Muller – hij studeerde vroeger zelf ook aan de Erasmus Universiteit – denkt dat de wereld er nooit meer zal uitzien als voor de coronacrisis. Toch wil hij aan studenten en toekomstige ondernemers meegeven dat een groot deel van je succes afhangt van doorzettingsvermogen, niet van de situatie. “Ga niet bij de pakken neerzitten en denk na over hoe we de nieuwe wereld ingaan.”
Klaarblijkelijk gaat het alles behalve slecht met Picnic?
“Het gaat inderdaad erg goed. We groeien door. We zijn nu gevestigd in Nederland en Duitsland. Er is een enorme vraag naar ons en de coronacrisis heeft dat nog meer aangewakkerd.
“Toch is de situatie echt niet altijd gemakkelijk. De maatregelen maken het ook ons soms lastig. Het is belangrijk om 1,5 meter afstand te houden in de distributiecentra zodat iedereen veilig kan werken. We hebben ook nieuwe werknemers op ons kantoor die de eerste drie maanden achter een scherm moeten zitten. Dat is natuurlijk waardeloos. Bovendien mis ik de borrels, waar je nieuwe mensen spreekt, een leuk onderdeel van het werken met zo’n jong team. Gelukkig gaan we daar binnenkort weer mee beginnen.”
Vorig jaar kwam Picnic in opspraak omdat werknemers een te hoge werkdruk ervaren. Ook zouden jullie werkplekken onveilig zijn. Hoe staat het daar mee?
“Het merendeel van de kritiek op ons is uit de duim gezogen door mensen die zelfs nog nooit bij ons langs zijn geweest. Maar toch: elk bedrijf maakt fouten en ook wij zijn niet perfect. We hebben veel extra gedaan aan de veiligheid. Zo hebben we nu een safety coordinator en allerlei afzettingen.
“Ook hebben we een slag gemaakt bij mensen die flexibiliteit willen. Eerst waren we te veel bezig met het optimaliseren van ons bedrijf. Maar nu gaan we flexibeler om met werktijden. Als werknemers zeggen: ik wil graag volgende week 40 uur werken in plaats van het mindere aantal uren dat ik normaal deed, dan kunnen we dat nu toezeggen. Dan zorgen we dat de werknemer ook werkelijk die uren kan maken.”
Naast Picnic ben je betrokken bij de universiteit als voorzitter van het Erasmus Trustfonds. Heeft het fonds ondertussen al veel donaties opgehaald?
“Met het fonds willen we voor 2025 honderd miljoen ophalen. We zijn goed onderweg. Momenteel zitten we op 30 miljoen euro. We willen proberen om een stabiele stroom van geld te creëren voor de universiteit. Het is een endowment fund. Dat wil zeggen dat het bedrag van de donatie in stand blijft en uit het rendement projecten worden gefinancierd. Zo creëer je op termijn een stabiele inkomstenstroom, doordat alleen het rendement op het vermogen wordt aangesproken.”
Waarom is het fonds zo belangrijk?
“Het feit dat we het doen geeft een goede uitstraling naar studenten en dat is heel positief. De Erasmus Universiteit staat goed gerankt in de wereld. De universiteit staat op nummer 68 van de hele wereld, dat is ongelofelijk hoog. Dat is een motivator. Laten we die excellentie behouden. We moeten als universiteit niet alleen afhankelijk zijn van wat de overheid beslist. Als er bijvoorbeeld een partij wisselt in de coalitie kan de wereld er anders uitzien. Wij willen met het fonds bijdragen aan het kunnen doen van projecten die het verschil maken.”
Je hebt zelf ook gestudeerd aan de Erasmus Universiteit. Is er veel veranderd in de tussentijd?
“Ik ben afgestudeerd in 1989. Toen was de universiteit ook al zo op ondernemen gericht. De universiteit is natuurlijk in 1913 opgericht door 40 Rotterdamse ondernemers. Het ondernemende aspect in de organisatie zit er nog steeds in. Toch is er sinds mijn afstuderen ook veel veranderd. Alle inzichten die we nu verkrijgen door middel van onderzoek worden nu ook in de praktijk gebracht bijvoorbeeld. Dat is nu beter dan vroeger. Het Erasmus Centre for Entrepreneurship is daar een goed voorbeeld van.
“Er zijn nu trouwens ook veel meer internationale studenten. Dat zie ik ook als een groot voordeel. Ik denk dat een mengeling van nationale en internationale studenten voor veel meer inzichten zorgt. Dat werkt verrijkend. En als de internationale studenten na hun studie weer terugkeren naar het thuisland dan brengen zij hun positieve kijk over de universiteit ook met zich mee. De universiteit krijgt daardoor een goede uitstraling.”
Je hebt veel ervaring in het ondernemerschap. Wat voor advies zou je aan studenten en startende ondernemers mee willen geven om een succesvol ondernemer te worden? En hoe moeten startende ondernemers omgaan met deze onzekere tijd?
“Als ondernemer blijf je vallen en opstaan. Maar soms bereik je iets en daar gaat het om. Het belangrijkst is uiteraard beginnen, daadkracht tonen. Succes heeft echt niet alleen maar met geld te maken. Het zit hem ook in de ervaringen die je opdoet. Met Picnic hebben we bijvoorbeeld als eerste e-commerce bedrijf in Nederland een cao afgesloten. Dat is uniek en dat hebben we toch mooi voor elkaar gekregen. Zo’n ervaring zorgt ervoor dat ik door blijf gaan.
“Ook in deze instabiele tijd liggen er zeker kansen, juist omdat de wereld zo verandert. Je moet je niet neerleggen bij de situatie zoals die nu is. Een nieuwe situatie betekent dat je flexibel moet zijn. Je moet niet bij de pakken neerzitten. Het wordt nooit meer zoals vroeger. Ga nadenken over hoe je de nieuwe wereld in wil gaan.”
Over Michiel Muller
Michiel Muller (1964) is een echte ‘serial entrepreneur’. Hij is medeoprichter van Picnic, een online supermarkt die in meer dan 130 steden en dorpen in Nederland en Duitsland boodschappen levert. Ook bouwde hij in het verleden aan het netwerk van de onbemande tankstations van Tango en startte de internet-huizenveiling Bieden en Wonen. Muller schreef meerdere boeken over ondernemerschap. Zijn boek “Michiel Muller: Ervaringen van een serial entrepreneur” verscheen in 2010 en werd in dat jaar verkozen tot ondernemersboek van het jaar. In 2015 schreef hij een tweede boek, “Ondernemen is een ABCtje”. In het verleden studeerde Muller aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Nog steeds is hij betrokken bij de universiteit, als voorzitter van het Erasmus Trustfonds.