‘Uitstel’ is niet iets waar de punctuele Maria Grever vaak mee zal worden geassocieerd, al is het een passend woord voor haar afscheid. Ze zou eigenlijk op 27 november 2019 al met emeritaat gaan, maar op verzoek van het faculteitsbestuur bleef ze nog even. Sinds 1 april is Grever emeritus hoogleraar, maar het geplande afscheid? Dat is door de coronapandemie uitgesteld.

Grever presenteerde eind juni online haar nieuwe boek Onontkoombaar Verleden, maar dit was nadrukkelijk geen afscheid. “Tijdens een afscheid wil je ook mensen bedanken, dat doe je niet via een webinar”, vertelt Grever. “Zeker niet na al die tijd.” Ze was twintig jaar lang betrokken bij de afdeling Geschiedenis. Niet alleen als hoogleraar Theorie en methoden van de geschiedenis, maar ook als onderwijsdirecteur, oprichter van het Centre for Historical Culture (2006), en de laatste jaren als afdelingshoofd Geschiedenis.

Afdeling Geschiedenis februari 2020
De laatste vergadering waarin Maria Grever hoofd van de afdeling Geschiedenis was. (Februari 2020) Beeld door: ESHCC

15 mei 2020 stond al zeker een jaar rood omcirkeld in de agenda van Grever en de Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC). Op die dag was haar afscheid gepland. De gasten waren uitgenodigd, de hotelkamers ondanks het gelijktijdige Eurovisie Songfestival geboekt, het menu voor het afscheidsetentje lag klaar – met vanille-ijs als toetje. “En toen kwam de corona. Dat was wel knap balen hoor”, zegt Grever. “Ik hoop nog steeds dat ik mijn afscheidsrede in het late najaar kan houden in de aula. Desnoods in januari 2021.” Mogelijk wordt het minder groot dan aanvankelijk gepland, want het blijft onduidelijk hoe het virus zich ontwikkelt.”Het is met pijn in het hart, maar de online boekpresentatie was ‘echt heel fijn’. “Toch nog een beetje een closure, zou je kunnen zeggen.”

Voorrecht

Wat nu? Iemand met een cv van 31 pagina’s (‘dat is een selectie’) gaat vast niet zomaar achter de geraniums zitten. “Mensen vragen nu aan mij of ik een grote reis wil maken, maar dat is niets voor mij”, zegt Grever. “Frankrijk, Italië, Spanje zijn landen die ik graag bezoek. Maar ik hou gewoon enorm veel van lezen en schrijven en ik mis het college geven ook echt.” Op 1 augustus begint ze aan een nieuwe uitdaging, als research fellow bij het NL-Lab van het KNAW Humanities Cluster. Hier wordt onderzoek ontwikkeld naar de Nederlandse cultuur en identiteit. “Ik ben daar heel blij en vereerd mee. Er werken hele goede en inspirerende onderzoekers, met hen kan ik dan verder nadenken en discussiëren over mijn nieuwe onderzoek en omgekeerd kunnen zij profiteren van mijn ervaring.”

De ESHCC zoekt nog een nieuwe decaan, is dat geen optie? Nog voor de vraag uitgesproken is, komt het antwoord: “O nee hoor! Niets voor mij, en ik ben meerdere keren voor dergelijke posities gevraagd. Het lijkt mij zo zwaar, en het interesseert mij ook onvoldoende. Mijn werk was de ideale combinatie van onderzoek doen, schrijven, college geven en managementtaken uitvoeren op mijn eigen vakgebied: Geschiedenis. De werklast is altijd hoog geweest, maar ik hield het vol omdat ik het met veel plezier deed. Ik zal je vertellen: deze positie was echt een voorrecht.” Er was een periode dat er elke week wel een aanvraag kwam voor een commissie, prijsuitreiking, lezing of ‘iets anders leuks’.

Met hart en ziel

Om de opleiding Geschiedenis ‘vitaal’ te houden, zijn er vijf jaar geleden veranderingen doorgevoerd. Geïnspireerd door de toenmalige rector Henk Schmidt werden de lesblokken in her eerste jaar van de bachelor korter zodat er meer focus kwam op één vak. Ook zijn zowel de bachelor als de master Geschiedenis sindsdien in het Engels te volgen. Het toenmalig College van Bestuur vond ook dat er een minimaal aantal studenten moesten zijn bij Geschiedenis, en die ondergrens wordt al jaren ruim gehaald.

Grever is trots op ieder behaald resultaat van de laatste jaren: het toenemende aantal studenten, de binnengesleepte onderzoeksgelden door onderzoekers, de onderzoeken zelf, maar zeker op de externe onderzoeks- en onderwijsvisitaties. “Je wilt niet weten hoeveel werk er in die visitaties gaat zitten”, vertelt ze daarover. Het rapport na een recente onderzoeksvisitatie is net binnen. Voor ‘maatschappelijke impact’ kreeg de afdeling een excellent, voor onderzoek een very good, en voor levensvatbaarheid ook een very good.

Als (net afgetreden) hoofd van de afdeling is het ook voor een deel haar succes. “Ik heb sinds 2000 met hart en ziel voor de afdeling en de faculteit gewerkt, vaak met heel veel plezier. Ik ben iemand die graag binnen mijn vakgebied of verwant gebied iets opbouwt en ik hou ervan om dat samen met collega’s te doen. Het Center for Historical Culture dat ik in 2006 heb opgericht is mij heel dierbaar.”

