Hoe leg je op familieverjaardagen uit waar je promotieonderzoek over ging?
“Ik vertel dat ik onderzoek deed naar bedoelde en onbedoelde effecten van arbeidsmarktbeleid, zoals loonkostensubsidies en trainingsprogramma’s. Sommige effecten zijn tegenovergesteld, zoals wanneer iemand wordt ontslagen zodra de loonsubsidie stopt. Een ander effect kan zijn dat het meedoen aan een training stigmatiserend werkt, of dat een uitkering ervoor zorgt dat mensen stoppen met het zoeken van werk. Er zijn ook positieve effecten, zoals het leren van nieuwe vaardigheden en het wennen aan een werkritme. Deze effecten zijn bekend, maar er was nog weinig onderzoek gedaan naar wanneer juist het ene effect, of het andere, optreedt. Daarom heb ik in verschillende landen onderzoek gedaan, waar het arbeidsmarktbeleid varieert van liberaal tot sociaaldemocratisch. In Engeland en andere Engelssprekende landen hebben ze bijvoorbeeld een karig uitkeringsbeleid en een soepel ontslagrecht. Scandinavische landen hebben net als Nederland genereuzere uitkeringen.”
Wat is de belangrijkste conclusie van je onderzoek?
“Beleid wordt niet in een vacuüm uitgevoerd, maar in een institutionele context van wetgeving en ander beleid. Deze factoren zijn ook van invloed op de werking van activerend arbeidsmarktbeleid. Dit betekent dat een succesvol arbeidsmarktprogramma in Denemarken niet per definitie succesvol hoeft te zijn in een ander land, zoals bijvoorbeeld Nederland of Frankrijk.
“Daarnaast zijn de effecten soms groter dan het sociaal-economische domein, gezondheid en cultuur spelen ook een rol. Het belangrijkste is om evidence based policies te hanteren, in plaats van logica die voortkomt uit ideologie. Bij ideologie bestaat de kans dat je een tegengesteld effect hebt van het beoogde doel. Daarom is het goed om eerst pilots te draaien. Een inclusievere arbeidsmarkt kan bijvoorbeeld op meerdere manieren bereikt worden.”
Is het moeilijk om onderzoek te doen naar een sterk gepolitiseerd onderwerp?
“Het dwingt je, als je neutraal wilt blijven, om alle kanten van de discussie te belichten. Ik probeer me overal in te verdiepen en een synthese te vinden. Ik doe bewust geen harde uitspraken, mijn onderzoek gaat over nuances, niet over oneliners. De politiek maakt de keuze waar ze de lasten legt. Ik heb een informerende functie en ik hoop dat mijn werk mensen aanzet tot reflectie en verder onderzoek.”
Heb je een dieptepunt gehad tijdens het promotietraject?
“Nee, eigenlijk niet. Ik ben zelf heel pragmatisch en als iets niet werkt, gooi ik het gewoon overboord. Zo wilde ik eigenlijk iets meer met werkgevers doen, maar daar was weinig data over dus dat werd te complex. Dan kun je lang moeilijk gaan doen of gewoon verdergaan met een ander idee, en die heb ik altijd genoeg. Ik heb inmiddels wel een haat-liefdeverhouding met het boek. De vier empirische hoofstukken zijn allemaal gepubliceerd, dus die zijn zo uitgebreid door de mangel gehaald dat ik ze niet meer kan zien.”
Wat staat er op de cover?
“Het is eigenlijk een wip. Ik heb het gevonden op een website waar vormgevers hun werk aanbieden. Actief arbeidsmarktbeleid wordt vaak omschreven als een springplank, terwijl uitkeringen en dat soort zaken vaak een vangnet genoemd worden. Daarom vond ik dit er qua beeldspraak goed bijpassen. Je weet niet of hij goed terecht komt of naar beneden stort nadat hij op zijn hoogtepunt is geweest.”
De laatste stelling van je verdediging was: ‘It is not the beard on the outside that matters, but the beard on the inside.’ Vertel.
“Een vrij kenmerkend ding aan mij is mijn baard, in combinatie met mijn kale hoofd. Dus daar moest ik iets over zeggen. Je hebt een aflevering van Dexter’s Laborotory waarin een superheld, Action Hank, alles met zijn baard doet. In eerste instantie creëert Dexter zelf ook een baard, maar hij voelt zich slecht over dat deze nep is. Daarop zegt hij dan: ‘It is not the beard on the outside that matters, but the beard on the inside.’ Dat vond ik zo’n heerlijke uitspraak en het is meteen lekker inclusief.”