Van twaalf naar twee
“Onze boodschap is: geniet van je studententijd”, vertelt de voorzitter van het Eurekaweekbestuur Maaike de Keulenaar op de eerste dag van de Eurekaweek. “Dit jaar hebben we ons gericht op alle studenten, en het belang van alcohol verschilt daarbij heel erg per deelnemer. De een komt om veel te feesten, maar voor de studenten die dat niet willen hebben we ook een superprogramma.”
Zo wordt op de cantusavonden de pleinbioscoop als een alternatieve activiteit aangeboden. De organisatie voelde zich dit jaar genoodzaakt het bestaande alcoholbeleid te herzien: “Studenten zullen merken dat er pas vanaf twee uur ’s middags geschonken wordt. Dat is een kleine maatregel, maar het vermindert wel het aantal uren dat er alcohol wordt geschonken. Waarom zou je de tap al om twaalf uur opengooien? We vinden dat ontzettend vroeg als je bedenkt dat ons programma tot elf uur ’s avonds duurt. Bovendien wordt er dit jaar geen sterke drank verkocht.”
Het eerste biertje
Bedrijfskundestudent Ruben Bun zal de geschiedenisboeken ingaan als degene die deze Eurekaweek het eerste alcoholische drankje bestelde. Om klokslag twee uur neemt de 19-jarige gids op het Schouwburgplein een flinke slok van zijn biertje – waarvan hij tijdens het bestellen ervan niet wist dat hij zo ruim vierduizend studenten te snel af was. “Ik was er niet van op de hoogte dat dit jaar de tap later openging”, aldus Bun. “Ik denk ook niet dat die twee uur later een groot probleem zal zijn; de komende dagen zullen we brak genoeg zijn om niet per se voor twee uur ’s middags te hoeven drinken.”
Bun gelooft dat alcohol erbij helpt om elkaar beter te leren kennen op zo’n eerste dag: “Niemand kent elkaar en met een biertje wordt iedereen toch wat losser en komen de gesprekken sneller op gang.” Hij kijkt het meest uit naar de biercantus: “Dat was vorig jaar superleuk, en dat wordt het dit jaar vast ook.”
Wel of geen cantus
In 2015 sprak Rutger Engels, de recentelijk aangetreden rector magnificus en toentertijd directeur van het Trimbos-instituut, zich uit tegen het houden van een biercantus tijdens de introductieperiode. Alcoholgebruik zou niet moeten worden gestimuleerd tijdens de introductie. “Dat past niet bij een universiteit en trouwens ook niet bij een introductie die vooral bedoeld is voor jonge mensen van 17 en 18 jaar.”
Voorzitter Maaike de Keulenaar vertelt dat er ook naar de cantus is gekeken met betrekking tot alcoholmaatregelen, maar dat is besloten daar niks aan te veranderen ten opzichte van vorig jaar. “De cantus is een leuk en een mooi evenement en is rustig vergeleken met andere steden”, vindt De Keulenaar. “Studenten moeten blijven zitten, en er hoeven geen ‘strafadjes’ te worden genomen. Het is een feest waar muziek, maar ook alcohol is.”
Drinken is typisch uni
Micha Verschoor (18) die vanaf september Fiscaal recht studeert, deelt de mening van de rector niet, vertelt hij, terwijl hij een slok neemt van zijn eerste biertje van de dag: “Naar mijn mening is alcohol juist wél typisch ‘uni’.” Zijn gids Charlotte de Lange (20) moet wel een beetje lachen om de opmerking van haar pupil. “We hebben het tijdens de mentorentraining uitgebreid over alcohol gehad. Zo denk ik niet dat je per se heel dronken hoeft te zijn om de cantus leuk te vinden, al zou een colacantus echt heel anders zijn. Maar met twee biertjes op ga je het tijdens de cantus ook wel leuk hebben.”
De bierdrinkende eerstejaarsstudenten van het eerste uur op het Schouwburgplein lijken niet van plan minder te gaan drinken door een tap die twee uurtjes later opengaat. Noch lijken ze stil te staan bij de risico’s die kleven aan een drankje te veel. In het gras ligt Aernout de Leeuw (19) bij te komen van een RSC-feestje. “Gisteren begon ik al om een uur of één met drinken, en was ik om acht uur wel uitgespeeld. Dat de tap iets later opgaat, is dus eigenlijk wel chill, dan kun je wel langer door.”
De aanstaande studenten hebben nog wel tips voor degenen die de week beschonken, maar ongeschonden willen doorkomen. Micha: “Goed eten; leg een goede bodem aan, voordat je gaat drinken.” Zijn vriend Robbert (19) vult aan, nadat hij hardop heeft uitgerekend dat hij deze week nog zo’n vijftig glazen denkt te drinken: “Als je gewoon blijft drinken en nooit stopt, dan kun je ook geen kater krijgen. Al is het dan natuurlijk jammer dat de tap pas om twee uur opengaat.”