Naam: Suzanne van Vliet
Leeftijd: 35 jaar
Functie: secretaresse bij Bedrijfseconomie, 3,5 dagen per week
Werkt hier sinds: 1 november 2017
Kamer H14-01 in het Tinbergengebouw oogt nogal rommelig. Niet verwonderlijk, want er is een verhuizing ophanden, overigens niet geheel tot vreugde van iedereen die hier werkt. Dat zijn de dames van het Secretarial Support Office (SSO) van de capaciteitsgroep Bedrijfseconomie van de Economische Faculteit. Sommigen werken er al lang en staan niet te popelen om een wijds uitzicht over Rotterdam vanaf de veertiende verdieping gedwongen te moeten verruilen voor een kamer in het E-gebouw op de begane grond.
Echter, niet Suzanne van Vliet, die ook wel enige voordelen ziet van de verhuizing. Bovendien is ze als relatieve nieuwkomer nog niet zo gehecht aan de werkplek die ze nu heeft. “Ik zie het niet zo somber in, al moet ik zeggen dat het uitzicht hier echt fantastisch is. En nu zitten we nog met zijn vijven op een kamer en straks deel ik mijn kamer met nog maar één andere collega. Dat is weliswaar wat rustiger, met minder prikkels, maar nu zijn de lijntjes superkort als je even snel wat wil weten van een collega.”
Hoe ziet je gemiddelde werkdag eruit?
“Ik ben meestal de eerste die hier aankomt, zo rond half 9. Ik kom op de fiets vanuit Capelle, en breng dan eerst mijn zoon naar school. Om een uurtje of vijf ga ik weer weg, haal hem van school en fiets naar huis.”
Wat doe je zoal?
“Wij zijn er ter ondersteuning van de wetenschappelijke medewerkers en studenten van Business Economics (Bedrijfseconomie). Die benaderen ons met allerlei vragen. Dat kan echt van alles zijn: medewerkers die hun sleutel kwijt zijn, studenten die problemen hebben met het inschrijven voor een seminar, ziekmeldingen… Medewerkers komen meestal even bij ons langs, al is het maar vanwege de snoeppot die hier staat – die vullen wij zelf eens in de zoveel tijd weer bij. Studenten zijn meer van het mailen of bellen. Naast het beantwoorden van vragen doe ik de financiën voor de capaciteitsgroep. Ik verwerk declaraties, facturen, bestellingen en dat soort zaken.”
Heb je het naar je zin?
“Enorm! Geen dag is hetzelfde. Ik heb natuurlijk altijd wel een to-do-lijstje, maar er gebeuren altijd onvoorspelbare dingen tussendoor. Bovendien krijg je voldoende ruimte om mee te denken over het werk. Ik heb ook echt een erg leuke groep collega’s. Ja, allemaal dames, al werkt er op een andere plek wel een man bij het SSO.”
Zijn er ook minder leuke aspecten van je werk?
“Hierop moet ik echt een supersaai antwoord geven: nee, tot nu toe heb ik eigenlijk nog geen minder leuke dingen meegemaakt.”
Wat heb je hiervoor zoal gedaan?
“Ik heb ooit een opleiding voor dierenartsassistente gevolgd, maar ben uiteindelijk nooit assistente geworden. Ik heb onder meer bij een reïntegratiekantoor gewerkt, en voor ik hierheen kwam, werkte ik bij Rotterdam Festivals. Ik had een jaar geleden ook al gesolliciteerd bij het SSO van de Erasmus school of Economics, bij een andere capaciteitsgroep, maar werd toen niet aangenomen. Maar je ziet, de aanhouder wint.”