zo konden filosofiestudenten dankzij de medezeggenschapscommissie een plekje reserveren bij bar Kaapse Maria toen deze nog geopend was, om daar te studeren. Voogt: “Op die manier konden studenten die niet op de campus kunnen studeren toch buitenshuis studeren. Leuk voorbeeld van de deeleconomie ook, aangezien Kaapse Maria normaal gesproken toch pas om 17 uur open ging. Voor die tijd kon je daar dus prima studenten kwijt die een plekje zoeken.” Verder probeert ERA via hun buddy-systeem, waarin een ouderejaars een nieuwe student begeleidt, ervoor te zorgen dat iedereen de kans krijgt zijn studie op de rit te houden.
Toch gaat niet alles over rozen volgens Voogt: “Soms zijn wij genoodzaakt een evenement vier keer te organiseren voordat het daadwerkelijk plaats kan vinden. Daarnaast verliezen sommige van onze leden elkaar uit het oog, nu zij elkaar niet meer tegen het lijf kunnen lopen. Dat verlies aan contact proberen wij te ondervangen met digitale alternatieven.” Daar ziet hij wel ‘een schisma’ in onder hun leden: voor de één is de overgang naar minder studentenleven wel prima, voor de ander is het een groot gemis.
Geforceerd om te innoveren

De problemen waar de andere verenigingen tegenaan lopen, herkent ook Daan van Regteren, voorzitter FAECTOR. Het sociale aspect van de vereniging wordt gemist, maar de activiteiten rond onderwijs en carrière gaan online gewoon door. “Je bent geforceerd om te innoveren, dingen die altijd fysiek georganiseerd werden moet je plots omvormen naar online setting”, vertelt Van Regteren. Soms pakt dat onverwacht goed uit: zo waren de online sollicitaties voor commissies erg goed bevallen. “Op deze manier konden studenten die niet in Rotterdam waren zich alsnog voor een commissie aanmelden.”
De studieverenigingen komen bijeen in koepelorganisatie KORF. Als voorzitter van het KORF vertegenwoordigt Van Regteren de studieverenigingen in gesprekken met de universiteit en de gemeente. “We worden redelijk goed betrokken, zo hadden we laatst bijvoorbeeld een gesprek met burgemeester Aboutaleb. De gemeente heeft ondertussen door dat niet alles om studentenverenigingen gaat in de aanpak van het virus. Voor ons is de rol van horeca bijvoorbeeld een stuk groter, voor het simpele feit dat wij geen sociëteiten hebben. We vertegenwoordigen overigens wel een reusachtig aantal studenten, en daarom is het goed dat we meedoen aan dit soort overleggen.”
EM zoekt een motto en jij mag ’t bedenken!
Ieder zichzelf respecterende organisatie vindt zichzelf elke paar jaar weer opnieuw uit.…