Handel in organen is, behalve in Iran, overal ter wereld verboden. Frederike Ambagtsheer wilde weten waarom mensen toch een nier kopen, hoe artsen omgaan met patiënten die een nier uit het buitenland halen, en hoe georganiseerde orgaanhandel werkt. Vorige maand promoveerde ze cum laude op haar onderzoek naar orgaanhandel.
Hoe leg je op een verjaardag in een paar zinnen uit wat je onderzocht hebt?
“Ik heb de patiënten die nieren kopen en de artsen die hen behandelen geïnterviewd. En we hebben onderzocht hoe artsen en orgaanhandelaren samenwerken in Zuid-Afrika, Kosovo en Israël. Vaak hebben mensen een heel luguber beeld over orgaanhandel: ‘Klopt het dat mensen in een bad met ijs wakker worden zonder nier of is het een broodje-aapverhaal?’ Dat is een broodje-aapverhaal. Maar het klopt dat er mensen zijn die hun nier verkopen. Dat zijn vaak arme mensen die geen andere uitweg zien en er maar heel weinig geld voor krijgen. Maar het kan ook goed aflopen. Het kan ook een win-winsituatie zijn als een donor een goede deal sluit met een patiënt, zeker als het goed gereguleerd wordt.”
Kopen mensen nieren in het buitenland vanwege een tekort aan donoren?
“Dat is maar een deel van de verklaring. In Macedonië bijvoorbeeld, konden mensen niet anders. Daar vonden simpelweg geen transplantaties plaats op het moment dat onze geïnterviewden naar het buitenland trokken voor een nieuwe nier. Toen de Nederlandse patiënten die we interviewden een donornier kochten in het buitenland, was de wachtlijst meer dan twee keer zo lang als nu. Maar dan nog: een kwart vertrok voordat ze op de wachtlijst stonden. Voor hen geldt dat het tekort aan nieren niet de belangrijkste, of in ieder geval niet de enige, reden was.”
Heb je enig idee van de omvang van orgaanhandel in Nederland?
“Nee, het was ook nooit het doel om de omvang in kaart te brengen. Dat is bijna onmogelijk. We weten alleen dat een deel van de artsen het een enkele keer in hun carrière meemaakt. Zij krijgen dan een patiënt op bezoek met een nieuwe nier, waarvan de herkomst vaag of onbekend is.”
Hoe gaan artsen om met patiënten met een illegale donornier?
“Ze weten vaak niet goed wat ze ermee moeten. Dat komt deels door een gebrek aan kennis: ze weten niet of het strafbaar is. En ze zien het niet als hun verantwoordelijkheid: ‘Het is niet aan mij als behandelend arts om te achterhalen of die nier gekocht is.’ Bovendien hebben ze beroepsgeheim, waardoor ze patiënten die vermoedelijk nieren hebben gekocht niet mogen melden.”
Vind je dat dat moet veranderen?
“Ja, absoluut. Het zou goed zijn als artsen stil staan bij hoe zo’n patiënt aan die nier komt. Het moet makkelijker worden om er melding van te maken, zonder dat artsen de naam van een patiënt aan politie en justitie geven. Ze zouden bijvoorbeeld kunnen achterhalen bij welke kliniek in Pakistan iemand een nieuwe nier heeft gekregen, zodat je in samenwerking met politie en justitie kunt onderzoeken of dat zuivere koek is. Soms gaat orgaanhandel gepaard met mensenhandel of uitbuiting.”
Denk je niet dat patiënten daaraan bijdragen, door hun bereidheid om te betalen voor een donornier?
“Misschien wel, maar dat betekent niet dat je ze dan moet straffen. Soms zijn ze zelf slachtoffer, als er bijvoorbeeld complicaties of infecties optreden door slechte screening van donoren. Politie en justitie gebruiken patiënten ook liever als getuigen.”
Wat was het eerste dat je deed toen je proefschrift af was?
“Ik moest echt even een wandeling door het park maken. Ik had verwacht dat ik heel opgelucht zou zijn toen ik de laatste worden schreef, maar ik werd juist verdrietig. Is dit het nu? Ik was nog niet klaar om afscheid te nemen van de wetenschap. Dat was voor mij een grote verrassing, omdat ik altijd gezegd heb dat ik na mijn proefschrift iets anders zou gaan doen.”
Wat ga je nu doen?
“Gelukkig nog een tijdje onderzoek. Eind augustus ga ik een half jaar als visiting scholar naar Northeastern University in Boston, om onderzoek te doen met de data die ik nog op de plank heb liggen. En ik ga proberen om een subsidie binnen te halen. Er zijn geruchten dat migranten hun nier verkopen om de oversteek naar Europa te betalen. Daar zou ik graag etnografisch onderzoek naar willen doen.”
Waarom staat er geen dankwoord in je proefschrift?
“Ik ben heel veel mensen heel erg dankbaar en daar wilde ik graag over schrijven, maar ik vind niet dat dat anderen wat aangaat. Daarom heb ik persoonlijke dankwoorden geschreven. Iedereen die ik wilde bedanken heeft van mij een exemplaar met een handgeschreven dankwoord gekregen.”

De cover
“In eerste instantie wilde ik geen afbeelding op de cover. Bij orgaanhandel kom je al zo snel uit bij clichébeelden. Maar iedereen vroeg steeds waarom ik nog geen cover had. Een van hen was een goede vriend die op een gegeven moment met olieverf nieren heeft geschetst. Zelf wilde ik graag een streepjescode aan de nier. Die moet aangeven dat een nier wel degelijk geldelijke waarde heeft. Dat moeten we niet ontkennen. Als je erkent dat een orgaan handelswaar is, zullen we minder moeilijk doen over het betalen voor een donornier. Het is een politiek statement.”