Drie mobiele studiocamera’s voor een reusachtige groene wand. Via het ‘green screen’ bevindt de presentator met een druk op de knop zich in iedere gewenste omgeving: van een tropisch regenwoud tot het dak van de EUR, inclusief uitzicht op de skyline van Rotterdam. “Professionele omroepen mogen hier jaloers op zijn”, vertelt Pieter van Baarle, hoofd van het Media Support Center van de Erasmus Universiteit, terwijl hij een rondleiding geeft door de tv-studio’s op Woudestein.
Dit artikel is onderdeel van een speciale uitgave van EM naar aanleiding van de coronacrisis. De papieren versie van het magazine is te vinden op campus Woudestein. Ook is het magazine in zijn geheel online te lezen.
“Dat we zo snel konden omschakelen, is dankzij de investeringen die we de afgelopen jaren hebben gedaan, en dankzij de visie van de universiteit op onderwijsvernieuwing.”
40.000 colleges
Twee jaar geleden zijn de studio’s gebouwd om een boost te geven aan de onderwijsvernieuwing op de campus, waarin video en online een grote rol hebben. “Laat ik duidelijk zijn, fysieke aanwezigheid op de campus blijft belangrijk. Hier voelen ze zich verbonden met elkaar en met de universiteit. Maar een klassiek hoorcollege van twee uur in een zaal met honderden studenten is niet meer van deze tijd. Het onderwijs verandert mee met de belevingswereld van studenten en wordt steeds meer in een mix aangeboden: met video’s, livestreams, games en apps bijvoorbeeld. Als je daar als universiteit of hogeschool niet in meegaat, ben je verloren.”
De tv-studio’s van de EUR draaien sinds de lockdown overuren. De campus werd half maart gesloten en halsoverkop moest vanaf dat moment al het onderwijs online worden gegeven. Van Baarle en zijn team zorgden ervoor dat de ruim 30.000 studenten en 300 docenten daarin werden gefaciliteerd en begeleid. “Docenten deden dat deels vanuit huis, voor hun laptop, maar velen kwamen ook naar de campus om in de studio‘s een webinar of video op te nemen. Of ze gaven via een livestream college vanuit een lege collegezaal, want ook die faciliteiten waren er al lang voor corona. We hebben inmiddels 400 collegezalen waaruit je kunt streamen.”
In twee maanden tijd werden bijna 40.000 colleges opgenomen. “Een enorme prestatie”, vindt Van Baarle. “Dat we zo snel konden omschakelen, is dankzij de investeringen die we de afgelopen jaren hebben gedaan, en dankzij de visie van de universiteit op onderwijsvernieuwing.”
Onder de indruk
Toch waren lang niet alle studenten tevreden over het online onderwijs in coronatijd, bleek uit een enquête van Erasmus Magazine. Zo waren er klachten over technische storingen en problemen met het maken van tentamens. “Op deze schaal en in dit tijdsbestek kon het allemaal ook niet in een keer goed gaan”, reageert Van Baarle. “Maar ik heb juist ook van veel studenten en docenten gehoord dat ze heel tevreden waren. Studenten die zeiden nooit meer terug te willen naar hoe het hiervoor was.” De plotselinge, noodgedwongen omschakeling naar volledig online onderwijs was een goede oefening voor de toekomst, vindt ook Jeroen Jansz, hoogleraar en academisch directeur van de Community for Learning & Innovation (CLI) aan de EUR. “Ik ben onder de indruk van wat er is gerealiseerd. Docenten zeggen in korte tijd veel te hebben geleerd over het online brengen van materiaal.”
“De grootste uitdaging wordt nu om een kwaliteitsslag te maken”, vervolgt Jansz, die onder meer verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van hybride onderwijs op de faculteiten. Docenten worden daarin ondersteund door zogenaamde ‘learning and innovation consultants’, vertelt hij. “Die helpen met hoe je je lesstof vertaalt naar online, zoals via een livestream, rondetafelgesprek, korte clip of video. Of hoe je een online cursus interactief maakt met bijvoorbeeld een kleine quiz of opdracht erin. Er is heel veel mogelijk en docenten kunnen voor alles aanspraak maken op onze kennis en faciliteiten.”
‘Dat presenteren vereist bij sommige docenten nog wat training’
Netflix-serie
In de studio zijn ook twee ‘do-it-yourself-booths’ gebouwd. Dit zijn mini-studio’s waar docenten en studenten zelfstandig en volledig automatisch een video kunnen opnemen, ook voor een ‘green screen’. Teksten lezen ze voor via een autocue, net zoals dat gebeurt in Hilversum. Vormgevers en technici van de studio helpen eventueel met aanvullende animaties of andere vormgeving. “Dat presenteren vereist bij sommige docenten nog wat training”, weet Van Baarle, maar daar bieden zij hulp bij. “Door hun verhaal volledig te scripten (uit te schrijven, red.) wordt hun verhaal veel bondiger. Daarmee verbetert ook de kwaliteit van hun onderwijs, waardoor studenten de stof veel beter in zich opnemen.”
Trots zijn Jansz en Van Baarle ook op de op de MOOC’s (Massive Open Online Courses) die de universiteit maakt. Deze zijn te vinden op Coursera, een online internationaal studieplatform. “Het zijn professioneel gemaakte videocursussen die zichtbaar zijn voor de hele wereld”, legt Van Baarle uit. “MOOC’s zijn kostbaar en tijdrovend om te maken. Maar als je als universiteit zichtbaar wilt zijn en indruk wilt maken op toekomstige studenten, moet je met goede MOOC’s komen. De TU Delft loopt hierin voorop, maar wij hebben er inmiddels ook al een stuk of 15 gemaakt.”
Het team van Van Baarle start binnenkort met de opnames van een MOOC over arbeidsrecht. Hiervoor wordt een Netflix-achtige serie opgenomen met zes acterende studenten in een Rotterdams studentenhuis. “Denk aan een serie als Friends, maar dan met een verhaallijn waarin een arbeidsrechtelijke casus naar voren komt. Het is voor het eerst dat we zoiets doen. Een heel bijzonder experiment!”
Belangrijke ontmoetingsplaats
De universiteit maakt de komende jaren een grote ontwikkeling door richting het hybride onderwijs, voorspellen Van Baarle en Jansz. Het verschilt per vakgroep hoe de verhouding in de toekomst is tussen face to face en online onderwijs, zegt Jansz: “Medisch onderwijs vereist vanwege de noodzaak van praktijklessen meer fysieke aanwezigheid dan bijvoorbeeld een economische studie.” Volgens Van Baarle kan de verhouding in de toekomst wel eens fiftyfifty worden. “Maar de campus blijift altijd een belangrijke ontmoetingsplaats.”
Niettemin moet het uiteindelijk ook mogelijk worden om een studie volledig te volgen vanaf de andere kant van de wereld, zonder ooit de universiteit te bezoeken. Jansz: “Bijvoorbeeld voor buitenlandse studenten die het zich financieel niet kunnen veroorloven om hier te komen wonen en studeren. Hetzelfde kan gelden voor studenten met een lichamelijke beperking, voor wie het lastig is om naar de campus te komen.”