Een van onze onderzoekslijnen is erop gericht om te begrijpen waarom we ons specifieke uiterlijk hebben. Genetische kennis over het uiterlijk van mensen is niet alleen relevant voor
onderzoek en toepassingen in de gezondheidszorg, maar ook voor forensische toepassingen, waarvoor we onlangs een subsidie van 5 miljoen euro hebben gekregen uit het Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020’. Samen met onze internationale partners werken wij aan het project VISAGE. We streven ernaar om nieuwe DNA-instrumenten te ontwikkelen en deze te implementeren en valideren voor forensisch gebruik. We willen het uiterlijk, de leeftijd en de biogeografische afkomst, dat wil zeggen waar deze persoon vandaan komt, van iemand beschrijven op basis van DNA-sporen. Dit is zeer belangrijke forensische informatie.

Een van de problemen van de huidige forensische DNA-analyse is dat we hiermee alleen personen kunnen identificeren die al bekend zijn bij de onderzoeksinstanties. Als zijn DNA profiel nog niet bekend is, kan een dader momenteel niet op basis van zijn DNA worden geïdentificeerd.

2020 is voor mij een cruciaal jaar. Eind van dat jaar, als het VISAGE-project bijna is afgelopen, verwacht ik dat er een gevalideerd instrument voor forensisch gebruik is, waarmee op basis van DNA van de plaats delict een compositietekening van iemand kan worden gemaakt. Op basis van dergelijke intelligente DNA-tests kan de politie haar onderzoek richten op het vinden van onbekende daders. Ik vind dit allemaal heel spannend. Ik heb altijd al fundamenteel en toegepast onderzoek op het gebied van menselijke genetica willen combineren. Daarom ben ik 13 jaar geleden vanuit Duitsland naar Erasmus University gekomen.”