Het is een bekend fenomeen bij numerus-fixus-studies: de grote hoeveelheid aanmeldingen in verhouding tot de te vervullen plekken. De studie International Business Administration (IBA) is hier een goed voorbeeld van. Zo had Amber van Workum zich met vijf anderen van haar middelbare school (het Stedelijk Gymnasium in Arnhem) voor de studie IBA in Rotterdam aangemeld, maar werden er uiteindelijk slechts twee aangenomen. Dat doet natuurlijk de vraag rijzen; wat zijn die andere vier gaan doen, ervan uitgaande dat ze niet een jaar lang gaan stilzitten?
IBA in Amsterdam

Niet iedereen van het kwartet lijkt het een ramp te vinden dat ze niet zijn aangenomen in Rotterdam. Julia Jagtman (18) is een van deze mensen. Hoewel zij absoluut IBA wilde studeren, had Rotterdam eigenlijk niet haar voorkeur. “Er was geen twijfel mogelijk dat ik IBA wilde studeren. Wat me echter wel aan het twijfelen bracht, was dat alle volwassenen tegen mij zeiden dat ik daarvoor écht naar Rotterdam moest gaan.” Door deze druk van buitenaf besloot ze enkele dagen voor de inschrijvingsdeadline zich toch nog bij de Erasmus Universiteit in te schrijven. Naar Jagtman’s eigen mening werd ze uiteindelijk niet aangenomen door de combinatie van een late inschrijving en het feit dat haar cv niet heel internationaal georiënteerd was. Ze vertelt dat ze inmiddels helemaal op haar plek is in Amsterdam, waar ze alsnog gewoon IBA studeert. Wel overweegt ze om misschien haar master in Rotterdam te gaan doen.
IBA in Groningen

Suus Pleyte (18) bevond zich min of meer in eenzelfde situatie. Ook haar voorkeur lag eigenlijk niet bij Rotterdam, maar omdat de Erasmus Universiteit zo hoog staat aangeschreven wilde ze zich ook hier inschrijven. Maar ook Pleyte haalde de selectie niet, in haar geval waarschijnlijk omdat haar cijfers niet hoog genoeg waren. Maar net als Jagtman vond ze dat niet heel erg; ze wilde eigenlijk toch al liever naar Amsterdam of Groningen. Al gapend zegt zij door de telefoon: “Na lang twijfelen heb ik uiteindelijk toch voor IBA in Groningen gekozen. Ik heb het daar nu ontzettend naar mijn zin, ik heb net een supergezellige introductieweek achter de rug, een woning gevonden en ben zelfs lid geworden van Vindicat.”
IBACS in Rotterdam

Voor Ariane Jacobs (18) zijn de druiven wellicht iets zuurder. Zij wilde graag IBA studeren in Rotterdam. Omdat zij Amsterdam niet zo zag zitten, heeft ze er uiteindelijk voor gekozen om een andere studie aan de Erasmus Universiteit te beginnen: International Bachelor Arts and Culture Studies (IBACS). Maar in tegenstelling tot Jagtman en Pleyte is Jacobs niet zo zeker van haar keuze. “Natuurlijk lijkt deze studie me leuk en heb ik de intentie om haar af te ronden. Maar als nou blijkt dat Arts and Culture toch niet helemaal mijn ding is, ga ik me toch voor het komende jaar bij IBA inschrijven!” Jacobs vermoedt dat ze dit jaar waarschijnlijk niet door de selectie voor IBA is gekomen omdat ze te laat is begonnen met de inschrijving. Ze schat haar eventuele kansen voor komend jaar een stuk hoger in.
PPE in Utrecht

David Hooft Graafland (18) tenslotte, is na de afwijzing voor IBA een compleet andere richting ingeslagen, zowel wat betreft studie als stad. Hij studeert nu Politics Philosopy and Economics (PPE) in Utrecht. Deze studie heeft volgens hem een vergelijkbaar internationaal karakter als IBA en kende ook een numerus fixus selectieprocedure. Verrassend genoeg kwam Hooft Graafland wel door deze selectie, terwijl bij PPE maar plek was voor 75 studenten. “Eigenlijk vond ik mezelf geschikter voor IBA, maar bij PPE kreeg ik de gelegenheid om in een gesprek te laten zien hoe enthousiast ik ben en hoe goed mijn Engels is.” Hij geeft aan op voorhand niet echt een duidelijke eerste keus gehad te hebben. “Misschien had ik zelfs al een lichte neiging richting PPE omdat Utrecht me een leukere stad lijkt.” Inmiddels heeft ook hij de introductietijd achter de rug en is hij zeker van zijn keuze. Met name het internationale karakter van zijn studie bevalt hem goed.
Kortom, Amber’s oud-schoolgenoten die niet aan de bak kwamen als IBA-student in Rotterdam zijn vooralsnog niet slecht terechtgekomen. Wellicht geldt dat ook voor de 1352 anderen.
EM zoekt een motto en jij mag ’t bedenken!
Ieder zichzelf respecterende organisatie vindt zichzelf elke paar jaar weer opnieuw uit.…