Toch hebben al die mooie resultaten van de laatste jaren een licht bittere bijsmaak. Drie jaar op een rij is de Rotterdamse bachelor Geschiedenis volgens de Keuzegids de beste van Nederland. “Dat was tijdens mijn afdelingshoofdschap. In de tijd dat ik opleidingsdirecteur was (2002-2007), heb ik dat ook meegemaakt. Toen kreeg ik een berichtje of een bloemetje van de rector, en nu hebben we helemaal niets gehad. He-le-maal niets!” Het is allemaal geen ramp, zegt ze zelf ook, maar het teken van waardering wordt gemist.

Waar zijn de vrouwen?

Sinds 1 april is de leerstoel van Grever leeg, een opvolger is er nog niet. “Al is ons dat wel beloofd.” Interim-decaan Frank van de Duin Schouten is nu ook vervangend afdelingshoofd.Grever hoopt dat er spoedig een vervanging komt, want al haar voormalige taken van college geven tot managementtaken komen nu bij haar oud-collega’s terecht. “Zonder opvolger komt er nog meer werk neer op schouders die al zo belast zijn. Je werkt niet met robots he.”

Over wie op ‘haar’ leerstoel plaats zou moeten nemen, wil Grever geen uitspraken doen. Dat is niet aan haar, zegt ze. “Al constateer ik wel dat er nog maar één vrouwelijke structurele leerstoelhouder in de faculteit is. Dat is wel heel treurig.” Tien jaar geleden waren er binnen de ESHCC drie vrouwen met een structurele leerstoel. Dat het er nu nog slechts één is, vindt Grever naast treurig ook zorgelijk.

Een balans in de genderverhoudingen is van groot belang voor een organisatie, stelt Grever. Vrouwelijke hoogleraren zijn bijvoorbeeld niet alleen nodig voor diversiteit, maar zijn ook onmisbaar als rolmodellen en aanspreekpunten voor jongere vrouwen met wetenschappelijke ambities. Het gebrek aan vrouwen op senior posities is niet goed voor de ESHCC, zowel intern als extern. “Eigenlijk sta je er in deze tijd voor gek mee. Het helpt ook niet als er een vrouwelijke decaan bij ons komt. Het is echt heel belangrijk dat je in de departementen ook voldoende vrouwen hebt. Niet alleen UD’s, ook als hoogleraar.”

Het zwaarste jaar

Grever kijkt met veel plezier terug op haar werk bij de EUR, met academisch jaar 2018/2019 als uitzondering. “Fusies brengen vaak het slechtste in mensen naar boven, en dat is gebeurd”, blikt ze terug. De fusie van de faculteit ging uiteindelijk niet door, maar mensen kwamen lijnrecht tegenover elkaar te staan. Het jaar heeft te veel gekost, stelt Grever. Geld, tijd, en vertrouwen. “Heel jammer van al die verspilde energie.”

Het vorige collegejaar was daarmee geen fijn jaar voor de faculteit, maar speciaal voor Grever niet. De hoogleraren Klemann en Wubs zegden in een afdelingsvergadering ‘op hoge toon’ het vertrouwen op in het bestuur van de faculteit. Iemand vanuit de faculteit zou naar NRC Handelsblad ‘gelekt’ hebben dat toenmalig interim-decaan Dymph van den Boom plagiaat zou hebben gepleegd, meenden zij. Ook werd felle, persoonlijke kritiek op Grever geuit. De woorden ‘manipulatief’ en ‘gericht op eigen gewin’ vielen hierbij. De mannen vertrokken uit de vergadering zonder discussie af te wachten. Grever: “Iedereen was geschokt. Niemand ging met hen mee en we hebben gewoon doorvergaderd.” Zij ervoer hun optreden als ‘buitensporig, onbeheerst en intimiderend, een hoogleraar onwaardig’. “Het gênante was ook dat deze actie plaatsvond vlak voor de komst van de externe onderwijsvisitatie die cruciaal is voor een opleiding.” Direct na hun vertrek is een verklaring met de beschuldigingen anoniem aan het vierkoppige faculteitsbestuur naar Erasmus Magazine gestuurd. “De beschuldigingen waren totaal ongegrond”, zegt Grever. “Dat bleek ook later uit het bizarre Hoffmann-onderzoek.”

Onveilig, zo voelde Grever zich door het optreden van deze twee hoogleraren. Van den Boom was inmiddels opgestapt en in de (tijdelijk) decaanloze faculteit was er geen leidinggevende die de gebeurtenissen kon bespreken met de betrokkenen. Grevers kritiek geldt vooral het gebrek aan institutionele steun. “Blijkbaar ben je vogelvrij als je aangevallen wordt, want publieke rectificatie is er nooit gekomen.” In een afdelingsvergadering aan het eind van vorige zomer las de interim-decaan een verklaring voor waarin hij deze actie afwees. Grever: “Hij vertelde ook dat Wubs, die afwezig was, afstand nam van vorm en inhoud van deze actie. Van Klemann heb ik nooit iets gehoord.”

Maria Grever en Siep Stuurman © M.Muus
Siep Stuurman en Maria Grever Beeld door: Michelle Muus

Tot het moment dat haar afscheidsrede uitgesteld werd, heeft Grever er geen nacht minder om geslapen. Maar toen 15 mei niet doorging miste ze closure. Die kreeg ze toch een beetje bij de online boekpresentatie. “Jij bent de beste collega die ik ooit gehad heb”, zei historicus Siep Stuurman daar. “Jouw komst naar Rotterdam was voor mij echt een opening naar een betere wereld. Niet dat de wereld daarvoor niet goed was, maar de wereld werd toen beter. Althans mijn wereld.” Lovende woorden bij een afscheid dat nadrukkelijk geen afscheid mocht zijn.

Hein Klemann en Ben Wubs zijn allebei benaderd voor een reactie. Beide hoogleraren zijn hier niet op in gegaan.