Gefeliciteerd met je promotie, hoe ging je verdediging?
“Best wel goed, niet al te moeilijke vragen. Na de borrel heb ik met vrienden en familie gegeten bij Vicini in Kralingen en daarna was het feest in Utrecht, waar ik woon. Daar hebben we nog lang doorgezakt. Vorige week was ik een week naar Berlijn om te vieren dat het erop zit.”
Waar ging je proefschrift over?
“In persoonlijkheidsvragenlijsten die gebruikt worden voor sollicitaties en loopbaanontwikkelingen kun je bij iemand de mate van sociale wenselijkheid meten. In de praktijk wordt sociale wenselijkheid vaak gezien als een probleem, niet als iets positiefs. Terwijl er literatuur is die stelt dat het meer een persoonlijkheidskenmerk weerspiegelt, met positieve uitkomsten. Dat blijkt ook uit mijn onderzoek.”
Was dat het belangrijkste resultaat?
“Ja. Ik heb onder meer onderzocht of sociale wenselijkheid als factor voorspellend is voor werk gerelateerde uitkomsten. Dit bleek zo te zijn, wat aansluit bij het idee dat het iemands ‘sociale effectiviteit’ weerspiegelt, en dus resulteert in het bereiken van bepaalde doelen. Als iemand weet hoe hij zich sociaal wenselijk moet gedragen maakt hij bijvoorbeeld makkelijker vrienden, krijgt hij sneller een promotie. Ook bleek dat sociale wenselijkheid als factor niet verandert per situatie, zoals in een sollicitatie of bij loopbaanadvies. Dat suggereert dat het inderdaad een persoonlijkheidskenmerk is en niet de mate weerspiegelt waarin mensen zich beter voor proberen te doen. Het zou geen wetenschap zijn als ik geen kleine nuancering hierbij zou aanbrengen. Ten eerste: je kunt nooit alleen op testscores afgaan. Ten tweede: de keerzijde van ‘sociale effectiviteit’ is dat het in theorie gebruikt zou kunnen worden om mensen te manipuleren.”
Heb je getest hoe hoog je zelf scoort op sociaal wenselijk gedrag?
“Nee, eigenlijk niet. Ik ken de tests inmiddels te goed om ze in te kunnen vullen, maar misschien dat de test van mijn laatste sollicitatie nog ergens te vinden is. Overigens heb ik voordat ik begon met promoveren ook een test moeten invullen, om te kijken of je doorzettingsvermogen hebt en het bijvoorbeeld leuk vindt om je werk te presenteren.”
Wilde je altijd al promoveren?
“Ik heb in Utrecht mijn bachelor en researchmaster Sociologie gedaan. Nadat ik gesolliciteerd had voor een aantal promotieplekken en was afgewezen ben ik door India gaan reizen en heb ik een tijd in Berlijn gewoond. Via-via kwam ik bij mijn huidige werkgever terecht, een uitgever van onder andere IQ- en persoonlijkheidstests. Toen mijn baas vroeg of ik zou willen promoveren lag dat in de lijn van de verwachting.”
Was het pittig om buitenpromovendus te zijn?
“Ja, zeker de eerste twee jaar. Naast mijn werk had ik maar een dag in de week om aan de promotie te werken, dus dat was veel avond- en weekendwerk. Ik heb het in vijf jaar gedaan, iets wat de meeste promovendi doen, terwijl zij in principe fulltime aan hun proefschrift kunnen werken. Een van de stellingen die ik voor mijn verdediging heb geformuleerd was: “Het krijgen van een baby in het laatste jaar van een promotietraject is niet aan te bevelen; dit laatste jaar blijkt achteraf bezien namelijk het een-na-laatste jaar geweest te zijn.”
Wat ga je doen nu je klaar bent?
“Daar moet ik nog over nadenken. Ik vond de combinatie van praktijk en wetenschap heel prettig. De academische wereld is heel stroperig, het kan een jaar of langer duren voor je een artikel gepubliceerd krijgt, terwijl ik in het bedrijfsleven in twee weken een test kan afleveren. In dat laatste ontbreekt alleen soms de diepgang, het heeft allebei voor- en nadelen.”
Wat staat er op de voorkant?
“De buitenste cirkels zijn de Big Five van persoonlijkheidskenmerken: openheid, consciëntieusheid (ook wel gewetensvolheid), extraversie, vriendelijkheid en neuroticisme. Mensen die hoger scoren op sociale wenselijkheid, scoren gemiddeld hoger op alle vijf deze aspecten. De middelste cirkel overlapt de rest en representeert sociale wenselijkheid als algemene factor die de gemiddelde, omliggende scores omhoog of omlaag drijft.”