Naam: Wilco te Winkel
Leeftijd: 47 jaar
Functie: Informatiemanager, Demandmanager IT en interim-manager Marketing, Recruitment & Admissions bij de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB)
Werkt hier sinds: 2001
We hebben afgesproken bij de koffieautomaat, direct rechts als je de lift uitkomt. Wel zo handig, want Wilco te Winkel zit meestal ergens in overleg, of is op weg náár een overleg. Het uitzicht vanaf deze plek – gelegen op de vijftiende verdieping van het Mandevillegebouw – op de Maas en downtown Rotterdam is overigens fantastisch.
Wat doe je zoal?
“Behalve mijn diverse functies als manager ben ik Product Owner Sin-Online en Product Owner Canvas, dat betekent dat ik namens de faculteiten de doorontwikkeling van die twee producten mag aansturen. Maar 1 februari maak ik de overstap naar ‘centraal’. Ik word informatiemanager onderwijs bij het CIO-Office (de ondersteunende dienst die zich bezighoudt met ICT-beleid, red.) – van vijftien hoog naar een kelder in het Erasmusgebouw dus. Ik ga nét de twintig jaar bij de faculteit niet halen. Grootste verschil met mijn huidige baan is, dat ik me in mijn nieuwe baan fulltime met één onderwerp ga bezighouden.
“Ondertussen werk ik ook nog aan mijn promotieonderzoek, dat ik in 2001 ben begonnen. Het gaat over de digitale ondersteuning bij probleemgestuurd onderwijs. Ik ben nu zo’n beetje halverwege; ik heb twee empirische stukken af, maar moet er ook nog twee.”
Wat ga je in je nieuwe functie doen?
“Ik heb alvast een gedroomde dagindeling gemaakt voor mijn nieuwe baan: ’s Ochtends een uurtje overleggen met het IT-ontwikkelteam, dan de rest van de ochtend bezig zijn bij de Community for Learning and Innovation. ’s Middags wil ik dan het liefst overleggen met een informatiemanager op een faculteit, elke dag een andere. Belangrijk om te ruiken, horen, en te voelen wat er speelt en te kunnen meedenken, pijntjes weg te nemen en te verbinden. Mijn nieuwe functie bestond tot op heden nog niet; vooralsnog gebeurde dit in een wekelijks overlegje van een paar uur.
“De ontwikkelingen op het terrein waarin ik werk zijn spannend: zoals de digitale economie, de robotisering en kunstmatige intelligentie die kan helpen als studiehulp. En omdat die ontwikkelingen zo groot zijn, moet je als organisatie wendbaar zijn. Bijvoorbeeld door strategische plannen te herijken, liefst elk half jaar, want niemand kan verder dan zes maanden vooruit kijken.”

Heb je het naar je zin?
“Ik vind de EUR een superuniversiteit. Wat een ondernemendheid, wat een drive, geweldig. We zijn nu bezig met het derde strategische plan sinds 2009; die ambitie is toch prachtig? En het houdt maar niet op. Oké, soms gaat het natuurlijk van gek naar gekker, zoals met het University Support Center – eerst centraliseren en vervolgens weer ontbinden – maar dat hoort erbij. En wat er allemaal gebeurt op het gebied van digitalisering en informatie van het onderwijs is ongelofelijk. Juist dat gaat mij het meest aan het hart.
“Het mooie aan de universiteit is ook dat zij zoveel te bieden heeft aan haar werknemers. Mobiliteit is tegenwoordig bijna normaal, ook voor goed presterende medewerkers. Ik klink zeker erg Amerikaans? Haha, maar ik geloof echt in de maakbaarheid van je eigen werk. En ik vind het super: het in mij gestelde vertrouwen en de ruimte die ik krijg.”
Eigenlijk staat alles wat je doet is in het teken van de klant, oftewel de student. Zie je die weleens?
“Eigenlijk niet meer nee. Tot voor kort, toen ik nog Product Owner MyEUR voor studenten was, wel. Omdat we studenten nauw betrokken bij het bepalen van de functionaliteiten van MyEUR, zag ik wekelijks een panel van tien studenten.”
Je begint 1 februari aan je nieuwe baan op de EUR, maar waar zit je over vijf jaar?
“Ik wil, later als ik groot ben, graag nog eens werken in het bedrijfsleven, of in een organisatie met veel data en een grote mate van digitale complexiteit. Dat kan dus ook bijvoorbeeld de Belastingdienst, Rijkswaterstaat of de reiswereld zijn.”
Is je proefschrift dan wel af?
“Hmm, eerlijk gezegd, weet ik dat niet. Als ik Henk Schmidt (emeritus hoogleraar Psychologie en voormalig rector magnificus, red.) als promotor wil houden, moet ik opschieten, want die mag dat maar tot vijf jaar nadat hij met emeritaat ging doen.”